Download Print this page

Kettler COACH Manual page 23

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 8
4.2 Polsslagzones
Met de +/- toetsen kunt u 2 zones kiezen. Het invoeren van de leeftijd dient
voor het berekenen van de polsslagzones. Deze wordt in het polsslagveld
(5) zichtbaar.
Vetverbranding
[Fa 65%] (afbeelding 13)
Formule: (220 – leeftijd) x 0,65
Conditie zone [Fi 75%] (afbeelding 14)
Formule: (220-leeftijd) x 0,75
Afbeelding 13:
Polsslag zone: vetverbranding met
65%
Functie
Door het programmeren van de polsslagzones en de overgenomen maximale
polsslag wordt een polsslagzone bewaking geactiveerd. Wordt de gepro-
grammeerde trainingspolsslag met 11 slagen onderschreden, verschijnt het
woordje "LO", bij overschrijding met 11 slagen "HI". De "LO" bewaking
is actief, als voor de eerste keer de geprogrammeerde trainingspolsslag bij
het roeien bereikt wordt. Valt het aantal slagen terug naar nul, wordt de
"LO" functie weer door het bereiken van de geprogrammeerde trainings-
polsslag geactiveerd. De "HI" bewaking is altijd geactiveerd. De waarde,
die met het %-symbool aangegeven wordt, is de vergelijking actuele polsslag/
maximale polsslag.
4.3 Polsslagwaarde bewaking (niet afhankelijk van leeftijd)
Deze programmering is met de +/- toetsen in het bereik van 40-188 mogelijk.
Afbeelding 15:
Geen programmering "Off"
Functie
De "HI" en "LO" weergave is zoals onder 4.2 beschreven.
De procentuele polsslagweergave is niet beschikbaar.
4.4 Afsluiten programmering
Drukt u na de laatste programmering de set-toets in, worden alle ingegeven
waardes (behalve polsslag en frequentie) weergegeven (afbeelding 17).
Heeft u de polsslagwaarde bewaking uit: "Off"-weergave, zijn alle polsslag-
bewakingen gedeactiveerd en in het grote veld staat "tijd" (afbeelding 18).
Afbeelding 17:
Geen programmering "OFF"
(Zie afbeelding 15)
Functie
Begin met roeien. Alle geprogrammeerde waardes (behalve polsslaggrens)
tellen terug, knipperen bij nul enkele seconden en tellen dan vanaf de inge-
geven waarde weer opwaarts.
Gaat uw polsslag over de ingegeven polsslaggrens, knippert ter waarschuwing
het HI-symbool.
Afbeelding 14:
Polsslag zone: conditie met 75 %
Afbeelding 16:
Geprogrammeerde polsslagwaarde
bijv. 150 en HI/LO symbool.
Afbeelding 18:
Ingegeven polsslagwaarde bijv.
150 en HI-LO symbool
(Zie afbeelding 16)
5.0 Weergave tijdens de training
Begint u met de training, begint met een interval van 5 seconden een auto-
matische wisseling van gegevens SCAN (symbool b op de display). Met de
set-toets kunt u dit uitschakelen. Met de +/- toetsen kunt u dan een weer-
gaveveld vooruit of terug springen. Heeft u de slagfrequentie geprogram-
meerd – noot (e) op de display geactiveerd, piept het in het ingestelde ritme
om u te helpen de slagfrequentie aan te houden.
6.0 Weergave voor de training, bij trainings
onderbreking, - einde
Onderbreekt u het roeien, herkent de computer een trainingsonderbreking.
De automatische wisseling van gegevens stopt. Het symbool SCAN verdwijnt.
Onder frequentie (4) en polsslag (5) wordt met het doorsnede-symbool (f)
de gemiddelde waarde getoond.
Gaat u niet binnen 4 minuten verder met trainen, schakelt de computer naar
kamertemperatuur (afbeelding 1). Daarbij wordt de afstand bij het totaal
aantal kilometers opgeteld. Alle andere waardes worden niet opgeslagen.
Opmerking
Met de +/- toetsen kunt u een weergaveveld vooruit of terug springen.
Met de set-toets komt u weer in de programmeermodus. Daarbij worden
alle voorgaande trainingsgegevens gewist. Geprogrammeerde gegevens
blijven behouden.
7.0 Weergave bij voortzetten van de training
Begint u weer met de training. De waardes tellen verder.
8.0 Herstelpolsmeting
De trainingscomputer is met een herstelpols-functie uitgerust. Deze maakt het
mogelijk bij het einde van de training uw herstelpolsslag te meten. Druk bij trai-
ningseinde de herstelpolstoets in. De actuele polsslagwaarde wordt onder tijd
(1) aangegeven (afbeelding 19). De computer meet 59 seconden teruglopend
uw polsslag (afbeelding 19). Daarna wordt de actuele polsslagwaarde onder
slagen (2) aangegeven en onder Kilojoule (3) wordt het verschil van de pols-
slagwaardes tijdens het teruglopen aangegeven en een conditiecijfer met (F)
aangegeven (afbeelding 20). De berekening wordt verklaard onder 9.0
Algemeen. Wordt de polsslagmeting onderbroken, wordt i.p.v. een waarde
(P) getoond. Drukt u op de recovery-toets, verschijnt weer de actuele trai-
ningsweergave. De actuele polsslag wordt altijd onder Pulse (5) getoond.
Afbeelding 19
Afbeelding 21
Afbeelding 19: Herstelpolsmeting met teruglopende tijd (0:59 – 0:00)
Afbeelding 20: Weergave conditiecijfer
Afbeelding 21: Polsslag wordt niet gemeten (E) bij herstelpolsmeting
Opmerking
Wordt geen polsslagwaarde getoond, wordt de
herstelpols-functie niet uitgevoerd.
Afbeelding 22: Geen herstelpols-functie (E)
Afbeelding 20
Afbeelding 22
23

Advertisement

loading

This manual is also suitable for:

7985-600