FI NL
Waterzijdig aansluiten
Installatie
Montage
De kopergevoerde boilers moeten staand worden ge
monteerd en met de stelvoeten (11) kan de positie wor
den afgesteld.
Zorg er bij montage van de boiler voor dat aan de voor
zijde bij de aansluitbehuizing genoeg ruimte is om de
thermostaat of het elektrische verwarmingselement te
demonteren (circa 400 mm).
De isolatie verwijderen
(alleen van toepassing op de ES 500)
De ES 500 kan bij installatie minder omvangrijk worden
gemaakt door de isolatie te verwijderen (diameter boiler
zonder isolatie is Ø 650).
•
Verwijder de elektrische afdekking en het elektri
sche paneel.
•
Draai op beide mantelhelften alle schroeven langs
de verbindingsplaat los.
•
Verwijder de aftapklep.
•
Verwijder de bovenafdekking.
•
Trek de isolatiemantelhelften recht weg.
De montage moet in omgekeerde volgorde worden
uitgevoerd. Als de schroeven moeilijk in de oude ope
ningen passen, kan de plaat
ondersteboven worden ge
plaatst, zodat gebruik kan
worden gemaakt van nieuwe
openingen in de isolatieman
telhelften.
Bevestig tot slot op elke ver
binding alle bijgeleverde
afdekschijven door deze op de
verbindingen te drukken.
Zodra de boiler in de vereiste
stand staat, verwijdert u het
hefapparaat uit de bovenzijde en bevestigt u de bijbe
horende isolatieplug in de opening die door het hijsoog
(10) wordt achtergelaten.
LET OP!
Daarna eerst de afdekmanchetten van de
aansluitingen weer op hun plaats schuiven,
voordat de boiler waterzijdig aangesloten
20
wordt.
Waterzijdig aansluiten
Leidingen moeten volgens de geldende normen en
richtlijnen worden aangesloten.
De boiler is uitgerust met knelkoppelingen voor koperen
of kunststof leidingen. Bij gebruik van knel of persfittin
gen dienen steunhulzen gebruikt te worden.
De ES 300 wordt geleverd met een reductiekit van
Ø 28 mm naar Ø 22 mm. Deze kan worden gebruikt als
de boiler wordt geïnstalleerd op een plek waar een Ø 22
leiding al aanwezig of vereist is.
Vanaf de veiligheidsklep moet een overstortleiding naar
een geschikte afvoer worden geleid. De overstortleiding
moet dezelfde grootte hebben als op de veiligheids
klep (Ø 22 mm). De route van de overstortleiding moet
naar beneden lopen om waterzakken te voorkomen. De
overstortleiding moet vorstbestendig zijn. De uitlaat van
de overstortleiding moet zichtbaar zijn.
De volgende onderdelen moeten op de koudwaterlei
ding worden aangesloten.
A Afsluiter
B Terugslagklep
47 Overstortventiel ( bijgeleverd )
C Onderdrukventiel
D Mengafsluiter (als de temperatuur van het tapwa
ter hoger wordt dan 65 °C)
Als de boiler wordt geïnstalleerd zonder een mengafslui
ter, moet de instelling van de thermostaat zodanig zijn
dat de tapwatertemperatuur niet hoger wordt dan 65
°C. Als een hogere temperatuur is vereist, moeten voor
de toepassing de geldende richtlijnen worden nage
volgd.
VPA 450/300
ES