Hach NA5600 sc Na+ Operations page 189

Hide thumbs Also See for NA5600 sc Na+:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Optie
KIES FUNCTIE
TRANS.INSTEL.
FAALVEILIG
• ALARM functie (zie
Optie
Beschrijving
LAAG ALARM
Stelt de waarde in waarop het relais geactiveerd wordt als reactie op een afnemende
meetwaarde. Als bijvoorbeeld het lage alarm is ingesteld op 1,0 en de meetwaarde
daalt tot 0,9, dan wordt het relais geactiveerd.
HOOG ALARM
Stelt de waarde in waarop het relais geactiveerd wordt als reactie op een toenemende
meetwaarde. Als bijvoorbeeld het hoge alarm is ingesteld op 1,0 en de meetwaarde
stijgt tot 1,1, dan wordt het relais geactiveerd.
HYST.LAAG
Stelt het bereik in waarbinnen het relais actief blijft nadat de meetwaarde stijgt tot
boven de waarde van het lage alarm. Bijvoorbeeld, als het lage alarm is ingesteld op
1,0 en de lage hysterese staat ingesteld op 0,5, dan blijft het relais aan tussen 1,0 en
1,5.
HYST.HOOG
Stelt het bereik in waarbinnen het relais actief blijft nadat de meetwaarde daalt tot
onder de waarde van het hoge alarm. Bijvoorbeeld, als het hoge alarm is ingesteld op
4,0 en de hoge hysterese staat ingesteld op 0,5, dan blijft het relais aan tussen 3,5 en
4,0.
VERTRAGING UIT
Stelt een vertragingstijd voor het relais in om uit te schakelen.
VERTRAGING AAN Stelt een vertragingstijd voor het relais in om in te schakelen.
Beschrijving
ALARM (standaard): zet het relais aan wanneer de meetwaarde hoger is dan de
hoge alarmwaarde of lager dan de lage alarmwaarde. DOSERING: zet het relais aan
als een meetwaarde hoger (of lager) is dan de instelwaarde. BELUCHTING: schakelt
het relais in en uit als een proceswaarde een bovenste of onderste limiet bereikt.
ROOSTER: zet het relais aan op geselecteerde tijden, ongeacht de meetwaarde.
WAARSCHUWING: zet het relais aan als er een waarschuwing of een storing is.
PROCESGEBEURTENIS: zet het relais aan wanneer de analyser een geselecteerde
handeling uitvoert.
Stelt het relais in op actief (aan) of inactief (uit) wanneer er een fout optreedt als de
ERROR STOPMODUS is ingesteld op VERPLAATSUITVOER. De
standaardinstelling is UIT (inactief). Raadpleeg
op pagina 195.
JA: zet de normale staat voor de relais op actief (aan). NEE: zet de normale staat
voor de relais op inactief (uit).
Afbeelding
5)
Hold-modus voor fouten instellen
Nederlands 189

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents