Ivoclar Vivadent Bluephase Meter II Instructions For Use Manual page 66

– ... er niets te zien is op het display?
– Controleer en/of vervang de batterijen.
– Als er op het display niets te zien is, zelfs niet als het apparaat
wordt blootgesteld aan het licht van een polymerisatielamp,
stuur de Bluephase Meter II dan naar een gecertificeerd
servicecentrum van Ivoclar Vivadent om het te laten repareren.
Vervangen van batterijen
Batterijen zijn verbruiksartikelen die regelmatig moeten
worden vervangen. Verwijder daartoe het deksel van de
batterijhouder aan de achterkant van het apparaat en
vervang de batterijen. Breng het deksel van de
batterijhouder daarna weer aan. Voer gebruikte batterijen
af volgens de nationale wet- en regelgeving.
Onderhoud en reiniging
Reinig de Bluephase Meter II met een zachte doek en een gangbare
desinfectieoplossing zonder aldehyde. Gebruik voor het reinigen
geen agressieve desinfectiemiddelen (bijv. middelen op basis van
sinaasappelolie of middelen met een ethanolpercentage van meer
dan 40%), oplosmiddelen (bijv. aceton), of puntige voorwerpen,
omdat deze de kunststof kunnen beschadigen. Reinig verontreinigde
kunststofonderdelen met een zeepoplossing.
– Spuit geen desinfectieoplossing direct op het apparaat en
houd het apparaat niet onder stromend water, om te
voorkomen dat er vloeistof in het apparaat binnendringt.
– Steriliseer de Bluephase Meter II niet in een autoclaaf.
Garantie
De garantie op de Bluephase Meter II bedraagt 3 jaar vanaf de datum
van aankoop. Wanneer er storingen optreden door materiaal- of
fabricagefouten, wordt het apparaat binnen de garantieperiode
kosteloos gerepareerd. Verder geeft de garantie geen recht op
vergoeding van eventuele materiële of ideële schade. Het apparaat
mag uitsluitend worden gebruikt voor de beoogde doeleinden. Elke
andere vorm van gebruik is gecontra-indiceerd. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor verkeerd gebruik van het
apparaat. Voor schade die hieruit voortvloeit kan dan ook geen
beroep worden gedaan op de garantie.
Dit betreft in het bijzonder:
– schade door verkeerde hantering;
– schade aan onderdelen die slijten bij normaal gebruik (bijv. sensor)
– schade door invloeden van buitenaf, bijv. slagen, stoten of op de
grond vallen;
– schade als gevolg van onoordeelkundige reparaties of
aanpassingen die niet zijn uitgevoerd door erkende
servicecentra.