Advertisement
Available languages
Available languages
Elke motor moet met een motorveiligheids-
schakelaar worden gebruikt, die op de nomina-
le stroom ingesteld kan worden en in geval van
kortsluiting binnen de op het typeplaatje
genoemde verwarmingstijden uitschakelt.
Max. toegestane temperatuur van het getrans-
porteerde medium max. +50 °C.
Ex-beveiligde ventilatoren moeten tegen het
naar binnen vallen en inzuigen van vreemde
deeltjes worden beveiligd. De kogellagers
moeten minimaal één keer per jaar op rustig
draaien worden gecontroleerd en eventueel
door nieuwe – met origineel lagervet gesmeerde –
kogellagers worden vervangen.
Om aan de veiligheidstechnische eisen van de
wet op de veiligheid van apparaten moet bij vrije
aanzuiging of uitblazing op de desbetreffende
plaats een veiligheidsrooster conform DIN EN 294
(DIN 31001) worden gebruikt, bv. SGM....
De ventilatoren zijn conform DIN EN 50014 en
VDMA 24169 deel 1 vervaar-digd. Tijdens de
installatie (uitsluitend in de zones 1 en 2) moe-
ten de desbetreffende voorschriften, vooral EN
60079-14 in acht worden genomen.
De bouwwijze van de ventilator voldoet aan de
veiligheidstechnische eisen van de VDE in het
kader van de wet op de veiligheid van apparaten
en de desbetreffende bepalingen van de EG-
richtlijnen.
Montage
Afb. 2: Buisaansluiting aan beide kanten
Afb. 3: Vrije aanzuiging
ΠVentilator
* Condensator en ** aansluitdoos
Ž Pijpleiding of flexibele buis (door klant
beschikbaar te stellen)
Elastische manchet met spanbanden
(toebehoren) moet bij voorkeur als verbinding
tussen pijpleiding Ž en ventilator Œ worden
gebruikt.
Voet (toebehoren):
Bevestiging met behulp van bijgevoegde,
zelftappende plaatschroeven op een wil-lek-
eurige plaats op de omtrek van de ventilator,
al naargelang de vereiste stand van de
aansluitdoos **. Indien mogelijk met Ø 3,5
mm voorboren.
‘ Opsteekbaar verloopstuk (toebehoren) als ver-
’ Veiligheidsrooster (toebehoren):
“ Plafond, wand, steunbalk.
Het apparaat voldoet aan de op het typeplaatje
opgegeven beschermingsgraad bij horizontale
montage of transportrichting naar beneden.
In droge ruimten voor elke montagepositie
geschikt.
Al naargelang montage, voor ont- of beluchting.
Transport- en draairichting zijn op de ven-
tilatorhuls door pijlen aangegeven.
Technische gegevens
Zie typeplaatje of geldige catalogus.
Elektrische aansluiting
Volgens schakelschema in afb. 4.
Afb. 1: Overzichtsafbeelding
1
2
3
4
5
6
– Wijzigingen voorbehouden! –
binding tussen ventilator Œ en verloopstuk Ž.
Bevestiging met behulp van bijgevoegde,
zelftappende plaatschroeven. Overeenkomstige
opzettelijk aangebrachte breukplaatsen op de
omtrek van het rooster uitbreken. Indien mo-
gelijk met Ø 3,5 mm voorboren.
Motor
Instroomflens
Huis
Condensator
Waaier
Aansluitdoos
5
Advertisement
