Dremel 4200 Original Instructions Manual page 38

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
a. Trek beide EZ Change™-hendels zover mogelijk naar achteren
(1).
b. Schuif het accessoire zover mogelijk in de spantang (2) om
speling en onbalans te minimaliseren.
c. Laat de EZ Change™-hendels los (3).
d. Duw de EZ Change™-hendels naar voren (vergrendeling) om het
bit stevig vast te zetten.
Controleer of het accessoire stevig is bevestigd. Loszittende
accessoires kunnen plotseling gaan schuiven of loslaten
waardoor u de controle verliest. Gebruik altijd de spantang die
overeenkomt met de maat van de asschacht van het accessoire
dat u wilt gaan gebruiken.
Als een accessoire slipverschijnselen vertoont, heeft het
gereedschap onderhoud nodig.
e. Laat het multigereedschap een minuut lang op het maximale
onbelaste toerental lopen. Zorg daarbij dat u en eventuele
omstanders uit de buurt van het ronddraaiende inzetgereedschap
blijven. Beschadigde inzetgereedschappen breken meestal
gedurende deze testtijd.
U kunt zowel horen als voelen of het accessoire in balans is.
Om een accessoire in de juiste stand te brengen of de balans
ervan te verbeteren, trekt u de EZ Change™-hendels iets terug
en draait u het accessoire een kwartslag. Laat de hendels los en
laat het gereedschap lopen. Blijf het accessoire op deze wijze
bijstellen totdat de beste balans is bereikt.
GEBRUIK VAN HULPSTUKKEN
Uw Dremel 4200 kan worden uitgerust met verschillende hulpstukken die
de functionaliteit van uw gereedschap uitbreiden.
Niet alle hieronder genoemde hulpstukken zijn opgenomen in
uw set. Gebruik uitsluitend door Dremel geteste hulpstukken met
een groot prestatievermogen! U kunt hulpstukken bestellen bij
het Dremel Service Center of via www.dremel.com.
1. Gebruik de flexibele as (225) voor nauwkeurig precisiewerk of
moeilijk te bereiken plaatsen. Zie afbeelding 11.
Voor optimale prestaties laat u uw nieuwe flexibele as vóór
gebruik 2 minuten lang met hoge snelheid in verticale positie op
uw multigereedschap draaien.
2. Gebruik het Dremel-bewerkingsplatform (576) om onder perfecte
hoeken van 90 en 45 graden te schuren en te slijpen. Zie afbeelding
12.
3. Gebruik de Dremel-detailhandgreep (577) om nog betere controle
over uw multigereedschap te hebben. Zie afbeelding 12.
4. Gebruik het Multifunctioneel freesopzetstuk (565/566) voor
gecontroleerd frezen in verschillende materialen. Zie afbeelding 13.
5. Gebruik het Freesopzetstuk voor verwijderen van muur- &
vloervoegen (568) voor het verwijderen van voegspecie tussen
wand- en vloertegels. Zie afbeelding 14.
6. Gebruik de Lijn- en cirkelfrees (678) voor perfecte gaten en rechte
uitfrezingen. Zie afbeelding 15.
7. Gebruik het Haakse hulpstuk (575) om accessoires onder de juiste
hoek te gebruiken voor moeilijk bereikbare plaatsen. Zie afbeelding
16.
8. Gebruik het Comfort Guard-hulpstuk om uzelf tegen stof en vonken
te beschermen. Zie afbeelding 17.
GEBRUIK
Oefen eerst op een stuk los materiaal om te ervaren hoe het
gereedschap reageert.
Uw multigereedschap functioneert het best als u het
gereedschap het werk voor u laat doen, op de juiste snelheid
en met de juiste Dremel-accessoires en -hulpstukken. Breng
het draaiende accessoire rustig omlaag naar het werkoppervlak
en laat het contact maken op het punt waar u wilt beginnen.
Leid het gereedschap met aandacht over het werkstuk en oefen
daarbij zeer lichte druk uit. Als het gereedschap niet goed werkt,
is het niet de bedoeling dat u er meer druk op uitoefent. Probeer
een andere accessoire of een andere toerentalinstelling om het
gewenste resultaat te verkrijgen.
Over het algemeen kunt u het werk beter in verschillende
bewerkingsfasen voltooien dan in één enkele bewerking. Een
voorzichtige aanpak zorgt voor de beste controle en vermindert
de kans op fouten.
HET GEREEDSCHAP VASTHOUDEN
Het ontwerp van het gereedschap is symmetrisch en biedt een
uitstekende zachte grip. Het gereedschap kan gemakkelijk in diverse
posities worden vastgehouden.
Houd het gereedschap altijd van uw gezicht af. Accessoires
kunnen beschadigd raken tijdens het gebruik en kunnen uit
elkaar spatten door het hoge toerental.
Bedek bij het vasthouden van het gereedschap niet
de ventilatieopeningen met uw hand. Blokkeren van de
ventilatieopeningen kan leiden tot oververhitting van de motor.
1. Maak u vertrouwd met het gereedschap voordat u het gaat
gebruiken. Houd het in de hand en ervaar hoe het gewicht en de
balans aanvoelen.
2. Voor de beste grip bij nauwkeurig werk dient u het gereedschap als
een pen tussen duim en wijsvinger te houden. Zie afbeelding 6.
3. Houd het gereedschap vast als een golfclub voor zwaardere
bewerkingen zoals slijpen of snijden. Zie afbeelding 7.
HET GEREEDSCHAP AANZETTEN
U zet het gereedschap "AAN" en "UIT" met de aan-/uitschakelaar
bovenop de motorbehuizing.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Zet het gereedschap "AAN" door de aan-/uitschakelaar naar voren te
schuiven.
3. Zet het gereedschap "UIT" door de aan-/uitschakelaar naar achteren
te schuiven.
Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat
het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen.
Het draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met
het oppervlak, waardoor u de controle over het elektrische
gereedschap kunt verliezen.
DE JUISTE SNELHEID INSTELLEN
Uw gereedschap is voorzien van een variabele snelheidsregeling. U
kunt de snelheid tijdens gebruik aanpassen door deze van tevoren op of
tussen bepaalde posities in te stellen.
Knopinstelling
Toerentalbereik
(RPM)
5
5.000
10
10.000
15
15.000
20
20.000
25
25.000
30
30.000
33
33.000
Raadpleeg de technische specificaties van het accessoire
(online of op de verpakking) voor de maximumsnelheid. Gebruik
geen hoge snelheden als u met draadborstels werkt. Op hoge
snelheden kunnen draden losschieten uit de houder.
1. Gebruik een lage snelheid (15.000 RPM of lager) bij:
a. polijsten, poetsen en reinigen met een draadborstel;
b. polijsten met polijstaccessoires van vilt;
c. werken met materialen die kunnen worden beschadigd door de
hitte die vrijkomt bij een hoog toerental. Sommige materialen
kunnen al bij lage temperaturen gaan branden of smelten.
2. Gebruik hogere toerentallen voor hardhout, metaal en glas en voor
boren, uitsnijden, doorslijpen, frezen en bijvijlen.
38
Kwalificatie
Lage snelheid
Hoge snelheid

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents