Elcometer 138 User Manual page 94

5 GEBRUIK VAN DE GELEIDINGSMETER (vervolg)
Handmatige kalibratie gebruiken (Figuur 6):
Bij de modus handmatige kalibratie kunt u aangepaste
kalibratieoplossingen met bekende geleidbaarheidswaarden gebruiken
om de meter te kalibreren.
Onderstaande tabel toont het aanvaardbare geleidbaarheidsbereik
van kalibratieoplossingen voor elk meetbereik. Zorg dat de gebruikte
kalibratieoplossingen binnen het genoemde bereik vallen.
Meetbereik
PU
LO
HI
AUTO
Gebruik altijd verse standaard kalibratieoplossingen. Meet de
geleidbaarheid van de oplossing met een betrouwbare meter voordat
u begint. Behandel de oplossing voor in twee bekers; één beker om te
spoelen en een voor kalibratie. Spoel de elektrode af in
gedemineraliseerd water voordat u kalibreert.
1 Druk op de knop 'Aan/uit' om de meter aan te zetten. Zorg dat de
meter in de meetmodus staat.
2 Spoel de elektrode af met de kalibratiestandaard en doop de
elektrode vervolgens in de tweede beker met de
kalibratiestandaard. Draai de meter voorzichtig rond zodat een
homogeen monster wordt verkregen en de meter de tijd krijgt om
de meting te stabiliseren.
3 Druk op de knop 'INC' of 'DEC' om naar de modus
geleidbaarheidskalibratie te gaan. De term 'CAL' verschijnt op het
scherm. 'CAL' en '1.Pnt' worden kort getoond.
4 Het bovenste schermdeel toont de geleidbaarheidsmeting van de
oplossing op basis van de laatste kalibratie (indien uitgevoerd) en
het onderste schermdeel toont de standaard (ongekalibreerde)
geleidbaarheidsmeting.
'Er.1' wordt getoond als de meting buiten het geselecteerde meetbereik

valt van de tester of als de standaard (ongekalibreerde) meting niet valt
binnen het aanvaardbare bereik van de kalibratiestandaard.
nl-13
R
Aanvaardbaar bereik kalibratiestandaard
2,0 - 200,0 µS/cm
200 - 2000 µS/cm
2,00 - 20,00 mS/cm
Kies een kalibratiestandaard overeenkomstig met het
monster
www.elcometer.com