Bedieningselementen - Honda hf2622 Original Instruction

Hide thumbs Also See for hf2622:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1

4. BEDIENINGSELEMENTEN

4.1 STUURWIEL
4.7
4.2
4.1
4.3
4.4
B
4.10
A
Hiermee kunnen de voorwielen bestuurd worden.
4.2 CHOKE
Veroorzaakt een verrijking van het mengsel en dient alleen gebruikt te wor-
den bij de start met een koude motor.
4.3 GASHENDEL
Hiermee kan het toerental van de motor bepaald worden. De diverse stan-
den staan als volgt aangeven op de sticker:
«LANGZAAM»
«SNEL»
– Tijdens het rijden dient er een stand tussen «LANGZAAM» en «SNEL»
gekozen te worden.
– Zet de gashendel tijdens het maaien in de «SNEL» stand.
4.4 CONTACTSLOT
Het contactslot heeft drie verschillende standen:
«UIT»
«DRAAIEN»
«START»
Zodra vanuit de «START» stand de sleutel losgelaten wordt, komt deze
vanzelf weer in de «DRAAIEN» stand terug.
4.5 HANDREM
NL
8
4.9. 2
4.9. 3
B
4.8
A
4.9. 1
A
4.5
B
4.6
4.3
4.4
laagste toerental van de motor
hoogste toerental van de motor
alles uit;
alle bedieningselementen
worden in werking gesteld;
schakelt de startmotor aan.
De handrem voorkomt dat de machine gaat rijden na het parkeren. De
hendel heeft twee standen:
«A» = Handrem uitgeschakeld
«B» = Handrem ingeschakeld
– Om de handrem in te schakelen dient het pedaal (4.21 ofwell 4.31) vol-
ledig te worden ingetrapt en de hendel in stand «B» gezet te worden; als
de voet van het pedaal gehaald wordt blijft het in deze lage stand staan.
– De positie "Handrem ingeschakeld" wordt aangegeven door het controle-
lampje (4.11.d - voor de modellen die ermee uitgerust zijn).
– Om de handrem weer uit te schakelen dient het pedaal (4.21 ofwel 4.31)
weer te worden ingetrapt, waarna de hendel automatisch terug komt in
stand «A».
4.6 GRASHOOGTEREGELAAR
Deze hendel heeft zeven standen, «1» t/m «7» die op de desbetreffende
sticker staan aangegeven en overeenkomen met dezelfde aantal maaihoog-
tes (
hoofdstuk 10 - Technische eigenschappen).
– Om van de ene naar de ander stand over te gaan dient er op de ontgren-
delknop aan het einde van de hendel gedrukt te worden.
4.7 TOETS TOELATING SNIJDEN BIJ ACHTERUITVERSNELLING
4.7
Houd de toets ingedrukt om de achteruitversnelling in te schakelen en
achteruit te rijden ook met de snij-inrichtingen ingeschakeld, zonder dat de
motor stopt.
4.2
4.8 COMMANDO VOOR INSCHAKELING EN REM VAN
4.1
DE SNIJ-INRICHTINGEN 
De drukknop dient om de snij-inrichtingen in te schakelen door een elektro-
magnetische koppeling:
«A» Ingedrukt
«B» Uitgetrokken
– De conditie "snij-inrichtingen ingescha-
keld" wordt aangegeven door het bran-
den van de controlelamp (behalve bij
de modellen SB•) (
B
– Het inschakelen van de messen zonder het in acht nemen van de voor-
geschreven veiligheidsmaatregelen veroorzaakt het afslaan van de motor
4.10
die niet meer kan worden aangezet (
A
– Door de snij-inrichtingen uit te schakelen (Stand «A») wordt er een rem
in werking gezet die binnen enkele seconden het draaien van de messen
stopt.
– Het inschakelen van de snij-inrichtingen in achteruitversnelling is enkel
mogelijk wanneer de toets 4.7. ingedrukt is.
4.9 BEDIENING OMKANTELING OPVANGZAK
HF2•••SB•
Het omkantelen van de opvangzak om deze
te ledigen, gebeurt aan de hand van de hen-
del (4.9.1), die uit zijn zitting gehaald kan
wordt.
4.9. 2
4.9. 3
= Snij-inrichtingen
uitgeschakeld
= Snij-inrichtingen
ingeschakeld
4.9. 1
4.11.c).
4.5
5.2).
4.6
HF2•••HM•
B
4.8
A
A
B

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Hf2315Hf2417

Table of Contents