Coway APM-1010DH Instructions Manual page 155

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
PROBLEmEN OPLOSSEN
Als de luchtzuiveraar niet naar behoren werkt, ligt dit mogelijk niet aan het product maar aan een
klein probleem of aan het feit dat de gebruiker niet vertrouwd is met de werking van het product. In
een dergelijk geval kunnen problemen op eenvoudige wijze worden opgelost zonder hulp van het
servicecentrum door simpelweg het volgende te controleren. Als het probleem aanhoudt, neemt u
contact op met ons servicecentrum.
Symptoom
Er is geen luchtstroom.
De luchtstroomsnelheid
verandert niet.
De luchtstroom is zeer
beperkt.
Het vervuilingsniveau
verandert niet.
Er komt een vieze geur uit
de luchtuitlaat.
De luchtkwaliteitindicator
knippert.
Als andere problemen
bij de werking worden
gedetecteerd.
Alle
bevochtigingsindicatoren
knipperen.
De bevochtigingsindicator
knippert.
controlelijst
• Is het netsnoer aangesloten?
• Is het display volledig
uitgeschakeld?
• Is er een stroomstoring?
• Is de watertank niet goed
geïnstalleerd?
• Is de werkstand ingesteld op
Handmatig?
• Is de werkstand ingesteld op Stil?
• Is de termijn voor het reinigen
en vervangen van het filter
verstreken?
• Zit er stof op de vervuilingssensor?
• Blijft de indicator voor het
vervuilingsniveau een hoog
niveau aangeven?
• Blijft de indicator voor het
vervuilingsniveau een laag
niveau aangeven?
• Is de termijn voor het reinigen
en vervangen van het filter
verstreken?
• Vraag om service of neem contact op met ons servicecenter.
• Controleer de symptomen, koppel het product los en vraag vervolgens om
service of neem contact op met ons servicecentrum.
• Vraag om service of neem contact op met ons servicecenter.
• Is de watertank goed
geïnstalleerd?
Te nemen maatregelen
Sluit het netsnoer aan op een geschikt
stopcontact voor 220 V - 240 V ~ 50 Hz /
60 Hz.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer
vervolgens een functie.
Gebruik de luchtzuiveraar nadat de voeding
weer is ingeschakeld.
Installeer de watertank goed.
Stel de juiste werkstand in.
In de stille stand wordt de
luchtstroomsnelheid vast ingesteld op de
minimale stand.
Controleer de termijnen voor reiniging
en vervanging van de filters en reinig of
vervang deze vervolgens indien nodig.
Reinig de vervuilingssensor.
Stel de gevoeligheid van de
vervuilingssensor in op Niet gevoelig of
Normaal.
Stel de gevoeligheid van de
vervuilingssensor in op Gevoelig of
Normaal.
Controleer de termijnen voor reiniging
en vervanging van de filters en reinig of
vervang deze vervolgens indien nodig.
Installeer de watertank goed.
23
24

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents