Download Print this page

Jøtul FS 84 - 370 Installation And Operating Instructions Manual page 55

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 23
groeven in de basis (onderdeel 3). Zie fig. 6. Let erop dat de
flexibele slang voor verbrandingslucht niet beklemd raakt. Leid
de slang naar buiten via het gat in de achterkant van de basis
(onderdeel 3). Aanbevolen installatie van de flexibele slang: Zie
fig. 10 A, B en C. Verwijder de houtblokken voorzichtig zodat
de verbrandingskamer niet kantelt. Het goedkeuringsetiket,
dat aan een draad vastzit, wordt onder de verbrandingskamer
gevoerd en verder omlaag in de basis.
4. Stel de verbrandingskamer horizontaal af, zodat deze
gelijk loopt met de voorkant van de basis. Zie fig. 6. Zet de
verbrandingskamer verticaal waterpas en stel deze met behulp
van de lange moeren in de afstelkit (onderdeel 4). NB: Het is
zeer belangrijk dat de verbrandingskamer verticaal waterpas
staat!
5. Plaats het achterdeel (onderdeel 5) . Het achterdeel heeft
twee uitstulpingen, fig. 7A die in de sleuven van de basis
passen, fig. 7B. Stel de verbrandingskamer af, zodat deze in
het gat past aan de binnenkant van de achterplaat. Zie fig. 8.
6. Plaats de zijframes (onderdeel 6 en 7). NB: De zijframes
moeten gelijk lopen met de basis (onderdeel 3) en met
acryllijm worden bevestigd.
7. Duw de draadstang (deel 8) door de opening in de basis en
vergrendel deze aan de onderkant met een moer en ring.
Leid de hoekaansluiting (onderdeel 2) vervolgens naar de
draadstang (onderdeel 8) en haak deze vast aan het element.
Vergrendel met een moer. NB: Haal de moer voorzichtig aan!
Zie fig. 9 A + B.
8. Plaats kap 1 (onderdeel 9) in de sleuven. NB: Bij montage aan de
bovenkant dient u de afdichtplug (onderdeel 10) met acryllijm
vast te lijmen op zijn plek.
9. Plaats kap 2 (onderdeel 11).
10. Plaats de bovenpunt (onderdeel 12) .
11. Installatie met een bovenuitlaat/stalen schoorsteen:
Het product wordt door de fabriek geleverd met een
rookuitlaat als bovenuitlaat.
• Een bochtpijp van 50 mm aanbrengen (optionele extra).
• Zorg ervoor dat de bodemplaat juist gepositioneerd is tussen
de bochtpijp en de rookuitlaat.
• Het toprooster plaatsen (onderdeel 13). NB: Het pijltje in het
midden van het rooster moet naar voren wijzen. Zie fig. 11.
• Monteer een niet-geïsoleerde pijp van de bochtpijp tot
ongeveer 10 mm boven het toprooster. Leid de kachelpijp
door het toprooster (onderdeel 13) en plaats het vervolgens
in de bochtpijp.
• Bevestig de stalen schoorsteen vervolgens volgens de
bedieningsinstructies van de schoorsteenleverancier. Zie
fig. 2.
12. Installatie door middel van een achteruitlaat:
• Gebruik de rookuitlaat die voor de bovenuitlaat is geïnstalleerd.
Bevestig de kachelpijp volgens de instructies, van de rookuitlaat
naar de schoorsteen, door het gat in kap 1 (onderdeel 9). Zie 4.2.
• Het toprooster plaatsen (onderdeel 13). NB: Het pijltje in het
midden van het rooster moet naar voren wijzen. Zie fig. 11.
4.5 Keukenmodel
Het keukenmodel bestaat uit de volgende
onderdelen, zie fig. 5C:
Onderdeel 1.
Bodemplaat
Onderdeel 2.
Hoekaansluiting
Onderdeel 3.
Basis
Onderdeel 4.
Afstelkit
Onderdeel 5.
Achterdeel
Onderdeel 6.
Zijframe, links
Onderdeel 7.
Zijframe, rechts
Onderdeel 8.
Draadstang met volgringen en moeren
Onderdeel 9.
Kap 1
Onderdeel 10.
Afdichtplug (alleen voor bovenuitlaat)
Onderdeel 11.
Kap 2
Onderdeel 12.
Bovenpunt
Onderdeel 13.
Toprooster
Onderdeel 14.
Vloerplaat (optionele extra)
1. De bodemplaat (onderdeel 1) moet op zijn plek worden ge-
plaatst. Controleer met een waterpas of deze waterpas is en
stel, indien nodig, met lijm of mortel af. Het is zeer belangrijk
dat de bodemplaat stevig en waterpas ligt.
2. Plaats kap 2 (onderdeel 11).
3. De basis (onderdeel 3) dient in de sleuven van de bodemplaat
te worden aangebracht. Controleer of deze waterpas is.
4. Plaats de verbrandingskamer. Als er een externe luchtaan-
sluiting (optionele extra, cat. nr. 341296) wordt gebruikt, moet
deze nu worden bevestigd. Plaats de verbrandingskamer in
de vier groeven in de basis (onderdeel 3). Zie fig. 6. Let erop
dat de flexibele slang voor verbrandingslucht niet beklemd
raakt. Leid de slang naar buiten via het gat in de achterkant
van de basis (onderdeel 3). Aanbevolen installatie van de
flexibele slang: Zie fig. 10 A, B en C. Verwijder de houtblokken
voorzichtig zodat de verbrandingskamer niet kantelt. Het
goedkeuringsetiket, dat aan een draad vastzit, wordt onder de
verbrandingskamer gevoerd en verder omlaag in de basis.
5. Stel de verbrandingskamer af, zodat deze gelijk loopt met de
voorkant van de basis. Zie fig. 6. Zet de verbrandingskamer
verticaal waterpas en stel deze met behulp van de lange
moeren in de afstelkit (onderdeel 4). NB: Het is zeer belangrijk
dat de verbrandingskamer verticaal waterpas staat!
6. Plaats het achterdeel (onderdeel 5) . Op het achterdeel zitten
twee uitstulpingen, fig. 7A die in de sleuven van de basis pas-
sen, fig. 7B. Stel de verbrandingskamer af, zodat deze in het
gat past aan de binnenkant van de achterplaat. Zie fig. 8.
7. Plaats de zijframes (onderdeel 6 en 7). NB: De zijframes
moeten gelijk lopen met de basis (onderdeel 3) en met
acryllijm worden bevestigd.
8. Duw de draadstang (deel 8) door de opening in de basis en
vergrendel deze aan de onderkant met een moer en ring.
Leid de hoekaansluiting (onderdeel 2) vervolgens naar de
draadstang (onderdeel 8) en haak deze vast aan het element.
Vergrendel met een moer. NB: Haal de moer voorzichtig aan!
Zie fig. 9 A + B.
9. Plaats kap 1 (onderdeel 9) in de sleuven. NB: Bij montage aan
de bovenkant dient u de afdichtplug (onderdeel 10) met acryl-
lijm vast te lijmen op zijn plek.
10. Plaats de bovenpunt (onderdeel 12) .
11. Installatie met een bovenuitlaat/stalen schoorsteen:
Het product wordt door de fabriek geleverd met een
rookuitlaat als bovenuitlaat.
• Een bochtpijp van 50 mm (optionele extra).
• Zorg ervoor dat de bodemplaat juist gepositioneerd is tussen
de bochtpijp en de rookuitlaat.
• Het toprooster plaatsen (onderdeel 13). NB: Het pijltje in het
midden van het rooster moet naar voren wijzen. Zie fig. 11.
• Monteer een niet-geïsoleerde pijp van de bochtpijp tot ongeveer
10 mm boven het toprooster. Leid de kachelpijp door het
toprooster (onderdeel 13) en plaats het vervolgens in de bochtpijp.
• Bevestig de stalen schoorsteen vervolgens volgens de
bedieningsinstructies van de schoorsteenleverancier. Zie fig. 2.
12. Installatie door middel van een achteruitlaat:
• Gebruik de rookuitlaat die voor de bovenuitlaat is geïnstalleerd.
Bevestig de kachelpijp volgens de instructies, van de rookuitlaat
naar de schoorsteen, door het gat in kap 1 (onderdeel 9). Zie 4.2.
• Het toprooster plaatsen (onderdeel 13). NB: Het pijltje in het
midden van het rooster moet naar voren wijzen. Zie fig. 11.
NB: Het is zeer belangrijk dat de installatie stabiel staat! Bij
twijfel over de stabiliteit moet de ombouw met een kabel o.i.d.
aan de wand worden vastgezet.
NEDERLANDS
55

Advertisement

loading