Maaitips - Honda HRN536C Operator's Manual

Pedestian-controlled lawnmower
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Smart Drive-regelaar
Druk bij lopende motor en
draaiende maaimessen
rustig op de Smart
Drive-regelaar om de maaier
in beweging te brengen.
De rijsnelheid neemt toe
naarmate er meer druk wordt
uitgeoefend op de Smart
Drive-regelaar. Nadat de maximale rijsnelheid is bereikt, zal het uitoefenen
van extra druk de grondsnelheid niet verder verhogen. Oefen alleen
genoeg druk uit om de gewenste snelheid te bereiken.
Laat de Smart Drive-regelaar los om de aandrijving uit te schakelen bij het
maaien rond bomen en andere obstakels. Duw de maaier rond obstakels
voor een betere koersvastheid.
De rijsnelheid varieert afhankelijk van het terrein, de graslengte, de helling
en het gewicht van de grasvanger. Met de Smart Drive-regelaar kunt u de
gewenste rijsnelheid aanhouden onder voortdurend veranderende
maaiomstandigheden.
Laat de Smart Drive-regelaar los om de achterwielen te ontkoppelen (stoppen).
De Smart Drive-regelaar instellen
De Smart Drive-regelaar kan in vijf standen
omhoog of omlaag worden gezet voor
meer comfort voor de gebruiker.
Probeer niet de stand van de Smart
Drive-regelaar te verstellen terwijl de
maaier in beweging is.
Schuif de multistanden-versteller [1]
naar links om de regelaar te
ontgrendelen, zet de Smart Drive-regelaar omhoog of omlaag in de meest
comfortabele stand, laat de multistanden-versteller vervolgens los en laat
hem inschakelen.
Gashendel
Type VYEA
Voor de beste maaikwaliteit moet u
altijd maaien met de gashendel in de
stand FAST. Wanneer de
maaimessen op de vooraf ingestelde
hoge snelheid draaien, ontstaat een
sterke waaierwerking die het gras
efficiënter optilt en afsnijdt.
Probeer niet het vooraf ingestelde
FAST motortoerental te verhogen; de maaimessen zouden kunnen
breken en loskomen.

MAAITIPS

Wanneer maaien?
De meeste grassen moeten worden gemaaid wanneer ze 12 ~ 25 mm
boven hun aanbevolen hoogte zijn gegroeid.
Voor mulchen moet vaker worden gemaaid dan voor opvangen. Voor de
beste resultaten moet u het gazon tijdens het groeiseizoen misschien
twee keer per week maaien.
Maaibreedte
Voor een gelijkmatig gazon overlapt u elke maaistrook met enkele
centimeters. Als het gras erg hoog of dik is, gebruik dan meer overlapping
en een smallere maaistrook.
Snelheid van de maaimessen
De maaimessen moeten zeer snel draaien om goed te kunnen snijden.
Als het motortoerental daalt, kan dat betekenen dat de motor wordt
overbelast doordat de maaimessen te veel gras proberen te maaien. Maai een
smallere maaistrook, duw de maaier langzamer, of verhoog de maaihoogte.
10 NL
Houd de Smart Drive-regelaar vast zoals afgebeeld
om vermoeidheid van de duimen te voorkomen.
[1]
FAST
Scherpte van de maaimessen
Een scherp maaimes snijdt schoon. Een bot maaimes scheurt het gras en
laat versnipperde uiteinden achter die bruin worden. Wanneer uw
maaimessen niet meer goed snijden, laat ze dan slijpen of vervangen.
Droog gras
Als de grond te droog is, zal het maaien veel stof doen opwaaien. Te veel
stof is niet alleen onaangenaam om in te werken, maar verstopt ook het
luchtfilter van de carburateur.
Als stof een probleem is, besproei uw gazon dan de dag voordat u gaat
maaien. Maai wanneer het gras droog aanvoelt, maar de grond nog vochtig is.
Nat gras
Nat gras is glibberig waardoor u kunt uitglijden. Bovendien zal nat gras het
maaidek verstoppen en zich in kluiten op het gazon ophopen. Wacht altijd
tot het natte gras droog is voordat u gaat maaien.
Afgevallen bladeren
Wanneer uw maaier is uitgerust met de grasvanger, kunt u afgevallen bladeren
verzamelen en weggooien. Als u de maaier gebruikt om grote hoeveelheden
afgevallen bladeren te verzamelen, en niet om te maaien, stel dan de hendel
voor het instellen van de maaihoogte vooraan zo in dat de voorkant van het
maaidek een of twee instellingen hoger staat dan de achterkant.
Als u afgevallen bladeren in uw gazon als mulch wilt verwerken, moet u
het bladerdek niet te diep laten worden voordat u begint. Voor het beste
resultaat begint u met mulch als het gras nog door het bladerdek heen
komt. Op plaatsen waar afgevallen bladeren het gras volledig bedekken,
verwijdert u de bladeren door ze weg te harken, of installeert u de
grasvanger, zodat uw maaier ze kan verzamelen om af te voeren.
Verstopt maaidek
Voordat u een verstopt maaidek schoonmaakt, moet u de motor stoppen
en de benzinekraan in de stand DICHT zetten. Kantel de maaier met de
bougiedop verwijderd, zodat de luchtfilterzijde naar boven wijst.
Maak een verstopt maaidek schoon met een stok, niet met uw handen.
STOP
Maaipatronen
Uw Honda-maaier zal het meest efficiënt werken als u de volgende
maaipatronen zo veel mogelijk gebruikt. Het ontwerp van het maaidek en
van de uitrusting, en de richting waarin de maaimessen draaien, zorgen
ervoor dat deze maaipatronen de beste resultaten opleveren.
Met mulch bedekken
Gebruik een maaipatroon tegen de wijzers van
de klok in wanneer de hendel van de Clip
Director in de stand MULCH staat. Als het
gazon een onregelmatige vorm heeft, of veel
obstakels, verdeel het dan in secties waar u
tegen de klok in kunt maaien.
Opvangen
Gebruik een maaipatroon met de klok mee.
Dit geeft de beste Clip Director- en
opvangprestaties en laat het minste maaisel
achter op het gazon.
Achteruitworp-maaien
Verwijder de grasvanger en sluit het
uitwerpscherm. Zet de hendel van de Clip
Director in de stand OPVANGEN en begin
met maaien in een maaipatroon met de klok
mee. Als het gazon een onregelmatige vorm
heeft, of veel obstakels, verdeel het dan in
secties.
MULCH-PATROON
OPVANG- EN
ACHTER-UITWORP-PATROON

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents