Stiga EXPERIENCE Estate 798e Operator's Manual page 669

Ride-on lawnmower with seated operator, battery-operated
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 287
OPMERKING
Het inschakelen van de achteruitversnelling dient
uitgevoerd te worden als de machine stilstaat.
7.5.2
Het gras maaien
1. Plaats de maai-inrichting in de
werkstand (par. 6.4).
2. Schakel de maai-inrichtingen in (afb. 13.B), enkel
op het grasveld, en schakel de snij-inrichtingen
niet in op terreinen met grind of te hoog gras.
3. Begin geleidelijk aan en zeer
voorzichtig te rijden en te maaien.
4. Pas de vooruitbewegingssnelheid en de
maaihoogte aan (par 6.4) aan de toestand van het
grasveld (hoogte, dichtheid en vochtigheid van
het gras) en aan de hoeveelheid verwijderd gras.
KENNISGEVING
De vooruitbewegingssnelheid neemt af wanneer de
acculading onder de waarde van 40% daalt (par. 8.2.2).
OPMERKING
Het uitzicht van het grasveld zal mooier zijn als
de maaibeurten altijd op dezelfde hoogte worden
uitgevoerd, en afwisselend in beide richtingen (afb. 20).
OPMERKING
Om achteruit te kunnen rijden met de maai-
inrichtingen ingeschakeld, moet men de toets
voor toelating ingedrukt houden (afb. 13.C)
om te vermijden dat de motor stilvalt.
Schakel de snij-inrichtingen uit en breng
de snijgroep naar de hoogste stand.
• Tijdens verplaatsingen tussen werkzones
• Bij het oversteken van oppervlaktes zonder gras.
• Elke keer wanneer men een
hindernis moet overkomen.
7.5.3
Tips om altijd een mooi gazon te hebben
• Voor een mooi, groen en zacht gazon is het nodig
dat het gras regelmatig gemaaid wordt. Het
gazon kan van verschillende soorten gras zijn. Bij
regelmatige maaibeurten, groeit het gras sneller,
waardoor meer wortelgroei ontstaat en een mooi
dicht gazon bekomen wordt; indien minder vaak
gemaaid wordt, wordt ook de groei van hoog en
wild gras bevorderd (klaver, margrieten, enz.) .
• Het is beter het gras te maaien als
het gazon goed droog is.
• De maai-inrichtingen dienen geen gebreken
te vertonen en goed scherp te zijn, zodat
het gras op de juiste manier wordt gemaaid
zonder uitgerukt te worden. Dit kan namelijk
tot vergeling van de punten leiden.
• De maaifrequentie wordt bepaald aan de hand
van de groei van het gras, waarbij vermeden
moet worden dat het gras te hoog wordt.
• In de warmste en droogste tijden van het jaar
is het beter om het gras iets hoger te laten
worden zodat het gazon niet uitdroogt.
• De optimale hoogte van het gras van een goed
verzorgd gazon bedraagt ongeveer 4-5 cm en met
een enkele maaibeurt wordt het best niet meer
dan een derde van de volledig lengte gemaaid.
Als het gras erg hoog is, raden wij aan om het
gazon, met tussenpoos van één dag, in twee
keer te maaien, de eerste keer met de maai-
inrichtingen in de hoogste stand en eventueel
met verminderd zog, en de tweede keer met
de maai-inrichtingen in de gewenste stand.
• Het uitzicht van het gras zal beter zijn
als afwisselend in beide richtingen
wordt gemaaid (Afb. 20).
• Als het uitwerpkanaal telkens met gras verstopt,
is het beter om de snelheid te vertragen zodat
het maaien niet te snel gebeurt ten opzichte
van de toestand van het gazon; mocht het
probleem aanhouden dan kan het ook zijn dat
de maai-inrichtingen niet goed geslepen zijn of
dat het profiel van de vleugels vervormd is.
• Pas erg goed op bij het maaien langs struiken
en boorden. Deze kunnen de stand van de
maaigroep ontregelen en de zijkant van de
maaigroep en de maai-inrichtingen beschadigen.
7.5.4
Lediging van de opvangzak (enkel voor
modellen met opvang achteraan)
OPMERKING
Het legen van de opvangzak kan alléén worden
uitgevoerd als de messen uitgeschakeld zijn;
is dit niet het geval dan slaat de motor af.
OPMERKING
Zorg dat de opvangzak niet te vol raakt om
verstopping van het uitwerpkanaal te voorkomen.
Een continu geluidssignaal geeft
aan dat de opvangzak vol is.
Ga als volgt te werk:
1. schakel de maai-inrichtingen uit (afb.
13.B) en het signaal stopt.
2. Stop de machine.
a. Voor modellen type "I" en "II":
3. Neem de hendel (afb. 21.A - indien voorzien)
of de greep achteraan (afb. 21.A1) vast en
kantel de opvangzak om hem leeg te maken.
4. Rijd de machine ongeveer 1 m vooruit.
NL - 23

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Mpst 84 li 48 v1Mps 84 li 48 v1Mpns 84 li 48 v1Mp 84 li 48 v1Mpst 84 li 48 v2Mps 84 li 48 v2 ... Show all

Table of Contents