Veiligheidsklep
–
De veiligheidsklep gaat open als de overstroom-
klep resp. de drukschakelaar defect is.
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld en verze-
geld. Instelling uitsluitend door de klantendienst.
Watertekortbeveiliging
–
De watertekortbeveiliging verhindert dat de bran-
der in geval van watertekort ingeschakeld wordt.
–
Een zeef gaat de verontreiniging van de beveiliging
tegen en moet regelmatig gereinigd worden.
Uitlaatgastemperatuurregelaar
–
De uitlaatgastemperatuurregelaar schakelt het ap-
paraat uit indien de uitlaatgassen een te hoge tem-
peratuur bereikt hebben.
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Apparaat, toebehoren, toevoerlei-
dingen en aansluitingen moeten in een perfecte toe-
stand zijn. Als dat niet het geval is, mag het apparaat
niet gebruikt worden.
Parkeerrem vastzetten.
Handgreep monteren
Afbeelding 3
Aandraaimoment van de schroeven: 6,5-7,0 Nm
Gereedschapstas monteren
Afbeelding 4
Gereedschapstas aan de bovenste nokken van het
apparaat hangen.
Gereedschapstas naar omlaag klappen en ver-
grendelen.
Gereedschapstas met 2 schroeven vastmaken
(aandraaimoment: 6,5-7,0 Nm).
Instructie: Er blijven 2 schroeven over.
Handspuitpistool, straalbuis, sproeier en
hogedrukslang monteren
Opmerking: Het EASY!Lock-systeem verbindt compo-
nenten door een snelschroefverbinding met slechts één
omdraaiing snel en veilig.
Afbeelding 5
Straalbuis met handspuitpistool verbinden en
handvast aandraaien (EASY!Lock).
Hogedruksproeier op de straalbuis steken.
Wartelmoer monteren en handvast aandraaien
(EASY!Lock).
Hogedrukslang met handspuitpistool en hogedruk-
aansluiting van het apparaat verbinden en hand-
vast aandraaien (EASY!Lock).
Systeemonderhoud
Systeemonderhoud bepalen
Plaatselijke waterhardheid vaststellen:
–
via het plaatselijke waterleidingbedrijf,
–
met een testapparaat voor de waterhardheid (be-
stelnr. 6.768-004).
Waterhardheid
(°dH)
<3
>3
46
Te gebruiken systeemonder-
houd
RM 111
RM 110
Instructie:
–
RM 110 gaat verkalking van de heetwaterslang te-
gen in geval van hard water.
–
Bij zacht water dient RM 111 voor het pomponder-
houd en als bescherming tegen de vorming van
zwart water.
Systeemonderhoud vullen
Instructie: Bij de leveringsomvang is een proeffles voor
systeemonderhoud RM 110 inbegrepen.
Systeemonderhoud vullen.
Brandstof navullen
GEVAAR
Gevaar voor explosie! Uitsluitend diesel of lichte stook-
olie vullen. Ongeschikte brandstoffen, bv. benzine, mo-
gen niet gebruikt worden.
LET OP
Gevaar voor beschadiging! Apparaat nooit gebruiken
met een leeg brandstofreservoir. De brandstofpomp
wordt anders vernield.
Brandstof bijvullen.
Tankdop sluiten.
Overgelopen brandstof wegvegen.
Reinigingsmiddel vullen
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
–
Uitsluitend Kärcher-producten gebruiken.
–
In geen geval oplosmiddelen (benzine, aceton, ver-
dunningsmiddel, enz.) vullen.
–
Contact met de ogen en de huid vermijden.
–
Veiligheids- en gebruiksinstructies van de reini-
gingsmiddelfabrikant in acht nemen.
Kärcher biedt een individueel reinigings- en onder-
houdsmiddelgamma aan
Uw handelaar geeft u graag advies.
Reinigingsmiddel vullen.
Aansluitwaarden zie Technische gegevens.
Toevoerslang (minimale lengte 7,5 m, minimale di-
ameter 3/4") met behulp van de adapter voor de
wateraansluiting op de wateraansluiting van het
apparaat en op de watertoevoer (bijvoorbeeld een
waterkraan) aansluiten.
Opmerking: De toevoerslang is niet bij de leveringsom-
vang inbegrepen.
Water uit reservoir zuigen
Indien u water uit een extern reservoir wenst aan te zui-
gen, is de volgende ombouw vereist:
Afbeelding 6
2 Schroeven van het branderhuis afschroeven.
Afbeelding 7
Achterwand afschroeven en afnemen.
Afbeelding 8
Wateraansluiting van de fijne filter verwijderen.
Fijne filter van de pompkop schroeven.
Reservoir van het systeemonderhoud nemen.
Afbeelding 9
Bovenste toevoerslang naar het vlotterreservoir
losschroeven.
Bovenste toevoerslang aan de pompkop aansluiten.
Spoelleiding van het doseerventiel van schoon-
maakmiddel op vuldop omzetten.
Zuigslang (diameter minimum 3/4") met filter (toe-
behoren) aansluiten aan de wateraansluiting.
–
Max. zuighoogte: 0,5 m
– 3
NL
Wateraansluiting