Download Print this page

Controle Van De Beweging Van Het Hek; Aansluiting Van Andere Inrichtingen; Eindtest; Inbedrijfstelling - Nice RUN400HS Instructions And Warnings For Installation And Use

Sliding gate opener
Hide thumbs Also See for RUN400HS:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1

5.5 - Controle van de beweging van het hek

Na het herkennen van de lengte van de vleugel is het raadzaam enkele
manoeuvres uit te voeren om te controleren of het hek correct beweegt.
01. Druk op de toets [Open] om de instructie voor het manoeuvre "Openen" te
geven; controleer of het openingsmanoeuvre van het hek regelmatig verloopt
zonder verandering van snelheid; pas wanneer de vleugel tussen 70 en 50
cm van de eindaanslag van de openingsstand verwijderd is, zal hij langzamer
moeten gaan lopen en door middel van de eindaanslag tot stilstand komen
op 2 à 3 cm van de mechanische stop voor de openingsstand.
02. Druk op de toets [Close] om de instructie voor het manoeuvre "Sluiten"
te geven; controleer of het sluitmanoeuvre van het hek regelmatig verloopt
zonder verandering van snelheid; pas wanneer de vleugel tussen 70 en 50
cm van de eindaanslag van de sluitstand verwijderd is, zal hij langzamer
moeten gaan lopen en door middel van de eindaanslag tot stilstand komen
op 2 à 3 cm van de mechanische stop voor de sluitstand.
03. Controleer dat het knipperlicht tijdens de manoeuvres met een frequentie van
0,5 sec. aan en 0,5 sec. uit knippert. Indien aanwezig, dient u ook de knip-
pering te controleren van het controlelampje dat op het klemmetje S.C.A. is
aangesloten: dit knippert langzaam bij het openen, snel bij het sluiten.
04. Voer meerdere openings- en sluitmanoeuvres uit om te beoordelen of er
eventuele montage- of afstellingsdefecten zijn, of andere onregelmatighe-
den, zoals punten met een grotere wrijving.
05. Verzeker u ervan dat de bevestiging van de RUN-reductiemotor, de tand-
heugel en de eindaanslagbeugels stevig en stabiel is, alsook bestand tegen
plotse versnellingen of vertragingen in de beweging van het hek.

5.6 - Aansluiting van andere inrichtingen

Indien het vereist is om externe inrichtingen
te voorzien van stroom, bijvoorbeeld een lezer
voor transponderkaarten of de verlichting van
de sleutelschakelaar, kan de voeding verkre-
gen worden zoals aangegeven in de afbeel-
ding. De voedingsspanning is 24 Vcc -30%
+50% met een maximale beschikbare stroom
van 100 mA.
Mocht het nodig zijn om externe inrichtingen te
voorzien van een 12 V-hulpvoeding, dan kunt u
stroom afnemen via de Bluebus-klem zodra de
modaliteit voor de programmering van inrichtin-
gen type 2 is ingesteld op de besturingseenheid.
LET OP! – Bij de programmering van inrichtin-
gen type 2 wordt de compatibiliteit tussen de
besturingseenheid en het Bluebus-systeem
gedeactiveerd.
6
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
Dit is de belangrijkste fase bij de aanleg van de automatisering teneinde een zo
groot mogelijke veiligheid te garanderen. De eindtest kan ook als periodieke con-
trole voor de verschillende inrichtingen van de automatisering worden gebruikt.
LET OP! – De eindtest van de gehele installatie moet door vakbekwaam
en deskundig personeel worden uitgevoerd. Deze moet ook bepalen wel-
ke tests in functie van de bestaande risico's noodzakelijk zijn en controle-
ren of de wettelijke voorschriften, regelgeving en regels en met name alle
vereisten van norm EN 12445, die de testmethodes voor de controle van
automatiseringen voor hekken bepaalt, in acht genomen zijn.

6.1 - Eindtest

Voor elk afzonderlijk onderdeel van het automatisme, zoals bijvoorbeeld con-
tactlijsten, fotocellen, noodstop, etc. is een specifieke fase in de eindtest ver-
eist; voor deze inrichtingen zullen de procedures uit de desbetreffende handlei-
dingen met aanwijzingen gevolgd moeten worden. Voor de eindtest van RUN
dient u onderstaande reeks handelingen uit te voeren:
01. Controleer dat de voorschriften in deze handleiding en met name die vervat
in hoofdstuk "1 Aanbevelingen" nauwkeurig in acht genomen worden.
02. Ontgrendel de reductiemotor zoals aangegeven in paragraaf 3.6 - De
reductiemotor handmatig ontgrendelen en vergrendelen.
03. Controleer of het mogelijk is de vleugel handmatig te openen en te sluiten
met een kracht die niet groter is dan 390 N (ongeveer 40 kg).
04. Vergrendel de motor.
05. Voer met behulp van de bedienings- of uitschakelingsorganen (sleutelscha-
kelaar, bedieningsknoppen of radiozenders) tests uit voor het sluiten, ope-
nen en stoppen van het hek en verifieer of de manoeuvre uitgevoerd wordt
zoals dat voorzien is.
06. Controleer één na één of alle veiligheidsinrichtingen in de installatie (foto-
cellen, contactlijsten, noodstoppen enz.) goed werken en verifieer dat het
hek zich zo gedraagt als dat voorzien is. Telkens wanneer een van deze
inrichtingen in werking treedt, dient het ledlampje "BlueBUS" op de bestu-
ringseenheid 2 maal snel te knipperen ter bevestiging van het feit dat de
6
07. Als de gevaarlijke situaties veroorzaakt door de beweging van de vleugel

6.2 - Inbedrijfstelling

De inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de eindtest van
RUN en de andere aanwezige inrichtingen met succes zijn afgesloten. Het is
verboden om de installatie gedeeltelijk of onder "provisorische" omstandighe-
den te laten werken.
01. Het technisch dossier van de automatisering moet samengesteld en min-
02. Breng op het hek een identificatieplaatje aan met ten minste de volgende
03. Breng in de nabijheid van het hek een niet te verwijderen etiket of plaatje
04. Overhandig de eigenaar de verklaring van overeenstemming van de auto-
05. Overhandig de eigenaar de handleiding met "Instructies en aanbevelingen
06. Stel een onderhoudsplan (met daarin de voorschriften voor het onderhoud
07. Alvorens de automatisering in werking te stellen moet de eigenaar op
-
+
24 Vcc
Om de veiligheid op een constant niveau te houden en een zo lang mogelijke
levensduur van de gehele automatisering te waarborgen, is regelmatig onder-
houd vereist; hiervoor beschikt RUN over een teller voor de manoeuvres en een
systeem dat signaleert dat het tijd is voor het onderhoud; zie paragraaf "8.2.3
+ -
Onderhoudswaarschuwing".
12 Vcc
LET OP! – Het onderhoud moet worden uitgevoerd met volledige
inachtneming van de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding en
volgens de geldende wettelijke voorschriften en regelgevingen.
Volg voor de andere inrichtingen die niet tot de RUN behoren, de aanwijzingen
van het desbetreffende onderhoudsplan.
01. Voor de RUN moet maximaal binnen 6 maanden of na 20.000 manoeuvres
02. Koppel alle elektrische voedingsbronnen los, inclusief eventuele bufferbat-
03. Controleer de mate van slijtage bij alle onderdelen van de automatise-
04. Controleer de mate van slijtage bij de bewegende delen: tandwiel, tand-
05. Sluit de voedingsbronnen weer aan en voer alle tests en controles uit die
Dit product maakt integraal deel uit van de automatisering en moet dan
ook samen met de automatisering worden afgedankt.
Zoals ook voor de installatiehandelingen geldt, moeten de handelingen voor
afdanking aan het einde van de levensduur van dit product door gekwalificeerd
personeel worden uitgevoerd.
Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen: sommige kunnen
gerecycled worden, andere moeten verwerkt worden. Informeer u over de
methoden voor recycling of afvalverwerking die voorzien zijn in de voorschriften
die in uw regio voor deze productcategorie gelden.
Let op! – Bepaalde onderdelen van het product kunnen verontreinigende of
gevaarlijke stoffen bevatten die bij aanraking met het milieu schadelijke gevol-
gen voor het milieu of de volksgezondheid kunnen hebben.
Zoals door het symbool hiernaast wordt aangegeven, is het
besturingseenheid de gebeurtenis herkent.
zijn weggenomen door de beperking van de sluitkracht, moet de kracht
worden gemeten zoals bepaald door de norm EN 12445. Als de afstelling
van de "Snelheid" en de controle van de "Motorkracht" worden gebruikt als
hulpmiddel van het systeem om de botskracht te verminderen, probeert en
zoekt u de afstelling die voor de beste resultaten zorgt.
stens 10 jaar bewaard worden en moet ten minste bestaan uit: complete
tekening van de automatisering, schema van de elektrische aansluitingen,
risicoanalyse en de bijbehorende genomen maatregelen, verklaring van over-
eenstemming van de fabrikant van alle gebruikte inrichtingen (gebruik voor
RUN de bijgevoegde EG-verklaring van overeenstemming), exemplaar van
de gebruikshandleiding en het onderhoudsplan voor de automatisering.
gegevens: het type automatisering, naam en adres van de producent (verant-
woordelijke voor de "inbedrijfstelling"), serienummer, bouwjaar en CE-merk.
aan waarop de handelingen zijn aangegeven voor het ontgrendelen en
handmatig bewegen van het hek.
matisering.
voor het gebruik van de automatisering".
van alle inrichtingen van de automatisering) op en geef dit aan de eigenaar
van de automatisering.
adequate wijze en in schriftelijke vorm (bijvoorbeeld in de handleiding met
instructies en aanbevelingen voor het gebruik van de automatisering) geïn-
formeerd worden over de nog aanwezige gevaren en risico's.

ONDERHOUD VAN HET PRODUCT

na de voorgaande onderhoudsbeurt een nieuwe onderhoudsbeurt worden
gepland.
terijen.
ring, met bijzondere aandacht voor afslijting en oxidatie van de structurele
onderdelen. Vervang de onderdelen die onvoldoende garantie bieden.
heugel en alle delen van de vleugel; vervang versleten onderdelen.
worden beschreven in paragraaf "6.1 Eindtest".
AFDANKING VAN HET PRODUCT

Advertisement

loading

This manual is also suitable for:

Run400hs/v1Run1200hsRun1200hs/v1