Ferroli ATLAS D ECO SI UNIT Instructions For Use, Installation And Maintenance page 55

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 28
ATLAS D ECO SI UNIT
3.4 Aansluiting van de brander
De brander is uitgerust met slangen en een filter voor aansluiting op de olietoevoerlei-
ding. fig. 18Laat de slangen uit de achterwand steken en installeer het filter zoals ver-
meld in .
fig. 18 - Installatie brandstoffilter
Het olietoevoercircuit moet tot stand gebracht worden volgens een van onderstaande
schema's, waarbij de in de tabel weergegeven lengte van de leidingen (LMAX) niet over-
schreden mag worden.
fig. 19 - Zwaartekrachtvoeding
fig. 20 - Voeding door aanzuiging
fig. 21 - Sifonvoeding
3.5 Elektrische aansluitingen
Aansluiting op het elektriciteitsnet
B
De elektrische veiligheid van het apparaat wordt alleen bereikt wanneer het
correct geaard is, overeenkomstig de geldende veiligheidsnormen. Laat door
een vakman controleren of de aarding efficiënt en afdoende is. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor eventuele schade die ontstaat doordat de installatie niet
geaard is. Laat bovendien controleren of de elektrische installatie geschikt is
voor het maximumvermogen dat door het apparaat wordt opgenomen (dit staat
vermeld op de typeplaat van de verwarmingsketel).
De verwarmingsketel is voorbedraad en voorzien van een kabel van het type "Y" zonder
stekker, voor aansluiting op het elektriciteitsnet. De aansluitingen op het net moeten wor-
den gerealiseerd met een vaste aansluiting, door middel van een tweepolige schakelaar
met een opening tussen de contacten van minstens 3 mm; er moeten zekeringen van
max. 3A tussen verwarmingsketel en lijn worden geplaatst. Het is belangrijk dat de po-
lariteiten (LIJN: bruine draad / NEUTRAAL: blauwe draad / AARDE: geel-groene draad)
in acht worden genomen bij het aansluiten van de elektriciteitsleiding. Zorg er bij het in-
stalleren of vervangen van de voedingskabel voor dat de aardgeleider 2 cm langer is dan
de andere.
B
De voedingskabel van het apparaat mag niet door de gebruiker worden vervan-
gen. Als de kabel beschadigd is, moet het apparaat worden uitgeschakeld en
dient u zich voor vervanging van de kabel uitsluitend tot gekwalificeerde vak-
mensen te wenden. Als de elektrische voedingskabel vervangen wordt, mag ui-
tsluitend een kabel "HAR H05 VV-F 3x0,75 mm2 worden gebruikt met een
buitendiameter van maximaal 8 mm.
Omgevingsthermostaat (optie)
B
LET OP: DE OMGEVINGSTHERMOSTAAT MOET SCHONE CONTACTEN
HEBBEN. DOOR 230 V. AAN TE SLUITEN OP DE KLEMMEN VAN DE OM-
GEVINGSTHERMOSTAAT WORDT DE ELEKTRONISCHE KAART ONHER-
STELBAAR BESCHADIGD.
Bij het aansluiten van timerafstandsbedieningen of timers, mag de voeding
voor deze voorzieningen niet van hun schakelcontacten worden genomen. De
voeding ervan moet rechtstreeks door het net of door batterijen worden gele-
verd, afhankelijk van het type voorziening.
Toegang tot het elektrische klemmenbord
Draai de twee schroeven "A" op het paneel los en verwijder het deurtje
3.6 Aansluiting op het rookkanaal
Het apparaat moet aangesloten worden op een rookkanaal dat ontworpen en gebouwd
is in overeenstemming van de geldende normen. De leiding van de ketel naar het roo-
kkanaal moet gemaakt zijn van materiaal, dat bestand is tegen hoge temperaturen en
corrosie. Het wordt aanbevolen om te zorgen voor optimale afdichting op de verbinding-
spunten en de volledige leiding tussen ketel en schoorsteen op warmte te isoleren, ter
voorkoming van condensvorming.
cod. 3541Q540 - Rev. 00 - 09/2018
fig. 22 - Ringvoeding
fig. 23 - Toegang tot het elektrische klemmenbord
55
NL

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Atlas d eco 30 si unitAtlas d eco 42 si unit

Table of Contents