Elektrische Aansluiting - Pentair JUNG PUMPEN MULTICUT 35/2 M Tan, EX Instruction Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 8
TOEPASSING
Dompelmotorpompen uit de Multi-
Cut-serie zijn geschikt voor de afwate-
ring van afzonderlijke huizen.
MultiCut-pompen worden bij voorkeur
toegepast bij:
- vezelhoudend afvalwater
- afvalwater dat vaste stoffen bevat
(geen stenen)
- huishoudafvalwater zonder fecali-
en
- huishoudafvalwater met fecaliën
- mechanisch gereinigd afvalwater
De dompelpompen MultiCut...TAN, EX
worden geleverd zonder explosiebevei-
liging of met explosiebeveiliging.
Bij gebruik van de pomp moeten de
respectieve nationale wettelijke en ge-
meentelijke voorschriften worden nage-
leefd, zoals bijvoorbeeld
• Montage van laagspanningsinstalla-
ties (bijvoorbeeld in Duitsland VDE
0100)
• Veiligheid en arbeidsmiddelen (bij-
voorbeeld in Duitsland BetrSichV en
BGR 500)
• Veiligheid in afvalwatertechnische
installaties (bijvoorbeeld in Duitsland
GUV-V C5, GUV-R 104, GUV-R 126)
• Elektrische installaties en bedrijfs-
middelen (bijvoorbeeld in Duitsland
GUV-VA3)
• Explosiebeveiliging
EN 60079-0, EN 60079-1, EN 60079-
14, EN 60079-17 en EN 1127-1.
Bij afwijkende gebruiksomstandighe-
den in explosiegevaarlijke gebieden, in-
formeert u bij de bevoegde plaatselijke
autoriteiten. In Duitsland zijn dit bijvoor-
beeld de Gewerbeaufsicht (arbeidsin-
spectie), TÜV, Bauamt (Bouw- en Wo-
ningtoezicht) of een beroepsorganisatie.
In de verordening inzake veiligheid en
gezondheid bij de verstrekking van ar-
beidsmiddelen en het gebruik ervan op
het werk, inzake de veiligheid bij het be-
dienen van te bewaken apparatuur en
de organisatie van de arbeidsveiligheid,
artikel 1 Betriebssicherheitsverordnung
(BetrSichV, bedrijfsveiligheidsverorde-
ning)" zijn de aanleg en exploitatie van
deze installaties geregeld.
Gebruikswijzen
bij een temperatuur van het af te voeren
materiaal van 40º C:
Motor gedompeld: Continugebruik S1
Motor uit het water gehaald: Kort ge-
bruik S2; zie Technische gegevens
Motor uit het water gehaald: Uitscha-
kelgebruik S3; zie Technische gegevens
Wanneer opgeslagen onder droge om-
standigheden, is de dompelpomp tot
-20 º C tegen vorst beveiligd. Ingebouwd
mag hij in het water echter niet bevrie-
zen.
Transport
De pomp moet altijd aan de
ketting en niet aan de voe-
dingskabel omhoog worden
getrokken! Het laten zakken van de
pomp in diepere schachten of putten is
alleen toegestaan met een ketting.
ELEKTRISCHE
AANSLUITING
Door het gebruik van onze regelaars
hebt u de zekerheid dat aan de eisen
van het EU-typegoedkeuring wordt vol-
daan.
Alleen een professionele elek-
tromonteur mag aan de pomp
of regelaar werkzaamheden
uitvoeren.
De van toepassing zijnde normen (bijv.
EN), de land-specifieke wetgeving (bij-
voorbeeld VDE) en de voorschriften van
de plaatselijke netwerkexploitant moe-
ten in acht worden genomen.
ATTENTIE! Het uiteinde van de kabel
nooit in het water leggen! Eventueel
binnendringend water kan tot storingen
leiden.
Δ-Schakeling voor lage spanning
NEDERLANDS
Y-Schakeling voor hoge spanning
Schakelingswijzigingen moeten wor-
den uitgevoerd met gebruikmaking
van knelverbindingen (X) tussen de Co-
ni-aansluiting (Y) en de inbouwmotor.
De nieuwe knelverbinding moet profes-
sioneel worden aangebracht.
Als zekeringen voor de pomp mogen
alleen trage zekeringen of zekeringau-
tomaten met C- of D-karakteristieken
worden gebruikt. Vereiste beveiliging bij
directe start: 16 A.
De sterkstroompompen moeten via een
overstroomlosser worden beveiligd. In-
stelling voor directe start = nominale
stroom.
Als de zekeringsinstallatie geactiveerd
is geweest, moet voorafgaande aan het
opnieuw inschakelen de oorzaak van de
storing worden verholpen.
Wikkelingsthermostaat
ATTENTIE! Naast de overstroomscha-
kelaars of motorbeveiligingsschakelaar
moeten ook de in de motorwikkeling
ingebouwde thermostaten worden aan-
gesloten. Ze zijn geschikt voor 250 V /
1,2 A (cos phi 0.6) en voor aansluiting
met 30 en 32 gemarkeerd.
Thermostaataansluiting met explo-
siebeveiliging
De thermostaten moeten zodanig wor-
den aangesloten, dat ze bij het het be-
reiken van de reactietemperatuur van
de motor via het regelaarcircuit worden
uitgeschakeld. Na afkoeling van de wik-
keling mag niet automatisch weer wor-
den ingeschakeld.
Na het uitschakelen door de
temperatuurbegrenzer
de storingsoorzaak eerst wor-
den verholpen. Pas dan mag er weer
handmatig worden ingeschakeld.
De inschakelvergrendeling moet "be-
veiligd zijn tegen nulspanning", dat wil
moet
19

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents