Elektrische Aansluiting - Pentair Jung Pumpen K2 Instruction Manual

De pomp mag alleen worden aan-
gesloten op volgens de voorschrif-
ten geïnstalleerde contactdozen die
zijn beveiligd met ten minste 10 A
(traag) en een stroomonderbreker
(30mA).
Stekker en stroomnetleiding op
mechanische en chemische be-
schadiging controleren. Beschadig-
de of geknikte leidingen moeten
vervangen worden.
Condensaten uit hoogrendements-
techniek bevatten zuren! Deze kun-
nen bij contact met huid of ogen
onherstelbare schade veroorzaken.
GEBRUIK
De condensaatpomp K2 is speciaal voor
het transport van condensaat uit hoog-
rendemenstketels (tot 100 kW), koel- en
vriestoonbanken, airco-installaties als-
ook luchtontvochtigers geschikt.
Condensaten uit hoogrende-
mentsketels bevatten aggres-
sieve zuren.
Verdere informatie vindt u in het
DWA-arbeidsblad "Condensaten
hoogrendementsketels" (ATV-DVWK-A
251).
Bij aansluiting van installatie volgens
voorschrift en juist gebruik, voldoet
het apparaat aan de veiligheidseisen
van de EMC-richtlijn 2004/108/EG en is
het geschikt voor gebruik in huiselijke
ruimten welke zijn aangesloten op het
openbare elektriciteitsnet.
Om afzettingen te vermijden moet de
capaciteit in de persleiding bij gebruik
van de in de leveringsomvang bevatte
slangleiding minstens 66 l/u bedragen
(verdere instructies zie "Inbouwperslei-
ding").
ATTENTIE! Een buitenopstelling is niet
toegelaten.
Bij installaties in bad- en dou-
cheruimten VDE-voorschrift
0100 deel 701 naleven!
Medium
ATTENTIE! De pomp is enkel voor
transport van elektrisch geleidende
transportmedia geschikt.
In het bijzonder door de elektroden-
schakeling moet na de installatie van
de condensaatpomp beslist een proef-
draaien met het te transporteren con-
densaat uitgevoerd worden!
ATTENTIE! De maximaal toegelaten
mediumtemperatuur bedraagt
bij hogere toevoertemperaturen, ook
kortstondg, moet de toevoerslang in
de vorm van meerdere koellussen ge-
plaatst worden.
Regelmatig onderhoud vooropgesteld
kan de installatie condensaten met een
pH-waarde van ≥ 2,7 transporteren. Bij
geringere pH-waarden, ook wanneer
deze slechts van tijd tot tijd optreden,
moet een neutralisatie-installatie voor-
geschakeld worden.
Verder kunnen de plaatselijke omstan-
digheden bijzondere technische of wet-
telijke vereisten (bv. in de plaatselijke ri-
oleringswetgeving) het gebruik van een
neutralisatie vereisen.
ATTENTIE! Bijmengsels van oliën, in
het bijzonder etherische oliën zijn niet
toegelaten.
Lagers
De K2 is bij droge opslag tot –20°C
vorstbestendig. Ingebouwd mag het
condensaat in de installatie echter niet
bevriezen.
uit
ELEKTRISCHE
AANSLUITING
Enkel een elektrovakman mag
aan pomp, stekker of sturing
elektrische
uitvoeren.
Voor elke werkzaamheid de
stroomnetstekker van de in-
stallatie uittrekken en zich er-
van verzekeren dat de installatie door
andere personen niet opnieuw onder
spanning kan geplaatst worden.
ATTENTIE! Stroomnetstekker nooit in
water leggen! Eventueel indringend wa-
ter kan tot storingen en schade leiden.
De respectievelijk geldende normen
(bv. EN), landspecifieke voorschriften
(bv. VDE) alsook de voorschriften van de
plaatselijke stroomvoorzieningsmaat-
schappij moeten nageleefd worden.
Bedrijfsspanning naleven (zie typepla-
tje)!
De pomp mag uitsluitend aan volgens
voorschrift geïnstalleerde Schuko-stop-
contacten aangesloten worden. Een
motorbeveiliging moet niet voorgescha-
keld worden omdat een wikkelingsther-
mostaat ingebouwd is.
Ontoelaatbaar hoge temperaturen lei-
40° C, den tot een afschakeling door de ther-
mostaten.
zaak de stroomnetstekker uitgetrokken
worden omdat het apparaat zelfstandg
opnieuw inschakelt.
Sturing
De condensaatpomp K2 bezit een ni-
veauschakeling die de pomp, afhankelijk
van de waterstand, in- resp. afschakelt.
De bieptoon van de ingebouwde alarm-
installatie signaleert dat een werkings-
storing aanwezig is, ook wanneer deze
slechts kortstondig aanwezig is. Voor
het verder leiden het alarm beschikt de
K2 op de platine over een potentiaalvrij
storingsmeldingscontact (0,5A/230 V).
Alarm
Het alarm dient als voortijdige foutmel-
ding (bv. geknikte slang, ontbrekende
capaciteit) voordat verdere ernstige sto-
ringen optreden.
Wanneer de condensaatpomp trans-
porteert en niet binnen ca. 60 seconden
het uitschakelpunt bereikt, wordt alarm
vrijgegeven. Er weerklinkt een luid sig-
naal, de pomp werkt echter verder.
Bereikt de K2 binnen de volgende 60
seconden het uitschakelpunt, schakelt
deze af en verdwijnt het alarm.
werkzaamheden
Wordt het uitschakelniveau gedurende
deze tijdsperiode niet bereikt, schakelt
de condensaatpomp om veiligheidsre-
denen af om gevolgschade te vermijden.
Het alarm blijft als continue alarm be-
staan en het potentiaalvrije storings-
meldingscontact wordt geschakeld (bv.
storingsmeldingsingang van de verwar-
mingssturing, alarminstallatie...).
Om het continue alarm uit te schakelen
onderbreekt u kortstondig de stroom-
voorziening (stroomnetstekker uittrek-
ken, zekering uitdraaien, ...) .
Om inventarisschade te vermijden moe-
ten de overloopaansluiting voor gecon-
troleerde afvoer en het meldingscontact
gebruikt worden.
Verdersturen alarm
Het seriematige storingsmeldingscon-
tact (wisselaar) is voor de aansluiting
van een extern alarm bedacht. In rust-
NEDERLANDS
Na het in werking treden van
de thermostaat moet voor het
verhelpen van de storingsoor-
15