Download Print this page

Multiblitz COMPACT plus Instuctions For Use page 26

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 9
Statieven zonder deze bouten benodigen de
adapter (Manfrotto) MA 119. Schroef de hen-
del (8) los door deze tegen de wijzers van de
klok in te schroeven, het apparaat kan dan
met de handgreep (7) naar boven of onder
worden gekanteld. Vergrendel het apparaat
door de hendel (8) met de wijzers van de klok
mee te draaien. De hendel kan in een wille-
keurige positie worden gebracht, door de
hendel van het scharnier weg te trekken en
aansluitend in de gewenste positie te draai-
en.
4. Netaansluiting
Het apparaat is door de fabriek voorzien voor
toepassing op een stroomnet met 220-240 V
/ 50-60 Hz of 110-130 V / 50-60 Hz wissel-
spanning. Voor de aansluiting op het stroom-
net moet er gevrijwaard worden, dat de
netspanning en de gegevens op het
typeplaatje (19) overeenstemmen.
5. Ingebruikname
Stekker van het netsnoer in bus (18) steken
en met de veiligheidsklem (9) borgen, dan de
netstekker met een contactdoos verbinden.
De schutkap afnemen door deze tegen de
wijzers van de klok in te schroeven en uit te
trekken, dan de gewenste lichtvormer in de
bajonet plaatsen (zie „11. Wisselen van de
lichtvormers"). Apparaat met schakelaar (1)
„I-0" inschakelen, daardoor wordt ook het
halogeenlicht ingeschakeld en het apparaat
is klaar voor gebruik. Na beëindiging van de
werkzaamheden moet het apparaat van het
net worden gescheiden.
6. Traploze vermogenregeling
Met de draaiknop (6) wordt de energie van
het apparaat van 1/8 tot 1/1 diafragma gere-
geld (vier diafragmawaarden zijn vrij instel-
baar). Flits- en halogeenlicht staan in een
vaste verhouding tot elkaar en worden pro-
portioneel ingesteld. De draaiknop is met een
lichte rastering uitgerust.
7.Optische flitscontrole
Na het „flitsen" laadt het apparaat automa-
tisch weer op voor de volgende flits, daarbij
dooft het halogeenlicht gedurende een korte
moment uit. Van zodra de laadcyclus is
beëindigd licht het halogeenlicht weer op en
het apparaat is weer klaar om te flitsen.
24
8. Synchronisatie
Er bestaan drie mogelijkheden om het appa-
raat/de apparaten met een camera te syn-
chroniseren:
1. De
meegeleverde
(MASYG, art.-nr. 732045) in de synchroon-
bus (5) op de bedieningsplaat insteken en
met de camera verbinden. Bij toepassing
van meerdere apparaten volstaat de aan-
sluiting van één apparaat, alle anderen
worden zonder vertraging geactiveerd via
de ingebouwde IR ontvanger/de fotocel
(3). Hierbij moeten de IR ontvangers/de
fotocellen van alle gebruikte apparaten
actief zijn (zie „10. IR ontvanger/fotocel").
2. Het apparaat kan ook zonder synchroon-
kabel door een IR afstandsactivering
(MUSEN, art.-nr. 719037) worden geacti-
veerd. Hierbij wordt de afstandsactivering
op het cameraschoentje van de camera
gestoken, de IR ontvanger/ de fotocel van
het apparaat moet met de overeenkomsti-
ge toets (2) worden ingeschakeld. Het
apparaat flitst dan synchroon bij het ont-
spannen van de camera. Bij gebruik van
meerdere apparaten moeten de IR ontvan-
gers/de fotocellen van alle gebruikte appa-
raten actief zijn (zie „10. IR ontvanger/
fotocel").
3. De flitsactivering van het apparaat kan ook
via
het
radiobestuurde
(MURAS-RT, art.-nr. 620200) gebeuren.
Hierbij wordt de zender (MURAS-T, art.-nr.
620201) op het cameraschoentje van de
camera gestoken, de ontvanger (MURAS-
R,
art.-nr.
620202)
synchroonkabel met de synchroonbus (5)
verbonden. Het apparaat flitst dan syn-
chroon bij het ontspannen van de camera.
Bij deze aard van synchronisatie met een
afzonderlijk apparaat moet de IR ontvan-
ger/de fotocel niet noodzakelijk actief zijn.
Bij gebruik van meerdere apparaten moe-
ten de IR ontvangers/de fotocellen van de
mede gebruikte apparaten actief zijn (zie
„10. IR ontvanger/fotocel").
Verdere informatie over het MURAS-RT
systeem staat vermeld in de overeenkom-
stige bedieningshandleiding.
synchroonkabel
systeem
wordt
via
een

Advertisement

loading