2.21 WETTEN, RICHTLIJNEN, NORMEN, VOORSCHRIFTEN
2.21.1 WET EN REGELGEVING
•
GSG Apparaat beveiligingsrecht met aVV algemene maatregelen van bestuur aan de
GSG, 6. GSGV drukvatregelgeving, 7. GSGV Verordening voor gasverbruik faciliteiten en
GasHL-VO verordening betreffende de hoge druk leidingen.
•
ChemG wet voor het gebruik van chemische stoffen met bijbehorende GefStoffV
verordeningen inzake gevaarlijke stoffen en ArbstoffV wet met betrekking tot technische
werkmaterialen.
•
AcetV - Acetyleen regelgeving
•
BImSchG wet voor bescherming tegen naburige effecten van gassen, rook geluid, geur
etc. met BImSchV FCKW-Halon-Verbod-verordening en 2. BImSchV Emissie Beperking
van vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen
•
Technische Normen en voorschriften ter voorkoming van ongevallen
•
TRAC Acetyleen voorschriften en technische normen voor Acetyleen Systemen en
NL
Calcium Carbide opslag TRAC 204, 206, 207, 208.
2.21.2 TECHNISCHE NORMEN
•
TRB Technische normen voor drukvaten 610, 700, 801/26, 801/27.
•
TRR Technische normen voor pijpleidingen. TRR 100.
•
TRG Technische normen voor drukgassen TRG 100, 101, 102, 103, 104, 250, 253, 254,
256, 280, 310, 311, 360, 370.
•
TRGL Technische normen voor hoge druk gasleidingen TRGL 101, 111, 141, 151, 161,
171, 181, 191, 195, 201, 211, 231, 241, 242, 251, 261, 291, 295, 501, 511, 521.
•
UVV ongevallen voorschriften ter voorkoming van VBG 1, 4, 15, 50, 61, 62.
•
ZH 1 Vakvereniging richtlijnen
ZH1/8 u.f., ZH1/10, ZH1/15, ZH1/16, ZH1/20, ZH1/20.1, ZH1/108 u.f., ZH1/119, ZH1/180,
ZH1/244, ZH1/288, ZH1/298, ZH1/307, ZH1/309, ZH1/383, ZH1/384, ZH1/399, ZH1/400,
ZH1/409, ZH1/479, ZH1/605.
2.21.3 ISO-NORMEN
(International Organisatie voor Standaardisatie)
•
ISO 2503
2.21.4 CEN-NORMEN
(Europees Organisatie voor Standaardisering)
•
EN 585, 562
2.21.5 DIN-NORMEN
•
DIN 3380, DIN 2462, DIN 2403, DIN 12920, DIN 12925,
•
DIN 8545, DIN 16006
2.21.6 VDE
(Verband der Elektrotechnik, Elektronik und Informationstechnik)
•
VDE 0100, 0170, 0190.
2.21.7 DATASHEETS
•
Serie 500.
NATIONALE NORMEN EN VOORSCHRIFTEN
OPSLAG, VERVOER
3.
Bij opslag behoren alle onderdelen te worden verpakt in een schone, stofvrije, droge omgev-
ing en goed afgesloten. Gebruik alleen geschikt verpakkingsmateriaal. Gebruik geen schoon-
maakmiddelen die oplosmiddelen bevatten!
Pagina 32/44