GCE druva 34 Series Instructions For Use Manual page 31

2.15 INFORMATIE OVER SPECIALE GASSOORTEN
•
Alle onderdelen die in contact komen met zuurstof behoren absoluut vrij te zijn van olie en
vet. Hierbij ontstaat anders brandgevaar en explosiegevaar!
•
Gebruik uitsluitend smeermiddelen met zuurstof goedkeuring.
•
Gebruik geen leidingen of systeemonderdelen van koper bij gebruik van acetyleen! Let op
bijzondere gevaar bij gebruik van acetyleen!
2.16 UITSTOOT VAN SCHADELIJKE GASSEN EN DAMPEN
•
Wanneer het gasregelstation geopend is, of in geval van storingen, kunnen schadelijke
gassen ontsnappen (zie hierboven). Zorg voor voldoende ventilatie of afzuiging.
•
Wees extra voorzichtig bij gebruik van gevaarlijke media. Laat in het bijzonder de gassen
uit het afblaasventiel en de aftapkraan via vaste leidingen afvoeren en verwijder de
stoffen op een veilige, bewuste en ecologisch verantwoorde manier.
2.17 ONDERHOUD, VERHELPEN VAN STORINGEN
•
Zorg dat voorgeschreven instelling, onderhoud en inspectiewerkzaamheden stipt op
tijd door de fabrikant of door een gespecialiseerd bedrijf, geautoriseerd door de fabrikant,
uitgevoerd worden.
•
Informeer bedienend personeel en de gebruikers voordat service en onderhoudswerk
begint.
•
Alle stroomopwaarts en stroomafwaarts geplaatste apparaten voor het regelen van de
gasdruk en/of het systeem, zoals perslucht en hydraulische systemen, moeten worden
beveiligd tegen ongeoorloofd opstarten.
•
Voor aanvang van alle service, onderhoud en reparatiewerkzaamheden behoort de
bijbehorende apparatuur elektrisch te worden uitgeschakeld.
•
De hoofdschakelaar moet worden beveiligd tegen onbevoegd opstarten.
•
Blokkeer de hoofdschakelaar en verwijder de sleutel.
•
Bevestig een waarschuwingsteken over de omschakelaar om te voorkomen dat deze
ingeschakeld wordt.
•
Controleer na de werkzaamheden of de schroefverbindingen die losgemaakt zijn weer
goed vastgeschroefd zijn.
•
Controleer de werking van de veiligheidsapparaten na voltooiing van de
onderhoudswerkzaamheden.
2.18 CONSTRUCTIE VERANDERINGEN AAN HET DRUKAPPARAAT
OF HET SYSTEEM
•
Breng geen wijzigingen, aanvullingen of aanpassingen aan op het gas regelstation zonder
schriftelijke toestemming van de fabrikant.
•
Delen van het systeem die niet in perfecte staat verkeren moet onmiddellijk worden
vervangen.
•
Gebruik alleen originele reserveonderdelen en gebruiksonderdelen van de fabrikant.
2.19 REINIGEN VAN DRUKAPPARATEN EN HET VERWIJDEREN VAN
RESIDUEN
•
Gas regelstations die zijn gebruikt en in afwachting zijn van reparatie moet worden
gespoeld met een inert gas (stikstof, argon). Vaste gas residuen moet worden behandeld
en verwijderd op een correcte manier. Let er in het bijzonder op niet te verontreinigen met
vette doeken of smeermiddelen. Niet schoonmaken met een oplosmiddel.
2.20 GENEREREN VAN GELUID
IIn sommige gevallen kan er geluid gegenereerd worden als gevolg van ongunstige combina-
ties van diverse parameters, zoals gasstroomsnelheid, druk maar ook het type gas. Neem in
dit geval contact op met de fabrikant.
Pagina 31/44
NL