GCE druva 34 Series Instructions For Use Manual page 29

2.4 GEVAREN BIJ DE HANTERING VAN HET REDUCEERSTATION
De batterij of het station van de drukregelaar (drukapparaat) is opgebouwd uit de jongste
technieken en erkende veiligheidsvoorschriften. Ondanks dit, kan het gebruik van dit apparaat
levensgevaarlijke situaties veroorzaken voor de gebruiker of derden; of schade veroorzaken
aan het drukapparaat of aan andere eigendommen.
•
Het reduceerstation mag alleen gebruikt voor het beoogde doel.
•
Storingen die van invloed kunnen zijn op de veiligheid moeten onmiddellijk worden
verholpen.
2.5 GEBRUIK VOLGENS DE VOORSCHRIFTEN
De installatie mag alleen worden gebruikt voor het expanderen van gasvormige media uit
gascilinders. Elk ander gebruik of overtreding van het hier bovenstaande wordt beschouwd als
oneigenlijk gebruik. Het beoogde gebruik omvat ook
•
het in acht nemen van alle informatie uit de handleiding,
•
het uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden,
•
het in acht nemen van het typeplaatje en de data sheets.
2.6 GARANTIE EN AANSPRAKELIJKHEID
Onze "Algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden" zijn van toepassing. Deze zijn beschik-
baar voor de gebruikende autoriteit ten laatste bij het tot stand komen van de overeenkomst.
Garantie en aansprakelijkheidclaims met betrekking tot persoonlijk letsel en materiële schade
zijn uitgesloten wanneer ze het gevolg zijn van een of meer van de volgende oorzaken:
•
Onjuist gebruik van het gas reduceerstation.
•
Onjuiste montage, in bedrijf neming, gebruik of het onderhoud van het station.
•
Bediening van het station met defecte veiligheidsuitrusting, of met verkeerd geïnstalleerd
of niet-functionerende veiligheid en beschermingsapparaten.
•
Niet naleven van de informatie uit de handleiding met betrekking tot transport, opslag,
montage, in bedrijf neming, bediening, onderhoud en/of uitrusting van het station.
Onbevoegde aanpassingen aan het stationdrukapparaat.
•
Eigenmachtige wijziging van de cilinder aansluitingen voor gebruik van andere soorten
gas, overschrijding van toegestane inlaatdrukken, het gebruik van vreemde of niet-
originele afdichtingen.
•
Onvoldoende controle van de apparatuur, schroefkoppelingen en afdichtingonderdelen die
aan slijtage onderhevig zijn.
•
Verkeerd uitgevoerde reparaties.
•
Overschrijding van de temperatuur boven of onder het temperatuurbereik aangegeven in
de data sheets, tijdens gebruik of opslag.
•
Onvoorziene calamiteiten als gevolg van effecten van een extern lichaam of overmacht.
2.7 VERKLARING VAN SYMBOLEN EN INFORMATIE
De volgende benamingen en symbolen worden gebruikt in de handleiding om gevaren aan
te geven:
Dit symbool geeft een onmiddellijke dreiging van levensgevaar en gevaar voor de gezondheid
van personen. Het negeren van deze informatie heeft ernstige gevolgen die schadelijk zijn
voor de gezondheid. Dit kan zelfs levensbedreigend letsel inhouden.
Dit symbool geeft een mogelijke dreiging van levensgevaar en gevaar voor de gezondheid van
personen. Het negeren van deze informatie kan ernstige gevolgen hebben die schadelijk zijn
voor de gezondheid. Dit kan zelfs levensbedreigend letsel inhouden.
Dit symbool geeft een situatie die gevaarlijk kan zijn. Negeren van deze informatie kan leiden
tot lichte verwondingen of schade aan eigendommen.
Dit symbool geeft belangrijke informatie weer voor de juiste behandeling van het gasredu-
ceerstation. Gebruiktips en in het bijzonder nuttige informatie worden verstrekt. Het negeren
van deze informatie kan leiden tot storingen aan het drukapparaat of aan de omgevende
apparaten. Gebruiktips helpen om alle functies van het drukapparaat optimaal te gebruiken.
Pagina 29/44
NL