Service En Reparatie - Stiga SNOW POWER Instructions For Use Manual

NL

8 SERVICE EN REPARATIE

Voor nooit onderhoudswerkzaamheden uit voor-
dat:
De motor is gestopt.
De contactsleutel is verwijderd.
- De startkabel is losgemaakt van de bougie.
Als de machine volgens de instructies aan de voorkant moet
worden opgetild en op de vijzelbehuizing moet rusten, dan
moet eerst de benzinetank worden geleegd.
Leeg de benzinetank buiten wanneer de motor
koud is. Roken is tijdens deze handeling verboden.
Leeg de inhoud in een container die voor benzine
is ontworpen.
8.1 AFSTELLEN VAN DE SNEEUWSCHUIVER
De sneeuwschuiver kan bij veelvuldig gebruik slijten.
Stel de sneeuwschuiver af (altijd in combinatie met de gelei-
ders).
De sneeuwschuiver is omkeerbaar en kan dus aan beide kan-
ten worden gebruikt.
8.2 AFSTELLEN VAN DE AANDRIJFRIEMEN
De aandrijfriemen moeten voor het eerst na 2 - 4 gebruiksu-
ren en daarna midden in het seizoen worden gecontroleerd
(en indien nodig afgesteld). Daarna moeten ze twee keer per
jaar worden gecontroleerd.
Als de riemen worden afgesteld of vervangen, moet de be-
drading ook worden afgesteld (zie hieronder).
8.2.1 De aandrijfriem voor rijden (A in fig. 17)
De riem heeft een veerbelaste riemspanner. Afstellen is niet
nodig. Als de riem slipt, moet deze worden vervangen.
8.2.2 De aandrijfriem van de vijzel (B in fig. 17)
1. Verwijder de beschermkap van de riem (1) door de
schroeven (2) los te draaien. Zie fig. 14.
2. Haal de riemspanner (C) los en beweeg deze ongeveer 3
mm in de richting van de riem (fig. 17).
3. Haal de moeren van de riemspanner aan.
4. Controleer de riemspanning door de koppelingshendel
van de vijzel in te drukken. U zou de riem zonder al te
veel moeite met een vinger 12-13 mm moeten kunnen in-
drukken (fig. 16).
5. Herhaal de bovenstaande procedure als een verdere af-
stelling noodzakelijk is.
6. Plaats de bescherming van de riem terug. Zie fig. 14.
8.3 AFSTELLEN VAN DE RIEMGELEIDER
1. Verwijder de bescherming rond de bougie.
2. Verwijder de beschermkap van de riem (1) door de
schroeven (2) los te draaien. Zie fig. 14.
3. Duw de koppelingshendel van de vijzel in (A in fig. 7).
4. Controleer de afstand tussen de riemgeleider en de riem.
Deze afstand moet 3 mm zijn. Zie fig. 13.
5. Als afstelling nodig is, moet de schroef van de riemgelei-
der worden losgehaald en de correcte afstand worden in-
gesteld.
6. Haal de schroef stevig aan.
7. Plaats de bescherming van de riem terug.
54
NEDERLANDS
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
8. Plaats de bescherming rond de bougie terug.
8.4 AANPASSEN VAN DE BEDRADING VOOR
RIJDEN
Zie fig. 15.
1. Haal de moer (A) los.
2. Trek de wieleenheid met de hand naar achteren totdat de
speling is verdwenen.
3. Draai de moer (A) vast.
8.5 AANPASSEN VAN DE VIJZELBEDRADING
Zie fig. 15.
1. Haal de moer (B) los.
2. Schroef het bedrade deel (C) in de bus (D) totdat de spe-
ling is verdwenen.
3. Draai de moer (B) vast.
8.6 VERVANGEN VAN DE BOUTEN
De vijzel wordt op de as bevestigd met speciale bouten (S in
fig. 11) die zijn ontworpen om te breken als er iets in de vij-
zelbehuizing komt vast te zitten.
Gebruik altijd originele reserveonderdelen. Ande-
re soorten bouten kunnen de machine ernstig be-
schadigen.
1. Zet de motor af.
2. Haal de startkabel los van de bougie.
3. Controleer of alle draaiende onderdelen zijn gestopt.
4. Verwijder het voorwerp waardoor de vijzel is vastgelo-
pen.
5. Smeer de vijzelas (zie hierboven).
6. Stel de openingen in de as en de vijzel op elkaar af.
7. Verwijder de defecte bouten.
8. Monteer een nieuwe originele bout. Als er bij de bout ook
gebruik wordt gemaakt van een afstandsring, dan moet
deze worden vervangen in de grotere opening op de vij-
zelas.
8.7 LAMP IN DE KOPLAMP
Maak uitsluitend gebruik van een originele lamp
van 27 W. Lampen met meer vermogen kunnen de
koplamp beschadigen.
De lamp wordt via een bajonetfitting op de koplamp aange-
bracht. Zie fig. 6. Ga om een lamp te vervangen als volgt te
werk:
1. Draai de lamp ongeveer 30° linksom en trek de lamp er-
uit.
2. Haal de kunststof vergrendelingen aan iedere kant van de
lamp los en trek de kabelverbinding los van de lamp.
3. Plaats de nieuwe lamp in omgekeerde volgorde.
9 STALLING
Stal de sneeuwfrees nooit met benzine in de tank in
een besloten ruimte met slechte ventilatie. De ben-
zinedampen kunnen in contact komen met open
vlammen, vonken, sigaretten enz.
Als de sneeuwfrees langer dan 30 dagen wordt gestald, wor-
den de volgende voorzorgsmaatregelen aangeraden:
1. Maak de benzinetank leeg.