Honda WMP20XE Owner's Manual page 89

De luchtiflter reinigen
Een vuile luchtfilter belemmert de luchttoevoer naar de carburator,
waardoor het motorvermogen terugloopt. Wanneer de pomp in
extreem stoffige omstandigheden wordt ingezet, moet de luchtfilter
vaker worden gereinigd dan in het ONDERHOUDSSCHEMA wordt
opgegeven (pagina 7).
1. Papieren element: klop met het element verschillende malen op
een hard oppervlak om overtollig vuil te verwijderen of gebruik
perslucht (niet meer dan 207 kPa), waarbij u van binnen naar
buiten blaast.
Gebruik nooit een borstel, want zo wordt het vuil enkel in de vezels
gewerkt. Vervang het papieren element wanneer het erg vuil of
beschadigd is.
2. Schuimplastic element:
reinig het element in een
warm zeepsopje en
spoel het grondig uit, of
was het uit in een
onontvlambaar
oplosmiddel.
3. Laat het element grondig
drogen.
4. Dompel het element
vervolgens onder in verse motorolie en knijp het goed uit om
overtollige olie te verwijderen.
OPMERKING
Teveel olie in het filterelement belemmert de luchtstroom en kan
migreren naar het papieren filterelement, dat zo met olie wordt
doordrenkt en verstopt raakt.
5. Monteer de luchtfilterkap en borg ze met de buitenste vleugelmoer.
BOUGIE
Aanbevolen types
: NGK - BPR6ES
OPMERKING
Bougies van het verkeerde type of met een afwijkende warmte-index
kunnen de motor beschadigen.
or optimale prestaties moet de bougie de juiste elektrodenafstand
hebben en vrij zijn van verbrandingsresten.
Laat de motor afkoelen alvorens de bougie te demonteren.
1. Trek de bougiekap [1]
van de bougie en
maak de basis van de
bougie schoon.
2. Verwijder de bougie
met de bougiesleutel
[2].
3. Onderwerp de bougie
aan een visuele
controle. Gooi hem
weg wanneer de
isolator gebarsten of
afgeschilferd is.
OPLOSMIDDEL
MOTOROLIE
GOED
UITKNIJPEN
[2]
[1]
4. Meet met een
voelermaatje de afstand
tussen de elektroden.
De juiste afstand wordt
verkregen door de
zij-elektrode voorzichtig bij
te buigen.
Elektrodenafstand:
0.7 ~ 0.8 mm
5. Controleer of de
dichtingsring nog in
goede staat verkeert.
Draai de bougie met de
hand aan om te
vermijden dat u de
schroefdraad
beschadigt.
6. Zodra de bougie
handvast is aangedraaid, kan hij met een bougiesleutel worden
aangetrokken.
Een nieuwe bougie moet een halve slag extra worden
aangetrokken om de dichtingsring samen te drukken.
Voor een oude bougie volstaat 1/8 tot 1/4 slag.
OPMERKING
Een niet goed aangetrokken bougie kan leiden tot oververhitting en
motorschade. Een te sterk aangetrokken bougie kan de
schroefdraad in de cilinderkop beschadigen.
7. Plaats de bougiekap terug op de bougie.
De Vonkenvanger Onderhouden
Voor een optimale werking moet de vonkenvanger om de 100
bedrijfsuren worden geïnspecteerd.
1. Laat de motor afkoelen. Verwijder de twee 8 mm moeren [1] en
neem de uitlaat [2] van de cilinderkop.
2. Verwijder de vier 5 mm bouten [3] van de beschermplaat [4] van de
uitlaat en verwijder de beschermplaat.
3. Verwijder de 4 mm bout [5] van de vonkenvanger [6] en trek de
vonkenvanger uit de uitlaat.
[4]
[1]
[2]
NEDERLANDS
(0.7 ~ 0.8 mm)
[3]
[5]
[6]
9