Problemen Oplossen; Motor Start Niet; Onvoldoende Motorvermogen; Trillingen - Honda HRN536C Operator's Manual

PROBLEMEN OPLOSSEN

MOTOR START NIET

Mogelijke oorzaak
Benzinekraan DICHT
Geen brandstof
Gashendel in verkeerde stand
(Alleen VYEA)
Slechte brandstof; maaier is
opgeslagen zonder
behandeling/aftappen van de
benzine of de tank is bijgevuld met
slechte benzine
Bougie defect, vervuild of
elektrodenafstand onjuist
Bougie nat van brandstof
(verzopen motor)
Verstopte brandstoffilter, defecte
carburateur, defecte ontsteking,
kleppen die vastzitten enz.

ONVOLDOENDE MOTORVERMOGEN

Mogelijke oorzaak
Gras is te lang om te maaien
Gashendel niet ingesteld op SNEL
(Alleen VYEA)
Maaidek is verstopt
Luchtfilter is verstopt
Slechte brandstof; maaier is
opgeslagen zonder
behandeling/aftappen van de
benzine of de tank is bijgevuld met
slechte benzine
Verstopte brandstoffilter, defecte
carburateur, defecte ontsteking,
kleppen die vastzitten enz.

TRILLINGEN

Mogelijke oorzaak
Gras en afval dat vastzit onder het
maaidek
Maaimes(sen) los, verbogen,
beschadigd of uit balans na onjuist
slijpen
Mechanische schade, bijvoorbeeld
verbogen krukas
Oplossing
Draai de benzinekraan OPEN (page 9).
Vul brandstof bij (page 7).
Zet de gashendel in de stand SNEL
(page 10).
Vul de tank met nieuwe benzine (page 5).
Corrigeer de elektrodenafstand of vervang
de bougie (page 12).
Droog de bougie en plaats deze terug.
Breng de maaier naar een erkende
Honda-onderhoudsdealer of raadpleeg
het werkplaatshandboek voor reparatie.
Oplossing
Stel grotere maaihoogte in (page 7), maai
een smallere strook, maai met lagere
snelheid of maai het gazon vaker.
Zet de gashendel op SNEL (page 10).
Maak maaidek schoon (page 10).
Reinig of vervang het luchtfilterelement
Vul de tank met nieuwe benzine
(page 12).
Breng de maaier naar een erkende
Honda-onderhoudsdealer of raadpleeg
het werkplaatshandboek voor reparatie.
Oplossing
Maak maaidek schoon (page 10).
Draai loszittende mesbevestigingsbouten
vast (page 13). Laat in het geval van
verbogen of beschadigd(e) maaimes(sen)
de maaier controleren door een erkende
Honda-onderhoudsdealer.
Breng de maaier naar een erkende
Honda-onderhoudsdealer of raadpleeg
het werkplaatshandboek voor reparatie.

PROBLEMEN MET MAAIEN EN OPVANGEN

Mogelijke oorzaak
Maaier rijdt te snel voor de conditie
van het gazon
Hendels voor de
maaihoogte-instelling ingesteld op
verschillende standen
Grasvanger te vol of verstopt
Maaidek is verstopt
Maaimes(sen) bot, versleten of
beschadigd

OPSLAG

Een goede opslag is essentieel om uw grasmaaier
probleemloos te laten werken en er goed uit te laten
zien. De volgende stappen helpen de maaier te
beschermen tegen roest en corrosie, en zorgen ervoor dat de motor
gemakkelijker te starten is wanneer u de grasmaaier weer gebruikt.

REINIGING

Motor
Reinig de motor met de hand, met behulp van een doek en een borstel.
OPMERKING
Met een tuinslang of een hogedrukreiniger kan water in het luchtfilter worden
geperst. Water in het luchtfilter zal het papieren filter doorweken en kan de
carburateur of motorcilinder binnendringen en schade veroorzaken. Water
dat in contact komt met een hete motor kan schade veroorzaken. Als de
motor heeft gedraaid, laat hem dan ten minste een half uur afkoelen voordat
u hem reinigt.
Maaidek
Om een langere levensduur en goede werking van de maaier te
waarborgen, dient de onderkant van het maaidek schoon en vrij van
maaisel te worden gehouden. Verwijder eventueel grasmaaisel met
behulp van een schraper en borstel en reinig de maaier na gebruik
grondig voordat u hem opbergt.
Voordat u de onderkant van het maaidek wast, moet u de motor laten
afkoelen en ervoor zorgen dat de benzinekraan in de DICHT-stand staat.
Trek de bougiedop van de bougie. Zet de maaier op zijn rechterkant, zodat
de brandstoftankdop aan de bovenzijde komt. Dit helpt brandstoflekkage
en moeilijk starten door verzopen carburateur te voorkomen. Draag
stevige handschoenen om uw handen te beschermen tegen de
maaimessen.
Grasvanger
Verwijder de zak van de maaier en was hem met een tuinslang of
hogedrukreiniger. Laat de zak volledig drogen alvorens hem op te bergen.
Nadat de grasmaaier schoon en droog is, moet u beschadigde lak
bijwerken en andere delen die kunnen roesten met een dunne laag olie
insmeren.
Oplossing
Oefen minder druk uit op de Smart
Drive-regelaar of duw langzamer.
Zet beide hendels op dezelfde
maaihoogtepositie (page 7).
Leeg de grasvanger. Reinig de grasvanger
als deze is verstopt met vuil (page 14).
Maak maaidek schoon (page 10).
Slijp of vervang maaimes(sen) indien
nodig (page 13).
VEILIGHEID
B3 D2
D3 D4
15 NL