Controleren Van Het Luchtfilter; Controleren Van De Toestand Van De Maaimessen; Instellen Van De Maaihoogte - Honda HRN536C Operator's Manual

Opslagtank voor brandstof
Bewaar uw benzine in een
schone, plastic, goed afgesloten
opslagtank die is goedgekeurd
voor opslag van brandstof. Sluit
de ontluchtingsopening (indien
aanwezig) wanneer u het toestel
niet gebruikt, en bewaar de opslagtank uit de buurt van direct zonlicht. Als
het langer dan 3 maanden duurt voordat u de brandstof in de opslagtank
gebruikt, raden wij u aan een brandstofstabilisator aan de brandstof toe te
voegen wanneer u de tank vult.

CONTROLEREN VAN HET LUCHTFILTER

Verwijder het deksel [1].
Verzeker u ervan de het filter [2]
schoon is en in goede staat. Een
vuil luchtfilter beperkt de
luchtstroom naar de
carburateur, waardoor de
motor minder goed presteert.
Raadpleeg page 11 voor het
onderhoud van het luchtfilter.
CONTROLEREN VAN DE
TOESTAND VAN DE MAAIMESSEN
1. Zet de benzinekraan in de stand OFF (page 9) en trek de bougiedop
van de bougie (page 12).
2. Kantel de maaier naar rechts, zodat de tankdop aan de bovenzijde
komt. Dit helpt brandstoflekkage, het binnensijpelen van motorolie in
het luchtfilter en moeilijk starten te voorkomen.
3. Controleer de maaimessen [1] en de mesbevestigingsbouten [2] op
beschadigingen, scheuren en overmatige slijtage, roest of corrosie.
[1]
NORMAAL
15 mm
Max.
OVERMATIG VERSLETEN

WAARSCHUWING
Een versleten, gebarsten of beschadigd maaimes kan breken,
en stukken van het beschadigde maaimes kunnen gevaarlijke
projectielen worden.
Weggeslingerde voorwerpen kunnen ernstig letsel veroorzaken.
Controleer de maaimessen regelmatig en gebruik de maaier
niet met een versleten of beschadigd maaimes.
6 NL
[2]
[1]
B3
C19
VEILIGHEID
[2]
VERBOGEN
GEBARSTEN
Een bot maaimes kan worden geslepen, maar een maaimes dat versleten,
verbogen, gebarsten of anderszins beschadigd is, moet worden
vervangen. Een versleten of beschadigd maaimes kan breken, waardoor
stukken van het maaimes uit de maaier worden geslingerd.
Wanneer een maaimes moet worden geslepen of vervangen, breng de
grasmaaier dan naar een erkende Honda-dealer. Of, als u een
momentsleutel hebt, kunt u het maaimes zelf verwijderen en installeren.
Controleer of de mesbevestigingsbouten goed vastzitten (page 13).

INSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE

Er zijn twee hendels voor maaihoogteregeling aanwezig
aan de linkerkant van de grasmaaier. De hendel [1] op het
linker voorwiel stelt de hoogte van beide voorwielen in,
en de hendel [2] op het linker achterwiel stelt de hoogte voor beide
achterwielen in. Beide hendels kunnen in een van zeven standen worden
gezet. De werkelijke hoogte waarop het gras wordt afgesneden varieert al
naar gelang de staat van het gazon en de bodem.
Zorg ervoor dat de motor niet draait wanneer u de maaihoogte instelt.
Zet de voorste en achterste verstelhendel in dezelfde stand, naar voren
voor hoog gras en naar achteren voor kort gras.
Controleer de maaihoogte-instellingen van het maaidek et zorg ervoor
dat beide verstelhendels [1] [2] op dezelfde maaihoogtestand zijn
ingesteld.
Om de maaihoogte aan te passen, beweegt u eerst de achterste hendel
B5
voor maaihoogteregeling. Pak de duwboom vast en til de maaier iets op,
D1 D8
trek vervolgens de verstelhendel naar het wiel toe en breng deze op de
gewenste hoogte. Stel de voorste hendel voor maaihoogteregeling in om
overeen te komen met de achterste hoogte-instelling.
Als u niet zeker weet welke maaihoogte u moet kiezen, begin dan met een
hoge instelling en controleer het uiterlijk van het gazon na het maaien van
een proefstukje. Stel vervolgens de maaihoogte bij indien nodig.
Raadpleeg een plaatselijke
kwekerij of tuincentrum voor
aanbevelingen over de
maaihoogte en advies over
specifieke grassoorten en
groeiomstandigheden in uw regio.
Als u goed kijkt, ziet u dat de meeste
grassen stengels en bladeren hebben.
Als u de bladeren eraf maait, scalpeert
u het gazon. Laat het gras tussen de
maaibeurten herstellen. Uw maaier zal
beter werken, en uw gazon zal er beter
uitzien.
Als uw gras te hoog wordt, maai het dan eenmaal op de hoogste
maaihoogte en maai het 2 of 3 dagen later opnieuw. Maai niet meer dan
een derde van de totale grashoogte weg, anders kunnen er bruine
plekken ontstaan.
27 mm
39 mm
51 mm
64 mm
76 mm
88 mm
100 mm
[1]
C21
VEILIGHEID
[2]
LANG GENOEG
TE KORT