Briggs & Stratton Vanguard Diesel 432447 Operating And Maintenance Instructions Manual page 51

DIESELMOTORCOMPONENTEN
Modellen 432447, 522447 en 582447
Fig. 1
1
Motor ID. Label: Model, Type & Code Nummers
Noot: Zie MOTOR IDENTIFICATIENUMMERS − laatste hoofdstuk
2
Verstuiver
3
Olievuldop
4
Gloeibougie
5
Olie-aftap
6
Oliefilter
7
Peilstok
8
Inspuitpomp
9
Elektrische Starter
10
Dynamo
11
Oliepan
12
Thermostaat
TURBODIESEL
MOTORCOMPONENTEN
Modellen 588447 en 58A447
Fig. 2
1
Motor ID. Label: Model, Type & Code Nummers
Noot: Zie MOTOR IDENTIFICATIENUMMERS − laatste hoofdstuk
2
Verstuiver
3
Olievuldop
4
Gloeibougie
5
Olie-aftap
6
Oliefilter
7
Peilstok
8
Inspuitpomp
9
Turbolader
10
Elektrische Starter
11
Dynamo
12
Oliepan
13
Thermostaat
EXTRA COMPONENTEN
Luchtfiltersamenstel
Fig. 3
1
Huis
2
Patroon
3
Deksel
4
Klemmen
Brandstoffilter samenstel
Fig. 4
1
Sensordraad
2
Water aftapplug
3
O-ring
4
Brandstoffilter
5
Primerpomp
PANEELCOMPONENTEN
Bedieningen (indien hiermee uitgerust)
Fig. 5
1
Brandstof kraan
2
Toerentalbediening
3
Startschakelaar
Meters (indien hiermee uitgerust)
Fig. 6
1
Brandstofmeter
2
Koelvloeistof Temperatuurmeter
3
Urenteller − Geeft het totale aantal uren aan dat de motor
heeft gedraaid.
Op panelen voorkomende lampjes
(indien hiermee uitgerust)
Fig. 7
De lampjes gaan branden als de startschakelaar op ON (=aan)
wordt gedraaid en moeten uit zijn als de motor draait.
CONTROLEER DE MOTOR ALS DE LAMPJES GAAN
BRANDEN TIJDENS BEDRIJF.
1
Opwarm- of Voorgloeilampje − Het opwarm- of
voorgloeilampje gaat branden als de sleutel op HEAT
(=verwarmen) of GLOW (=voorgloeien) wordt gedraaid.
Als er geen HEAT of GLOW positie is, gaat het branden
in de ON (=aan) positie.
2
Lampje voor motoroliedruk − als dit gaat branden als
de motor draait, zet de motor dan onmiddellijk uit.
Controleer het oliepeil of het elektrisch systeem.
3
Oplaadlampje − als dit gaat branden als de motor draait,
controleer dan het elektrisch systeem.
4
Brandstoffilterlampje − Dit gaat branden als er een
bepaalde hoeveelheid water in de brandstoffilter
is opgevangen, maar het moet weer doven als het water
is afgetapt.
5
Temperatuurlampje − als dit brandt als de motor draait,
dan is de motor oververhit. Controleer het peil van
de koelvloeistof; kijk of er vuil op de radiateur zit of dat
de luchtdoorstroming wordt verhinderd.
INTERNATIONALE SYMBOLEN
OP DE MOTOR
Veiligheid
Lees de Gebruiks- en
Waarschuwing
Onderhoudsinstructies
Brandstof Olie
Aan Uit
TECHNISCHE INFORMATIE
Motor Vermogenklassering Informatie
De bruto vermogenklassering voor individuele benzine motor-
modellen is gelabeld in overeenstemming met SAE (Society of
Automotive Engineers) code J1940 (Vermogen Kleine Moto-
ren & Procedure Koppelklassering) en het geclassificeerde
vermogen is verkregen en gecorrigeerd in overeenstemming
met SAE J1995 (Revisie 2002-05). Koppelwaarden zijn
verkregen bij 3060 t/min., vermogenwaarden zijn verkregen bij
3600 t/min. Het werkelijk bruto motorvermogen zal lager zijn
en wordt beïnvloed door onder andere omgevingsbedrijfsom-
standigheden en verschillen van motor tot motor. Vanwege de
grote verscheidenheid aan machines waarop motoren ge-
plaatst zijn en de verscheidenheid aan omgevingsaspecten
49
met betrekking tot het gebruik van de machine, kan de
benzinemotor mogelijk niet het opgegeven bruto vermogen
leveren indien gebruikt in een bepaalde machine (werkelijk
beschikbaar" of netto vermogen). Dit verschil wordt veroor-
zaakt door een allerlei factoren zoals, maar niet beperkt tot,
accessoires (luchtfilter, uitlaat, laden, koelen, carburateur,
brandstofpomp, enz.), beperkingen van de toepassing, be-
drijfsomstandigheden (temperatuur, luchtvochtigheid, hoogte)
en verschillen van motor tot motor. Vanwege beperkingen met
betrekking tot fabricage en capaciteit, kan Briggs & Stratton
een motor met een hogere vermogenklassering leveren om de
motor van deze motorseries te vervangen.
MOTORSPECIFICATIES
3-Cilinder, Vloeistofgekoelde Dieselmotor
DEZE MOTOR IS GECERTIFICEERD OM TE WERKEN
OP DIESELBRANDSTOF.
Model 432447
Boring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Cilinderinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Model 522447
Boring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Cilinderinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Model 582447, 588447, 58A447
Boring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Cilinderinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
VEILIGHEID SPECIFICATIES
DE BEDRIJFS- & ONDERHOUDSINSTRUCTIES
BEVATTEN VEILIGHEIDSINFORMATIE OM
• U bewust te maken van gevaren die met motoren
verband houden.
• U te informeren over het gevaar van letsel dat verband
houdt met deze gevaren, en
• U te vertellen hoe u de kans op letsel kunt voorkomen
of verminderen.
Het veiligheidssymbool
om veiligheidsinformatie over gevaren die in persoonlijk letsel
kunnen resulteren te identificeren.
Een signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING of OPGEPAST)
wordt met het veiligheidssymbool gebruikt om de waarschijnlijkheid
en mogelijke ernst van letsel aan te geven. Aanvullend kan
een GEVARENSYMBOOL gebruikt worden om het soort
gevaar aan te geven.
GEVAAR
vermeden, zal resulteren in de dood of ernstig letsel.
Stop
WAARSCHUWING
niet voorkomen, kan resulteren in de dood of ernstig
letsel.
OPGEPAST
Langzaam
Snel vermeden, kan resulteren in licht of matig letsel.
VOORZICHTIG,
waarschuwingssymbool, geeft een situatie aan die
kan resulteren in schade aan de motor.
Gevaar Symbolen
Brand
Explosie Giftige Dampen
Schok
NL
68,0 mm.
64,0 mm.
697 cc.
68,0 mm.
78,0 mm.
850 cc.
72,0 mm.
78,0 mm.
953 cc.
WAARSCHUWING
wordt gebruikt
duidt op een gevaar dat, indien niet
duidt op een gevaar dat, indien
duidt op een gevaar dat, indien niet
indien gebruikt zonder het
Bewegende
Delen
Heet Oppervlak
Hete vloeistof
of stoom