Denon DN-2600F Operating Instructions Manual page 93

Hide thumbs Also See for DN-2600F:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
!3
Jogdial (binnenste ring)
• Verdraai deze ring terwijl de zoekfunctie is ingeschakeld om
het weergavepunt tijdens het zoeken te verplaatsen in
eenheden die frames worden genoemd.
• Verdraai deze ring terwijl de pitch bend of plat-H functie is
ingeschakeld om de weergavesnelheid te veranderen.
• Verdraai deze ring terwijl de toonsoortregeling is
ingeschakeld om de toonsoort in te stellen.
• Verdraai deze ring terwijl de scratch-functie is ingeschakeld
om het geluid van het scratchen van grammofoonplaten na
te bootsen.
!4
Filter-/achterwaartse weergavetoets
(FIL/REVERSE)
• Druk deze toets in terwijl de sampler-functie is ingeschakeld
om de weergave van het bemonsterde geluid in
achterwaartse richting aan en uit te zetten.
• Druk deze toets in terwijl de effector-functie is ingeschakeld
om de invoerfunctie voor de filterparameters in te schakelen.
!5
Nagalm/loop-toets (RVB/LOOP)
• Druk deze toets in terwijl sampler-functie is ingeschakeld om
de herhaalde weergave van het bemonsterde geluid aan en
uit te zetten.
• Druk deze toets in terwijl de effector-functie is ingeschakeld
om de invoerfunctie voor de nagalmparameters in te
schakelen.
!6
TAP/tempo (TAP/BPM)/STOP-toets
• Druk deze toets in terwijl de sampler-functie is ingeschakeld
om de weergave/opname van het bemonsterde geluid te
stoppen.
• Houd deze toets ruim 2 seconden ingedrukt terwijl de
sampler-functie is ingeschakeld om de monstergegevens te
wissen.
• In alle andere gevallen wordt het tempo waarin de toets
wordt ingedrukt gemeten en wordt dit tempo als
weergavesnelheid ingevoerd. Wanneer de toets slechts
eenmaal wordt ingedrukt, wordt het tempo getoond.
!7
CUE-toets
• Door de CUE–toets in te drukken tijdens weergave gaat u
terug naar de positie waar de weergave werd gestart. Als u
de afspeel/pauzetoets (PLAY/PAUSE) en de CUE–toets
afwisselend indrukt, wordt de CD vanaf dezelfde positie een
aantal keren afgespeeld.
• De toets licht op wanneer het toestel stand-by wordt gezet.
• Annuleer de slaapfunctie als deze is ingeschakeld.
!8
Aanzwellen/pitch-toets (FLG/PITCH)
• Druk deze toets in terwijl de sampler-functie is ingeschakeld
om de invoerfunctie voor de samplerparameters in te
schakelen.
• Druk deze toets in terwijl de effector-functie is ingeschakeld
om de invoerfunctie voor de aanzwelparameters in te
schakelen.
!9
Weergave/pauze-toets (PLAY/PAUSE) (
• Gebruik deze toets om de weergave te starten.
• Druk deze toets eenmaal in om de weergave te starten,
nogmaals om de pauzestand in te schakelen en nogmaals
om de weergave te hervatten.
• Druk deze toets in terwijl de remfunctie is ingeschakeld om
het draaiplateau af te remmen.
@0
Aan/uit, weergeven/schrijf-toets
(ON/OFF, PLAY/WRITE)
• Druk deze toets in terwijl de sampler-functie is ingeschakeld
om de opname/weergave van het bemonsterde geluid te
starten.
• Druk deze toets in om de diverse effector-functies aan en uit
te zetten.
NEDERLANDS
@1
PRESET-toets
• Druk deze toets eenmaal in om de gekozen ingang in te
schakelen.
Druk de toets opnieuw in om de gekozen ingang uit te
schakelen.
@2
Functietoets (MODE)
• Druk deze toets in om de functie in te schakelen waarmee u
de ASP kunt instellen.
@3
Nummerkeuze/master-knop
(
8
• Verdraai deze knop om het volgende nummer te kiezen.
• Draai de knop één klikje naar rechts om één nummer verder te
gaan, of één klikje naar links om één nummer terug te gaan.
• Wanneer de knop tijdens het draaien ingedrukt wordt
gehouden, komt één klik overeen met 10 nummers.
• Gebruik deze knop tijdens het voorprogrammeren van het
toestel om de voorgeprogrammeerde instellingen te kiezen
en in te stellen.
• Gebruik deze knop tijdens het programmeren om
programma's te kiezen, in te voeren en te controleren.
• Gebruik deze knop terwijl de memo-functie is ingeschakeld
om het gekozen item in te schakelen, de instelling in te
voeren, de instelling te controleren of de instelling te wissen.
• Deze knop wordt gebruikt om de functie van de ASP te
kiezen en om de gegevens van diverse functies in te stellen.
@4
Pitch schuifregelaar
• Gebruik deze schuifregelaar om de weergavesnelheid in te
stellen.
• De weergavesnelheid wordt verlaagd wanneer de schuif-
regelaar omhoog wordt geschoven, en verlaagd wanneer de
schuifregelaar omlaag wordt geschoven.
@5
PITCH BEND + toets
• De weergavesnelheid wordt verhoogd wanneer deze toets
wordt ingedrukt.
• Wanneer de toets wordt losgelaten, wordt de vorige weer-
gavesnelheid weer gebruikt.
@6
Toonsoorttoets (KEY)
• Wanneer deze toets wordt ingedrukt, wordt de toonsoort-
regeling ingeschakeld en kan de toonsoort worden ingesteld
met behulp van de jogdial.
• Wanneer de toets opnieuw wordt ingedrukt, wordt de toon-
soortregeling ingeschakeld en blijft de toonsoort hetzelfde,
zelfs wanneer de pitch wordt veranderd (toonsoortregeling).
@7
PITCH-toets
• Druk deze toets om over te schakelen naar de weer-
gavesnelheid die met behulp van de schuifregelaar is
gekozen. De PITCH-indicator licht op.
• Wanneer de toets opnieuw wordt ingedrukt, wordt de vaste
pitch-functie ingeschakeld en begint de PITCH-indicator te
knipperen.
• Druk de toets opnieuw in om de pitch-functie uit te schakelen
)
13
en naar de normale weergavesnelheid terug te keren.
@8
PITCH BEND – toets
• De weergavesnelheid wordt verlaagd wanneer deze toets
wordt ingedrukt.
• Wanneer de toets wordt losgelaten, wordt de vorige
weergavesnelheid weer gebruikt.
@9
Remtoets (BRAKE)
• Druk deze toets in om de remfunctie te kiezen (BRAKE/PLAT-
S functie).
#0
MEMO-toets
• Druk deze toets in om de memo-functie in te schakelen.
• De volgende gegevens worden in het geheugen opgeslagen:
De stand-by positie, het A–1 punt, het A–2 punt, het B punt
en de weergavesnelheid.
/PUSH ENTER)
9
93

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents