DeVilbiss GTi Operation Manual page 24

Gti series pressure feed spraygun
Hide thumbs Also See for GTi:
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

NL
NL
Belangrijk: Om ervoor te zorgen dat u de
apparatuur in goede staat ontvangt, zijn er
beschermende
coatings
Spoel alle apparatuur voor gebruik af met
een geschikt schoonmaakmiddel.
1
Bevestig een luchtslang aan de
luchtinlaatnippel (13). Aanbevolen maat
voor de luchtslang: 8 mm binnendiameter.
De slang moet geleidend zijn en de
elektrische verbinding van het spuitpistool
1. Meng het coatingmateriaal volgens de
instructies van de fabrikant.
2. Draai de naaldstelschroef (10) op het
spuitpistool naar rechts om beweging te
voorkomen.
3. Draai de straalregelklep (5) helemaal open
door hem naar links te draaien.
4. Stel de inlaatluchtdruk zo af dat deze 2 bar
(29 psi) bedraagt bij de pistoolinlaat, als de
trekker is ingedrukt. (gebruik hiervoor het
manometer-hulpstuk, zie Accessoires).
5. Draai de naaldstelschroef naar links totdat
de eerste draad zichtbaar wordt.
6. Test de sproeistraal. Als de coatinglaag te
droog is, verminder dan de luchtstroom
door de inlaatdruk te verlagen. Als de
coatinglaag te nat is, verminder dan de
vloeistofstroming door de naaldregelschroef
(10)
naar
rechts
vloeistofdruk
verstuiving te grof is, verhoog dan de
inlaatluchtdruk en als die te fijn is, verlaag
dan de inlaatluchtdruk.
7. De grootte van het spuitpatroon kan
worden verkleind door de straalregelklep
© 2003 ITW Finishing Systems and Products
Installatie
op
aangebracht.
Bediening
te
draaien
of
te
verlagen.
Als
naar de aarde dient te worden
gecontroleerd met een ohmmeter.
Aanbevolen wordt een weerstand van
minder dan 10
toevoer van gefilterde lucht.
2.
Zorg voor een geregelde toevoer van
gefilterde lucht.
(5) naar rechts te draaien.
8. Houd het pistool loodrecht ten opzichte
van het te spuiten oppervlak. Door het
pistool in een boog te bewegen of te
kantelen,
ongelijkmatig worden opgebracht.
9. De aanbevolen spuitafstand is 150-200
mm.
10. Spuit eerst de hoeken en randen. Overlap
elke streek met minstens 50%. Beweeg
het pistool met een constante snelheid.
11. Zet altijd de luchttoevoer af en laat altijd de
luchtdruk af als u het pistool niet gebruikt.
Luchtregelaar (14)
1. Als de luchtregelaar (14) is gemonteerd, kan
hiermee de inlaatluchtdruk in het pistool
worden verminderd. Draai de stelknop in om
de
de druk te verminderen.
de
24
6
Ω. Zorg voor een geregelde
zal
het
coatingmateriaal

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Gti-p122-14b

Table of Contents