Coelbo SPEEDBOX 1010 MT Installation And Operating Instructions Manual page 73

6. MECHANISCHE INSTALLATIE (fig. 2)
• Bewaar in een schone en droge omgeving, haal de unit niet uit zijn verpakking totdat het gebruikt gaat
worden.
• De apparaat moet in omgevingen worden geplaatst met vervuilingsgraad 2 volgens EN-60730-1.
• De beschermingsgraad is IP55/IP65; afh. van model, dient het geplaatst op plaatsen beschermd tegen de
regen.
• Installeer het toestel tegen een rechte muur, laat minstens 200 mm ruimte boven- en onderaan voor
warmteafvoer.
• Het apparaat dient verankerd in de muur d.m.v. 4 gaten van 7 mm in diameter op de hoeken.
• De achterkant van het apparaat moet worden afgedekt als het niet aan de muur is bevestigd om de
luchtstroom van de ventilator te garanderen! (zie afb. 2)
7. HYDRAULISCHE INSTALLATIE (fig. 2)
Alvorens over te gaan tot hydraulische aansluiting is het noodzakelijk om een terugslagklep te installeren in
de pompinlaat. Bij montage in groep, dient een collector voor de verbinding van beide wateruitgangen. De
inlaat moet van gemeenschappelijke oorsprong zijn. Voor de montage van een druksensor kan eender welke
G1/4 " aansluiting na de pompuitlaat gemonteerd worden.
• Er dient een hydrofoortank van minstens 5 l geïnstalleerd om problemen veroorzaakt door lekken in het
hydraulisch systeem te vermijden.
• Het apparaat is voorzien van een automatisch systeem dat de pomp stopt als er geen vraag is in de ins-
tallatie. Als het een installatie betreft waar het toestel de pomp niet stopt als er geen vraag is, komt dit
door lekken in de installatie (tanks, kraan, controlekleppen ...). In dergelijk geval kan de minimale fre-
quentiewaarde als een frequentiestop worden gebruikt. (zie CONFIGURATIE)
• PROCEDURE: Open een kraan van de installatie en stel het gewenste minimumdebiet in. Met dit debiet,
kan men in het apparaat scherm de frequentie aflezen waarop de pomp draait. Stel de minimumfrequen-
tie in met de frequentie vermeld op het vorige scherm.
8. ELEKTRISCHE AANSLUITING (fig. 4, 5, 6 en 7)
De elektrische installatie dient uitgevoerd door gekwalificeerd personeel in overeenstemming met de vei-
ligheidsvoorschriften en verordeningen van elk land. Alvorens handelingen uit te voeren aan het apparaat,
dient de voeding afgekoppeld en na afkoppeling dient 2 minuten gewacht om elektrische ontlading te ver-
mijden. De basisunit is voorzien van een voedingskabel, motorkabel en bekabeling voor de druksensor. Het
netsnoer kan enkel door de fabrikant of zijn erkende vertegenwoordiging worden vervangen (Y).
• Gebruik kabels van het type H07RN-F met voldoende diameter voor de te installeren pomp:
Model
1112MM & 1314TT
1010MT
1305TT & 1309TT
1316TT
1325TT
1332TT
*Als het nodig is om de kabellengte te verhogen, dient een externe verbinding uitgevoerd volgens de richt-
lijnen van toepassing op laagspanningsinstallaties in betreffend land en de kabeldiameter dient afgestemd
volgens dezelfde criteria.
• Ga na of de spanning 220/240 V (MM-MT) of ~3x400V of ~3x230V V (TT) bedraagt. Schroef het deksel
los van de elektronische schakelkast en voer de aansluitingen uit volgens de aanduidingen op de verbin-
dingsstrip.
• Sluit de voedingskabel aan (als u zich verzekert hebt van een goede aarding): L1 N T (MM-MT), L1 L2 L3 T
(TT) Sluit aan d.m.v. een magnetothermische schakelaar in OFF modus.
• De aarding moet langer zijn dan de andere draden. Bij de montage dient deze als eerste te worden aan-
gesloten en als laatste worden afgekoppeld bij de demontage.
• Sluit de bedrading van de pomp aan (fig. 6 en 7).
• Normaal wordt het apparaat bediend met de druksensor verbonden met een kabel van 1,5 m. In het an-
dere geval de druksensor (fig. 6 en 7) verbinden. H03VV 2 x 0,5 mm kabel wordt gebruikt. Als het nodig
is om de kabel te verlengen, dient een verlenging te gebeuren volgens de richtlijnen van toepassing op
laagspanningsinstallaties per land - de kabellengte mag de 15 m niet overschrijden.
• Sluit de druksensor aan (fig. 6 en 7). In geval van M-S aansluiting zal een druksensor voor elke unit aan-
gesloten worden (fig 5).
• Min. niveaucontrole (optioneel). Er is een ingang voor het stoppen van de pomp van zodra de externe
schakelaar voor het min. niveau wordt afgekoppeld (fig. 4 en 5).
Algemene voeding [mm²]
1,5 mm²
2,5 mm²
1 mm²
2,5 mm²
4 mm²
6 mm²
73
Motorvoeding [mm²] *
1.5 mm²
1 mm²
1 mm²
2,5 mm²
4 mm²
6 mm²