Zodiac Z250 MD3 Instructions For Installation And Use Manual page 111

Er06
Lagedrukbeveiliging
Indien deze fout 3 keer binnen 30 minuten
optreedt, moet u de pomp uitschakelen
om de fout te wissen.
Er09
Verbindingsfout tussen moederbord en
bedrade afstandsbediening
Er010
Verbindingsfout tussen moederbord en
invertermodule
Er11
Temperatuurverschil te hoog tussen
watertemperatuur aan inlaat en uitlaat
Indien deze fout 3 keer binnen 30 minuten
optreedt, moet u de pomp uitschakelen
om de fout te wissen.
Er12
Temperatuur geventileerde lucht te hoog
Er13
Omgevingstemperatuurbeveiliging
Er14
Omgevingstemperatuur bij uitlaat te laag
voor koelingsmodus
Er15
Waterinlaattemperatuursensor storing
Er16
Buitenspiraaltemperatuurfout
Er18
Geventileerde luchttemperatuur storing
Indien deze fout 3 keer binnen 30 minuten
optreedt, moet u de pomp uitschakelen
om de fout te wissen.
Er20
Invertermodulebeveiliging
Er21
Omgevingstemperatuurfout
Er27
Wateruitlaatsensor storing
Er29
Fout achtertemperatuursensor
Te weinig koudemiddelgas
Defecte 4-wegklep
Lagedrukschakelaar losgekoppeld of
defect
Los contact
Bedrade afstandsbediening defect
Defect moederbord
Los contact
Invertermodule defect
Defect moederbord
Te geringe waterstroom
Te weinig koudemiddelgas
De omgevingstemperatuur valt buiten
het bedrijfstemperatuurbereik van de
unit
De sensor is niet normaal of te
dicht bij de oppervlakte van de
warmtewisselaar
Te geringe waterstroom
Sensor losgekoppeld of defect
Sensor losgekoppeld of defect
Sensor losgekoppeld of defect
Invertermodule defect
Compressor defect
Sensor losgekoppeld of defect
Sensor losgekoppeld of defect
Sensor losgekoppeld of defect
Het koudemiddelvolume
controleren en aanpassen
De 4-wegklep vervangen
Lagedrukschakelaar weer
aansluiten of vervangen
Bedradingsaansluitingen
controleren tussen afstandsbediening
en moederbord
Afstandsbediening vervangen
Moederbord vervangen
Bedradingsaansluitingen
controleren tussen moederbord en
invertermodule
Invertermodule vervangen
Moederbord vervangen
De foutcode verdwijnt na 3 minuten
en de unit zal opnieuw beginnen
werken.
Het koudemiddelvolume
controleren en aanpassen
Het apparaat valt stil (even geduld)
De omgevingstemperatuursensor
in de juiste positie zetten
De werking van de waterpomp
en de openingen van de inlaat-/
uitlaatomloopkleppen controleren
Sensor weer aansluiten of
vervangen
Sensor weer aansluiten of
vervangen
Sensor weer aansluiten of
vervangen
Invertermodule vervangen
Compressor vervangen
Sensor weer aansluiten of
vervangen
Sensor weer aansluiten of
vervangen
Sensor weer aansluiten of
vervangen
NL
22