Optionele Accessoires - Nice Era Fit S Instructions And Warnings For Installation And Use

Tubular motor
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
6

OPTIONELE ACCESSOIRES

6.1 - Klimaatsensoren voor wind, zon, regen
(alleen de modellen uitgerust met draadloze aansluiting naar
de motor)
De klimaatsensoren van de series NEMO en VOLO (alleen de modellen met radio-
aansluiting) zorgen ervoor dat het scherm (of het rolluik) automatisch beweegt op
basis van de weersomstandigheden. Waarschuwingen – de activeringsdrempels
"zon" en "wind" kunnen alleen in de klimaatsensor worden afgesteld. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de sensor.
6.1.1 - Definities en conventies
• Handmatige instructie "Zon aan" = hiermee wordt de ontvangst door de motor
van automatische instructies die door de "Zon"-sensor worden verzonden, inge-
schakeld, als deze deel uitmaakt van de installatie. Gedurende de periode waarin
de ontvangst ingeschakeld is, kan de gebruiker op elk gewenst moment handma-
tige instructies verzenden: deze hebben voorrang op de automatische werking van
de automatisering.
• Handmatige instructie "Zon uit" = hiermee wordt de ontvangst door de motor
van automatische instructies die door de "Zon"-sensor worden verzonden, uitge-
schakeld, als deze deel uitmaakt van de installatie. Gedurende de periode waarin
de ontvangst uitgeschakeld is, werkt de automatisering alleen op basis van hand-
matige instructies die door de gebruiker worden verzonden. De sensoren "Wind"
en "Regen" kunnen niet worden uitgeschakeld, aangezien deze dienen ter be-
scherming van de automatisering tegen het effect van wind en regen.
• Intensiteit "Boven drempel" van zon/regen = conditie waarbij de intensiteit van
de atmosferische conditie hoger is dan de waarde die is ingesteld als drempel.
• Intensiteit "Onder drempel" van zon/regen = conditie waarbij de intensiteit van
de atmosferische conditie nul tot half zo groot is als de waarde die is ingesteld als
drempel.
• "Windbescherming" = conditie waarbij het systeem alle instructies voor het ope-
nen van het scherm (of het rolluik) tegenhoudt vanwege de windintensiteit "Boven
drempel".
• "Aanwezigheid regen" = conditie waarbij het systeem detecteert dat er sprake is
van regen, in tegenstelling tot de eerder geldende conditie "afwezigheid regen".
• "Handmatige instructie" = instructie voor Omhoog, Omlaag of Stop, door de
gebruiker via een zender verzonden.
6.1.2 - Gedrag van de motor bij aanwezigheid van klimaatsen-
soren
6.1.2.1 - Gedrag van de motor bij aanwezigheid van de sensor "Zon" (afb. 7)
Wanneer de intensiteit van het zonlicht tot boven de drempel stijgt, voert de motor
2 minuten nadat deze conditie van kracht is geworden op autonome wijze een ma-
noeuvre Omlaag uit. Wanneer de intensiteit van het zonlicht tot onder de drempel
daalt, voert de motor 15 minuten nadat deze conditie van kracht is geworden op au-
tonome wijze een manoeuvre Omhoog uit. Opmerkingen – Tijdelijke dalingen van
de intensiteit van het zonlicht, die minder dan 15 minuten duren, worden niet opge-
merkt. De handmatige instructies van de gebruiker blijven altijd actief en worden toe-
gevoegd aan de instructies die automatisch door het systeem worden gegenereerd.
6.1.2.2 - Gedrag van de motor bij aanwezigheid van de sensor
"Regen" (afb. 8)
De regensensor kent twee statussen: "aanwezigheid regen" en "aanwezigheid re-
gen". Wanneer de motor de informatie "aanwezigheid regen" ontvangt, wordt de
instructie geactiveerd die in de motor voor die status is geprogrammeerd (bijvoor-
beeld scherm of rolluik sluiten). De regensensor wordt uitgeschakeld nadat deze
heeft vastgesteld dat het gedurende ten minste 15 minuten niet geregend heeft.
De handmatige instructies van de gebruiker blijven altijd actief en worden toege-
voegd aan de instructies die automatisch door het systeem worden gegenereerd.
Indien er dus een handmatige instructies wordt verzonden die in tegenspraak is met
de voorafgaande automatische instructie, dan voert het systeem de manoeuvre uit
en wordt er tegelijkertijd een timer ingesteld zodat de geprogrammeerde automati-
sche instructie (bijvoorbeeld scherm of rolluik sluiten) na 15 minuten opnieuw wordt
gegenereerd.
Voorbeeld: 1. Het scherm (of het rolluik) is open. 2. Het begint te regenen... 3. Het
scherm (of het rolluik) wordt automatisch door het systeem gesloten. 4. Na enkele
minuten (het regent nog steeds) geeft de gebruiker een instructie voor het openen
van het scherm (of het rolluik). 5. Na 15 minuten vanaf het moment van openen (het
regent nog steeds) wordt het scherm (of het rolluik) automatisch door het systeem
gesloten. 6. Het houdt op met regenen. 7. Het regent al ten minste 15 minuten niet
meer: de gebruiker geeft opnieuw een instructie voor het openen van het scherm (of
het rolluik). 8. Het scherm (of het rolluik) blijft open.
6.1.2.3 - Gedrag van de motor bij aanwezigheid van de sensor "Wind" (afb. 9)
Wanneer de intensiteit van de wind tot boven de drempel stijgt, schakelt het systeem
de windbescherming in en wordt het scherm (of het rolluik) automatisch gesloten.
Wanneer de windbescherming ingeschakeld is, worden de handmatige instructies
uitgeschakeld en kan het scherm (of het rolluik) niet worden geopend. Wanneer de
blokkeringsperiode afloopt, kunnen er weer handmatige instructies worden gegeven
en na 15 minuten wordt de automatische werking hervat.
6.1.2.4 - Prioriteiten van de atmosferische condities en de prioriteiten van de
sensoren "Zon", "Regen" en "Wind"
De volgorde van de prioriteit van de atmosferische condities is als volgte: 1) - wind,
2) - regen, 3) - zon. Wind heeft een hogere prioriteit dan de andere twee atmosferi-
sche condities.
Bijvoorbeeld:
1. Op een mooie zonnige dag ligt de intensiteit van het licht boven de drempel-
waarde; de sensor zorgt ervoor dat het scherm (of het rolluik) automatisch wordt
geopend.
2. Het begint te regenen op de sensor; het systeem heft de bestaande zonconditie
op en geeft de instructie af die voorzien is voor de nieuwe conditie van regen.
3. Het begint harder te waaien en de intensiteit van de wind stijgt tot boven de
drempelwaarde; de motor schakelt de automatische reeks voor regen uit en geeft
een instructie voor een maneouvre Omhoog (het scherm, of het rolluik, wordt
door het systeem op sluitstand "0" geblokkeerd en dit blijft het geval zolang de
intensiteit van de wind hoger ligt dan de drempelwaarde).
4. De windsterkte neemt af en daalt tot onder de drempelwaarde; na ongeveer 10
minuten vervalt de windalarmconditie; als op dit moment de conditie "regen aan-
wezig" nog van kracht is, wordt de regensensor opnieuw geactiveerd en wordt
de corresponderende manoeuvre uitgevoerd.
5. Wanneer de sensor de conditie "regen afwezig" detecteert, wordt de sensor
"zon" weer ingeschakeld en als de intensiteit van het licht boven de drempel-
waarde valt, wordt het scherm (of het rolluik) geopend.
6. Wanneer de intensiteit van het licht tot onder de drempelwaarde daalt, wordt er
na ongeveer 15 minuten een instructie voor een manoeuvre Omhoog afgegeven.
6.1.2.5 - Door de gebruiker verzonden instructies voor
"Zon aan" en "Zon uit"
De gebruiker kan de ontvangst door de motor van automatische instructies die door
de in de installatie aanwezige klimaatsensoren worden verzonden, inschakelen ("Zon
aan") of uitschakelen ("Zon uit"). Als op het moment waarop de instructie "Zon aan"
wordt verzonden, de intensiteit van het zonlicht boven de drempelwaarde ligt, geeft
het systeem een instructie af voor het openen van het scherm (of het rolluik); als de
sensor op dat moment daarentegen al actief is, zal het systeem de sensor uit- en
vervolgens weer inschakelen, zodat de algoritmen opnieuw worden opgestart, met
onmiddellijke ingang.
Als er op het moment waarop de instructie "Zon aan" wordt verzonden, geen mane-
ouvre voorzien is, bevestigt de motor de ontvangst van de instructie door 2 bewe-
gingen uit te voeren. Als de intensiteit van het zonlicht op datzelfde moment onder
de drempelwaarde ligt en opening van het scherm (of het rolluik) niet toegestaan is,
zal de motor een instructie voor het sluiten van het scherm (of het rolluik) afgeven,
wat aansluit bij de bestaande conditie. Als er geen sprake is van condities die een
manoeuvre nodig maken (bijvoorbeeld omdat het scherm of het rolluik gesloten is
en de zon niet schijnt), dan zal de motor bij ontvangst van de instructie "Zon aan" 2
bewegingen uitvoeren om de ontvangst van de instructie te bevestigen. Door ver-
zending van de instructie "Zon uit" wordt de automatische beweging van het scherm
(of het rolluik) geblokkeerd in verband met de zonconditie. De automatisering zal
dus alleen in handmatige modus werken. Waarschuwing – De sensoren "wind" en
"regen" kunnen niet worden uitgeschakeld.
Nederlands – 12

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Era fit seriesEra fit mEra fit l

Table of Contents