Als de oorzaak van het in werking treden
niet gevonden kan worden dient er contact
opgenomen te worden met uw Verkoper.
8.6
VERVANGING LAMPEN
8.6.1 Type "I" - Gloeilampen
• De koplampen (18W) zijn door middel
van een bajonetfitting in de lamphouder
gedraaid. De lamphouder kan verwijderd
worden door deze met behulp van een
tang tegen de klok in te draaien (afb. 42)
8.6.2 Type "I" - LED-lampen
• Draai de ringmoer (afb. 42.A) los en
verwijder de connector (afb. 42.B).
Demonteer de LED-verlichting
(afb. 42.C) die met de schroeven
bevestigd (afb. 42.D) is.
8.7
ACHTERAS
• Deze bestaan uit een verzegelde eenheid
en vragen geen onderhoud.; de eenheid is
voorzien van een permanente smering die
geen vervanging of aanvulling behoeft.
9. STALLING
Wanneer de machine gedurende meer dan
30 dagen opgeborgen moet worden:
1. Laat de motor afkoelen
2. Maak de kabels van de accu los en bewaar
de accu op een frisse en droge plek.
3. Ledig de brandstoftank (par. 7.2.2) en volg de
instructies van de handleiding van de motor.
4. Reinig de machine zorgvuldig.
5. Controleer of de machine geen schade
vertoont. Contacteer, indien nodig,
het geautoriseerde dienstcentrum.
6. De machine opbergen:
– met de snijgroep omlaag
– in een droge ruimte
– beschermd tegen slechte
weersomstandigheden
– indien mogelijk bedekt met
een doek (par. 15.4)
– buiten bereik van kinderen.
– na zich ervan verzekerd te hebben
de sleutels of werktuigen die voor
het onderhoud gebruikt werden,
verwijderd te hebben.
Wanneer de machine weer in
werking gezet wordt:
• controleer of er uit de slang, de benzinekraan
en de carburateur geen benzine lekt.
• bereid de machine voor zoals aangegeven
in hoofdstuk "6. Gebruik van de machine".
10. HANTERING EN TRANSPORT
• Wanneer men de machine
hanteert, moet men:
– de snij-inrichting uitschakelen;
– de snijgroep in de hoogste stand zetten;
– de motor uitschakelen;
• Wanneer men de machine met een wagen
of aanhangwagen vervoert, moet men:
– opritten gebruiken met geschikte
weerstand, breedte en lengte;
– de machine laden met de motor
uitgeschakeld, met de contactsleutel
uit het stopcontact van de machine,
zonder bediener, duwend, en met
een geschikt aantal personen;
– de brandstofkraan sluiten (indien voorzien).
– de snijgroep omlaag brengen;
– de handrem aantrekken;
– de machine zo plaatsen dat ze
geen gevaar veroorzaakt;
– ze stevig aan het vervoersmiddel
bevestigen met koorden of kettingen
om te vermijden dat ze kantelt en zo
eventueel beschadigd kan worden of
dat er brandstof zou kunnen lekken.
11. ASSISTENTIE EN HERSTELLINGEN
Deze handleiding verstrekt alle gegevens
die u nodig hebt om de machine te kunnen
gebruiken en om er op de juiste manier
eenvoudige onderhoudswerkzaamheden
aan te kunnen verrichten, die de gebruiker
zelf kan uitvoeren. Alle afstellingen en
onderhoudshandelingen die niet beschreven zijn
in deze handleiding moeten uitgevoerd worden
door uw Verkoper of in een gespecialiseerd
Centrum dat beschikt over de nodige kennis
en uitrustingen om de werken correct uit te
voeren, met respect voor het oorspronkelijk
niveau van veiligheid van de machine.
Handelingen die in niet geschikte structuren
of door onbekwame personen uitgevoerd
werden, doen elke vorm van garantie en
alle verplichtingen of aansprakelijkheid
van de Fabrikant vervallen.
NL - 23