Het Product Gebruiken; Opstarten - EcoFlow Smart Generator User Manual

2.4 Het product gebruiken

Gevaar
Lees vóór gebruik de veiligheidsrichtlijnen.
Gebruik de generator niet in een afgesloten ruimte, aangezien u door de uitlaatgassen het bewustzijn kunt
verliezen en dit zelfs de dood tot gevolg kan hebben. Gebruik het apparaat op een goed geventileerde plaats.
Sluit de AC-uitgang niet aan op elektrische apparatuur voordat u de generator start.
Tips: De generator kan worden gebruikt tussen -15 °C en 40 °C (5 °F-104 °F). De generator kan op nominaal
vermogen werken onder standaard atmosferische omstandigheden ("standaard atmosferische omstandigheden" -
omgevingstemperatuur 25 °C (77 °F) - atmosferische druk 100 KPA - relatieve vochtigheid 30%). Wanneer de
temperatuur, vochtigheid en hoogte de standaard atmosferische omstandigheden overschrijden, daalt het vermogen
van de generator. Als de generator gedurende langere tijd wordt gebruikt in een omgeving met hoge temperaturen
(warmer dan 95 °F/35 °C), heeft dit invloed op de levensduur van de generator en de ingebouwde batterij. Als de
generator in een kleine ruimte wordt gebruikt, beïnvloedt dit de koeling en moet de belasting worden verlaagd.

2.4.1 Opstarten

1. Draai de knop van de ontluchtingsklep van de
brandstofdop naar "ON" (AAN).
De generator kan op een van de volgende vier manieren worden gestart:
a) Elektrische startschakelaar
Houd de elektrische startschakelaar 2 seconden ingedrukt om het
opstartprogramma uit te voeren en de generator op te starten.
Tips: Om de batterij te sparen, wordt de voeding na 3 minuten uitgeschakeld
als de motorschakelaar in de stand "ON" (AAN) staat en de generator
niet start. Het display wordt dan uitgeschakeld. Druk in deze situatie op
de startknop om het scherm te activeren en vervolgens de elektrische
startschakelaar weer in te schakelen.
b) Handmatig starten
Trek aan de handmatige startgreep tot de lijn strak zit en druk er met kracht op.
Tips: Wanneer u de generator handmatig start, moet u deze stil houden om te voorkomen dat deze kantelt of
omvalt tijdens het trekken en duwen.
c) Zelfstart, zie paragraaf 2.4.4
d) Met de app starten, zie paragraaf 2.4.5
Tips: Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C (32°F), moet de motor drie minuten opwarmen nadat
hij is gestart. Gedurende deze tijd mag er geen lading plaatsvinden.
2. Zet de motorschakelaar in de
stand "ON" (AAN).
Handmatig starten
9