Kärcher B 250 R Instructions Manual page 63

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 17
Turbinefilter controleren
LET OP
Beschadigingsgevaar voor de zuigturbine
bij werking zonder turbinefilter.
 Voor de inbedrijfstelling van het appa-
raat controleren of het turbinefilter in het
deksel van het vuilwaterreservoir aan-
wezig is, correct is gemonteerd en zich
in een goede toestand bevindt.
 Beschadigd turbinefilter vervangen.
Bedrijfsstoffen vullen
Reinigingsmiddel
LET OP
Beschadigingsgevaar. Gebruik uitsluitend
aanbevolen reinigingsmiddelen. Bij gebruik
van andere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant het verhoogde risico wat betreft
de bedrijfsveiligheid en het ongevalgevaar.
Gebruik enkel reinigingsmiddelen die vrij
zijn van oplosmiddelen, zout- en fluorzuut.
VOORZICHTIG
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Instructie:
Gebruik geen sterk schuimende reinigings-
middelen.
Aanbevolen reinigingsmiddelen:
Gebruik
Onderhoudsreiniging van
alle waterbestendige vloe-
ren
Onderhoudsreiniging van
blinkende oppervlakken
(bijv. Granit)
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van industriële
vloeren
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van fijne stenen
tegels
Onderhoudsreiniging van
stenen in de sanitaire sector
Reiniging en ontsmetting in
de sanitaire sector
Reiniging van alle alkalibe-
stendige vloeren (bijv. PVC)
Reiniging van linoleumvloe-
ren
Schoon water
 Deksel van het schoonwaterreservoir
openen.
 Schoonwater (maximum 60 °C) tot onder
de bovenkant van het reservoir vullen.
 Vullen met reinigingsmiddel.
 Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Instructie:
Vul het schoonwaterreservoir voor de eer-
ste inbedrijfstelling volledig om het water-
leidingsysteem te ontluchten.
Met vulautomatiek verswatertank (optie)
Instructie:
Aanbevolen wordt een slang met
aquastopkoppeling op de zijkant van het
apparaat te gebruiken. Daardoor wordt het
wegspuiten van water bij het erafhalen na
het vulproces geminimaliseerd.
 Slang met de vulautomaat verbinden
en watertoevoer (max. 60 °C, max. 5
bar) openen.
 Kort wachten, de vulautomaat onder-
breekt de watertoevoer als de tank vol is.
 Watertoevoer dichtdraaien en slang
weer van het apparaat nemen.
Doseerinrichting (Optie)
Aan het schoon water wordt op de weg
naar de reinigingskop door een doseerap-
paraat reinigingsmiddel toegevoegd.
Instructie:
Met de doseerinrichting kan maximum 3%
reinigingsmiddel gedoseerd worden. Bij
een hogere dosering moet het reinigings-
middel in het schoonwaterreservoir gego-
ten worden.
LET OP
Gevaar voor verstopping door opgedroogd
reinigingsmiddel bij toevoeging van het rei-
nigingsmiddel in het schoonwaterreservoir
van de variant Doos. De debietmeter van
de doseerinrichting kan verkleven door op-
gedroogd reinigingsmiddel en het functio-
neren van de doseerinrichting verhinderen.
Schoonwatertank en apparaat vervolgens
spoelen met zuiver water. Voor het spoelen
reinigingsprogramma met opdracht voor
water op de programmakeuzeschakelaar
Reinigings-
instellen. Waterhoeveelheid op de hoogste
middel
waarde instellen, reinigingsmiddeldosering
RM 745
op 0% zetten
RM 746
 Container met reinigingsmiddel in de
kuip achter de stoel plaatsen.
RM 755 ES
 Deksel van de container afschroeven.
 Zuigslang van de doseerinrichting in de
container steken.
RM 69 ASF
Instructie:
– Het apparaat beschikt over een vers-
waterniveau-indicatie op het display. Bij
RM 753
een leeg schoonwaterreservoir wordt
de dosering van het reinigingsmiddel
uitgezet. De reinigingskop werkt zonder
RM 751
vloeistoftoevoer verder.
– Bij een leeg reinigingsmiddelvat wordt
RM 732
de toevoeging eveneens stopgezet. Op
het display verschijnt een instructie-
symbool. De reinigingskop krijgt alleen
RM 752
nog schoon water toegevoerd.
RM 754
Vegen (enkel B 250 RI)
De veeginstallatie neemt losse rommel van
de grondreiniging op.
LET OP
Beschadigingsgevaar van de veeginstalla-
tie.
– Geen verpakkingsbanden, metaal-
draad of iets dergelijks opvegen.
– Met de B 250 RI mogen enkel treden tot
max. 2 cm bereden worden.
– Verstoppings- en verontreiningingsge-
vaar voor het stoffilter. Veeginstallatie
voor het vegen van droge oppervlakten
toepassen.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar!
Zuigturbine, zijbezems en filterreiniging lo-
pen na het uitschakelen na.
 Schakelaar "Vegen" inschakelen.
De veeginstallatie wordt geactiveerd.
6
-
NL
Grofvuilklep
Voor het opvegen van grotere voorwerpen
(tot een hoogte van ca. 6 cm) kan de grof-
vuilklep gebruikt worden.
GEVAAR
Verwondingsgevaar door weggeslingerde
rommel: Grofvuilklep alleen gebruiken,
wanneer er geen personen in de buurt zijn.
 Pedaal voor het optillen van de grof
vuilklep induwen.
Instructie:
Bij het inschakelen van de grofvuilklep ver-
mindert de veegwerking van de stofzuiger.
Daarom dient men de grofvuilklep alleen te
gebruiken wanneer dit noodzakelijk is.
Vegen beëindigen
 Schakelaar "Vegen" op "0" zetten.
De veeginstallatie wordt gedeactiveerd. Na
het beëindigen van het vegen wordt het
stoffilter ca. 15 seconden lang gereinigd.
Parameters instellen
Met gele Intelligent Key
In het apparaat zijn de parameters voor de
verschillende reinigingsprogramma's voor-
af ingesteld.
In functie van de autorisatie van de gele In-
telligent Key kunnen afzonderlijke parame-
ters gewijzigd worden.
De verandering van de parameters werkt
slechts zolang tot het apparaat opnieuw
wordt gestart.
Wanneer parameters permanent moeten
worden gewijzigd, moet de instelling met
de een grijze Intelligent Key in het menu
"Basisinstelling" worden uitgevoerd. Het in-
stellen is in het hoofdstuk "Grijze Intelligent
Key" beschreven.
Instructie:
Alleen voor R-reinigingskop: Bijna alle dis-
playteksten voor het instellen van de para-
meters spreken voor zich. De enige uitzon-
dering is de parameter FACT:
– Fine Clean: laag borsteltoerental voor
de verwijdering van cementsluier op
steengoed.
– Whisper Clean: gemiddeld borsteltoe-
rental voor de onderhoudsreiniging met
een lager geluidsniveau.
– Power Clean: hoog borsteltoerental
voor het polijsten, kristalliseren en ve-
gen.
 Programmakeuzeschakelaar op het ge-
wenste reinigingsprogramma draaien.
 Infoknop indrukken.
 De infoknop draaien totdat de gewens-
te parameter getoond wordt.
 Infotoets indrukken – de ingestelde
waarde knippert.
 Gewenste waarde door draaien van de
Infoknop instellen.
 Veranderde instelling door indrukken
van de Infobutton bevestigen of wach-
ten tot de ingestelde waarde na 10 se-
conden automatisch overgenomen
wordt.
63

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

B 250 ri

Table of Contents