Grundfos CIU Installation And Operating Instructions Manual page 66

4.3 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient door een erkend
installateur te worden uitgevoerd volgens de plaatse-
lijk geldende voorschriften.
Waarschuwing
Voordat u begint aan de elektrische
aansluiting, dient u er zeker van te zijn
dat de voedingsspanning naar de pomp
is uitgeschakeld en niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld.
Waarschuwing
van toepassing op voedingsspannin-
gen boven 30 V
In de installatie moet een stroomonder-
breker opgenomen zijn om de netvoe-
ding uit te schakelen. Deze dient zich
dicht bij de CIU unit te bevinden en
gemakkelijk toegankelijk te zijn voor de
bediener. Deze dient als stroomonder-
breker voor de CIU unit aangeduid te
zijn. De stroomonderbreker dient over-
eenkomstig IEC 60947-1 en IEC 60947-3
te zijn.
Waarschuwing
Kortssluitbeveiliging:
De CIU unit moet tegen kortsluiting
worden beveiligd d.m.v een zekering in
overeenstemming met lokale en natio-
nale regelgeving.
Voedingsspanning naar de CIU unit:
Voorzichtig
24-240 VAC/VDC – 10 %/+ 15 %.
Als de CIU unit is bevestigd op een DIN-
rail ZONDER aarding of aan een wand,
N.B.
moet deze via een aardeklem met de
aarde worden verbonden. Zie afb. 4,
pos. 4.
Om te zorgen voor stabiele en betrouw-
bare communicatie, moet de afge-
Voorzichtig
schermde kabel voor GENIbus aanslui-
ting altijd op de aardeklem worden
aangesloten. Zie afb. 5, pos. 4.
4.3.1 Aansluiting van voedingsspanning en
GENIbus
Waarschuwing
De CIU unit en GENIbus mogen alleen
worden aangesloten op SELV of SELV-E
circuits.
1. Verwijder de deksel.
2. Sluit de voedingsspanning aan op de CIU unit
(afb. 4, pos. 1, 2 en 3).
3. Maak de aardeklem los (afb. 5, pos. 4).
4. Sluit de geleiders aan op klemmen A, Y en B
(fig. 5, pos. 1, 2 en 3).
66
/ 60 VDC:
RMS
5. Sluit de afgeschermde kabel onder de aardeklem
aan en draai de aardeklem vast (afb. 5, pos. 4).
6. Sluit de netwerkkabel op de CIM module aan.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de
CIM module in kwestie.
7. Bevestig de deksel.
4
Afb. 4 Elektrische aansluiting en aarding
Pos. Beschrijving
1 Beveiligende aardeklem
2 Neutrale klem
3 Faseklem
4 Aardeklem
4 1 2 3
Afb. 5 GENIbus aansluiting
Pos. Aanduiding
1 A
2 Y
3 B
4 –
1 2 3
Beschrijving
GENIbus klem A
(positief datasignaal)
GENIbus klem Y
GENIbus klem B
(negatief datasignaal)
Aardeklem