Hach Ultra Low Range CL17sc User Manual page 205

Hide thumbs Also See for Ultra Low Range CL17sc:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
4. Klik op de link voor de SC Controller-software.
5. Sla de bestanden op een SD-kaart op.
6. Installeer de bestanden op de SC-controller. Raadpleeg de installatie-instructies voor de software
die bij de softwarebestanden zijn meegeleverd.
Hoofdstuk 4 Configuratie
4.1 Stap 10: De analyser configureren
Stel de naam van de analyser, de meeteenheden, het signaalgemiddelde, de bubbelafwijzing, de
instelwaarden voor het chlooralarm en de instelwaarde voor het chloorblootstellingsalarm in.
1. Druk op menu en selecteerSONDE SETUP > [selecteer analyser] > CONFIGUREREN.
2. Selecteer en configureer elke optie.
Optie
WIJZIG NAAM
EENHEID
GEM. SIGNAAL
BELLEN
Beschrijving
Hiermee stelt u de naam van de analyser in. De naam van de analyser
wordt weergegeven op het display van de controller en in de
logbestanden.
Stelt de meeteenheden in die op het display worden weergegeven.
Opties: ppb (standaard) of ppm
Hiermee stelt u het aantal metingen in dat wordt gebruikt voor het
berekenen van de gemiddelde meetwaarde die op het display wordt
weergegeven. Opties: 1 (standaard), 2, 3 of ONREG WAARDE.
Wanneer GEM. SIGNAAL is ingesteld op 1, wordt signaalmiddeling
uitgeschakeld.
Wanneer GEM. SIGNAAL is ingesteld op 2 of 3, wordt een gemiddelde
waarde weergegeven op het display. De meting op het display is
bijvoorbeeld gelijk aan de laatste plus de vorige meting gedeeld door
twee wanneer GEM. SIGNAAL is ingesteld op 2.
Wanneer GEM. SIGNAAL is ingesteld op ONREG WAARDE, weigert de
analyser een waarde die ongewoon hoger of lager is dan de laatste
waarden. Wanneer een meetwaarde wordt afgewezen, wordt de laatste
goede meetwaarde op het display weergegeven en opgeslagen in het
gegevenslogboek. Er worden niet meer dan drie opeenvolgende
metingen afgewezen.
Het signaalgemiddelde corrigeert voor onjuiste meetschommelingen die
worden veroorzaakt door luchtbellen en/of grotere deeltjes in het
monster.
Hiermee schakelt u de bubbelafwijzing in of uit (standaard). Stel
BELLEN in op AAN (aan) om ruis als gevolg van luchtbellen in het
monster te verminderen. Luchtbellen in het monster kunnen ertoe leiden
dat de waarden niet stabiel zijn.
Nederlands 205

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents