Rijmodus; A) Algemeen; B) Effect Van De Rijstijl Op De Afzonderlijke Onderdelen - Reely ROAD Earth Crusher Operating Instructions Manual

1:8 gp monstertruck 4wd
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages



7. Rijmodus

a) Algemeen

Maak het mengsel weer rijker door de hoofdsproeier bij te stellen, maar laat het mengsel zo arm dat het modelvoertuig optimaal loopt.
Let op!
Het is zeer belangrijk dat het mengsel niet te arm wordt! Denk eraan dat de smering van de motor bij de tweetaktmotor door de olie in de brandstof
gebeurt. Te weinig olie in het lucht/brandstofmengsel zal oververhitting van de motor en het vastlopen van de zuiger door een gebrekkige smering
tot gevolg hebben.
Tijdens het gebruik moet er steeds een lichte witte rookpluim uit de uitlaat komen. Indien niet moet u de motor onmiddellijk stoppen en het mengsel verrijken.
Let er verder op dat de cilinderkop voldoende door lucht omstroomd wordt om oververhitting te voorkomen. Maak eventueel een uitsnijding in de
carrosserie.
De optimale bedrijfstemperatuur van de motor bedraagt ca. 100 - 120°C. Controleer de temperatuur met een druppel water op de koelkop: als het water
onmiddellijk verdampt, is de motor te warm. Bij een juiste bedrijfstemperatuur zal het water na 3 - 4 seconden verdampen.
Zorg ervoor dat de zender- en ontvangeraccu´s volledig opgeladen zijn.
Controleer de reikwijdte van de afstandsbediening en de functie van de RC-installatie.
Laat het modelvoertuig indien mogelijk steeds met een hoog toerental rijden! Als u langzaam wilt rijden, vermijd dan kort en heftig gas geven!
Vermijd veelvuldig langzaam rijden met een slippende koppeling!
Rijd steeds alleen als de carrosserie geplaatst is. Zo beschermt u zichzelf tegen verbrandingen als u de motor en het spruitstuk per ongeluk
aanraakt en worden de componenten tegen opstuivende steentjes beschermd.
Denk eraan dat de bediening van afstandsbediende modelvoertuigen geleidelijk aan geleerd moet worden. Begin met eenvoudige oefeningen (bv.
bochtjes rijden). Gebruik pionnen of racing-discs om een bepaalde route af te bakenen.
Maak u vertrouwd met het bochtgedrag van het voertuig. Oefen het sturen terwijl het voertuig naar u toe rijdt!

b) Effect van de rijstijl op de afzonderlijke onderdelen

Motor
De FORCE-verbrandingsmotor van het model is luchtgekoeld. Dit betekent dat de rijwind voor de koeling van de motor moet zorgen (rijwindkoeling).
Vermijd daarom, als het mogelijk is, om het voertuig te versnellen met veelvuldige en heftige wisselingen van de snelheid (door kort stotend gas te geven vanuit
een laag toerentalbereik en vervolgens met rukken het toerental terug te nemen). De kortstondige hoge toerentallen verhitten de motor zeer zonder dat er een
evenredige koeling door de rijwind gebeurt zoals het geval zou zijn bij een constant rijden met een hoog toerental (hoge snelheid).
Als gevolg van de oververhitting van de motor kan de zuiger in de glijlagerbus blijven steken en kan de aandrijving abrupt blokkeren. Hierdoor kan er gevolgschade
in de volledige aandrijving ontstaan.
Als u met lagere snelheid rijdt, rijd dan met een toerental dat overeenkomt met de gewenste snelheid.
Maar:
bij een constante langzame snelheid krijgt de motor weliswaar nog koeling door de rijwind, maar kan er schade aan de koppeling (slijtage,
oververhitting door slippende koppeling) ontstaan.
Koppeling
Bij stationair toerental grijpt de koppeling nog niet. Het model blijft met lopende motor stil staan.
Bij een langzame verhoging van het toerental „sleept" de koppeling. Het voertuig trekt op resp. rijdt langzaam. Net als bij een gewone personenauto kan een
langdurig laten slippen van de koppeling ertoe leiden dat de koppelingsbekleding „in rook opgaat" resp. „afbrandt".
Pas bij een hoger motortoerental "grijpt" de koppeling. Het motortoerental wordt zonder slip op de aandrijfstang overgebracht. De slijtage van de koppelingsbekleding
is nu het kleinst.
Veelvuldig heftig wisselen van de snelheid door kort stotend gas te geven en het toerental met een ruk terug te nemen vermindert eveneens de
levensduur van de koppelingsbekleding. Met het kort stotend gas geven en bij het laten slippen van de koppeling bereikt u weliswaar een langzame
rijsnelheid, maar dit gaat ten koste van de koppeling.
Kogellagers
Het oververhitten van de motor en/of de koppeling heeft ook een effect op de lagers van de koppelingsklok.
Uitlopen en verharsen van het kogellagervet (drooglopen van de lagers) en verschillend uitzetten van de kogels en van de loopkooi leiden bij te grote oververhitting
tot vastlopen van de kogels.
Als de kogels niet meer vrij kunnen draaien, ontstaat er verlies van vermogen door wrijving en daarbij ook extra verhitting van de motoras.
102

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

23 68 24: arr23 68 22: rtr

Table of Contents