Officiële Test; Instellingen Voor Het Voertuig; Dimlicht Testen - Bosch HTD 8 Series Original Instructions Manual

nl 114 | HTD 8xx | Verklaring van de meetwaarden
5.7 Officiële test
De officiële test kan alleen gekozen worden als het kop-
lampinstelapparaat in een netwerk gebruikt worden. In
dit geval krijgt het apparaat de voertuiginstellingen van
de pc en schakelt het automatisch de officiële test in.
De gebruiker moet alle koplampen controleren. De soft-
ware geeft de volgorde van de verschillende tests aan.
5.7.1

Instellingen voor het voertuig

!
Apparaten met rolwagen moeten voor elke koplamp
afzonderlijk met de uitlijnlaser uitgelijnd worden.
!
De helling van de helder-donkergrens van de kop-
lampen met de geldende wetten volgens de ECE-
regeling overeenkomen:
$
Bij dimlichten die op een afstand tot max. 80 cm
van de grond aangebracht zijn, moet de helling
minstens 1% bedragen.
$
Bij dimlichten met een afstand van meer dan
80 cm moet de helling minstens 1,5 % bedragen.
i
Bij het testen van de rechter of linker koplamp altijd
van de rijrichting uitgaan.
Het menu "Instellingen" geeft de voertuigtypische
instellingen weer.
Fig. 26: Menu "Instellingen"
1. Voertuigtype:
$
Motorvoertuigen (auto en vrachtwagen):
twee koplampen
$
Motorvoertuig: een koplamp
$
Kleine motorfietsen: slechts een dimlicht
2. Koplamptype:
$
EU-asymmetrisch
$
EU-symmetrisch
$
UK
3. Lichttype:
$
Halogeen
$
Xenon
$
Bi-Xenon
$
LED
$
Bi-LED
|
1 692 104 611 2014-10-15
4. Helling van de koplamp: op het bovendeel van de
koplamp de helling van de helder-donkergrens afle-
zen die door de fabrikant aangegeven is (bijv. 1,2 %).
De waarde met de toetsen + en – instellen.
5. Hoogte van de lichtkast van de grond:
$
De gewenste waarde wordt links weergegeven.
$
De actuele hoogte wordt rechts weergegeven.
$
De actuele hoogte verschijnt in het rood, als deze
van de gewenste waarde afwijkt: met de toetsen +
en – instellen.
6. Als alle invoer correct is, met OK bevestigen.
7. Er verschijnt een vraag of de mistlampen getest
moeten worden.
Fig. 27: Vraag mistlamp
8. Als een mistlamp voorhanden is, de vraag met Ja
bevestigen. Als er geen mistlamp getest moet wor-
den, de vraag met Nee beantwoorden.
"
De officiële test kan nu gestart worden.
i
De testgegevens met de +/- toetsen aanpassen als de
voorgeschreven hellingshoek van de gegevens van de
fabrikant afwijkt.
5.7.2

Dimlicht testen

Het beeldscherm in Fig. 28 (voorbeeld) geeft de instel-
lingen voor het voertuig weer:
R
Voertuigtype met 2 koplampen
R
Koplamptype (dimlicht)
R
Zijde (rechts)
R
De beide lijnen boven de schaalindeling tonen de
toegestane tolerantiegrenzen van de koplamp
Robert Bosch GmbH