Voordat U Van Start Gaat - Matrix S-DRIVE PERFORMANCE TRAINER Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1

VOORDAT U VAN START GAAT

LOCATIE LOOPBAND
Plaats de loopband op een horizontaal, stabiel oppervlak en uit de buurt van rechtstreeks zonlicht. Intens uv-licht kan het plastic doen verkleuren.
Plaats uw loopband in een ruimte met koele temperaturen en een lage vochtigheidsgraad. Laat achter de loopband een vrije ruimte die minstens
zo breed is als de loopband en minstens 2000 mm (79") lang is. Deze zone mag geen hindernissen bevatten, zodat de gebruiker langs deze
weg het toestel kan verlaten. Met het oog op de toegankelijkheid moet aan beide zijden van de loopband een toegankelijke ruimte zijn van
minstens 600 mm (24"), zodat de gebruiker langs beide zijden bij de loopband kan. Plaats de loopband niet op een plaats waar deze ventilatie-
of luchtopeningen blokkeert. De loopband mag niet in een garage of overdekt terras, in de buurt van water of buiten worden geplaatst.
WAARSCHUWING!
Onze loopbanden zijn zwaar. Wees voorzichtig en vraag iemand u te helpen bij het verplaatsen om letsel en schade te
voorkomen.
DE LOOPBAND AANSPANNEN EN CENTREREN
Nadat de loopband in de gebruikspositie is geplaatst, moeten de spanning en centrering van de band worden
gecontroleerd. Na de twee eerste bedrijfsuren moet de band mogelijk worden afgesteld. Onder invloed van
de temperatuur, vochtigheidsgraad en het gebruik kan de band aan een wisselend tempo uitrekken. Als de
band begint te glijden wanneer er een gebruiker op staat, neem dan de onderstaande richtlijnen in acht.
1.
Zoek de twee zeskantbouten aan de achterkant van de loopband. De bouten bevinden
zich aan elk uiteinde van het frame aan de achterkant van de loopband. Met deze
bouten wordt de bandroller aan de achterkant afgesteld. Stel deze bouten pas af als de
loopband is ingeschakeld. Zo voorkomt u dat u ze aan één kant te sterk aanspant.
2.
De band moet aan iedere zijde op gelijke afstand van het frame staan. Als de band één kant
aanraakt, schakel de loopband dan niet in. Draai de bouten aan elke zijde ongeveer een volledige
slag naar links. Centreer de band handmatig door de band van de ene naar de andere zijde te
duwen totdat hij evenredig loopt met de zijrails. Draai de bouten even ver vast als toen de gebruiker
ze heeft losgedraaid, ongeveer een volledige slag. Controleer de band op beschadiging.
3.
Wandel aan ongeveer 5 km/u op de loopband en controleer de bandpositie. Als deze zich naar
rechts verplaatst, draai dan de rechterbout vast door deze een kwartslag naar rechts te draaien
en draai de linkerbout een kwartslag losser. Als deze zich naar links verplaatst, draai dan de
linkerbout vast door deze een kwartslag naar rechts te draaien en draai de rechterbout een
kwartslag losser. Herhaal stap 3 totdat de band een aantal minuten gecentreerd blijft.
4.
Controleer de spanning van de band. De band moet erg strak zijn. Als iemand op de band
wandelt of rent, mag deze niet haperen of glijden. Als dit wel het geval is, span de band dan
aan door beide bouten een kwartslag naar rechts te draaien. Herhaal dit indien nodig.
OPMERKING: kijk met behulp van de afdekplaat voor de voorzijde of de band
naar behoren is gecentreerd zoals wordt getoond. De band dient te worden
afgesteld totdat de rand van de band gelijkloopt met de afdekplaat.
OPGELET!
Ren niet sneller dan 5 km/u tijdens het centreren. Houd uw vingers, haar en kleding altijd uit de buurt
van de band.
HIERMEE DRAAIT U DE RECHTERKANT VAN
DE ROLLER VAST
DE BAND LOOPT TE VEEL NAAR RECHTS
0,3
(1
)
m
ft
0,6
0,6
0,6
m
m
(2
)
(2
)
(2
ft
ft
2
(79")
m
HIERMEE DRAAIT U DE LINKERKANT VAN DE
ROLLER VAST
DE BAND LOOPT TE VEEL NAAR LINKS
m
)
ft
27

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents