Talon AC3119E4 User Manual page 16

Gas chain saws
Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

3.
Neem het Lube Gun (apart verkrijgbaar), steek de
punt van de naald in het smeergat en spuit het vet in
totdat het langs de rand loopt (fig. 20).
4.
Draai de zaagketting met de hand verder. Herhaal de
procedure tot het hele tandwiel gesmeerd is.
Fig. 20
ONDERHOUD VAN HET ZWAARD:
De meeste problemen met het zwaard kunnen vermeden
worden door het zwaard goed te onderhouden.
Onvoldoende smering en een te strak gespannen ketting
doen het zwaard sneller slijten.
Om slijtage te beperken worden de volgende onderhou-
dsprocedures aanbevolen.
WAARSCHUWING!
Draag altijd stevige werkhand-schoenen tijd-
ens onderhoudswerk-zaamheden. Voer ge-
en onderhoud uit als de motor nog heet is.
DE KETTING SLIJPEN:
Om de ketting correct te kunnen slijpen, hebt u speciaal
gereedschap nodig. Alleen hiermee kunt u de juiste sta-
nd en diepte van de zaagtanden verkrijgen.
De onervaren gebruiker raden wij aan om zich voor het
slijpen van de ketting tot een deskundig reparatiecentrum
te wenden.
Wenst u uw ketting toch eigenhandig te slijpen, dan schaft
u zich best professioneel slijpmateriaal aan in een gespe-
cialiseerde winkel.
WAARSCHUWING!
Een slecht geslepen zaag verhoogt het
risico op terugslag.
Gebruik het juiste gereedschap om de ketting te
1.
slijpen:
- Ronde kettingvijl ∮4 mm
- Werkmal
- Kaliber om de zaagtanden te meten.
Dit gereedschap is verkrijgbaar in de betere
speciaalzaak.
.
2.
Een scherpe ketting geeft duidelijk herkenbare hout-
snippers. Als de machine zaagsel begint te produc-
eren is het tijd om de ketting te slijpen.
WAARSCHUWING!
Alle zaagtanden moeten dezelfde lengte
hebben. Tanden met verschillende lengtes
bezorgen de ketting een onregelmatige loop
en kunnen haar zelfs doen breken.
3.
De tandlengte moet minimaal 4 mm bedragen. Zodra
een tand korter wordt, moet de ketting worden
vervangen.
4 .
De hoek waaronder de tanden staan moet gerespe-
cteerd worden.
5.
Om een ketting te slijpen strijkt u 2 tot 3 keer met de
vijl langs de tanden, van binnen naar buiten.
WAARSCHUWING!
Nadat u de zaagtanden 3 tot 4 keer zelf hebt
geslepen, dient u de ketting door een bevo-
egde vakman te laten slijpen. Hij zal ook de
dieptesteller, die de afstand bepaalt, slijpen.
SLIJPEN VAN DE KETTING
De maat van de ketting ((Fig. 21) is 3/8" LoPro x 0,050".
Draag stevige werkhandschoenen terwijl u de ketting slijpt
en gebruik een ronde vijl met een middellijn van 4,8 mm.
Slijp de zaagtanden altijd door van binnen naar buiten te
vijlen (Fig. 22) en houd rekening met de waarden van
figuur 21.
Fig. 21
WAARSCHUWING!
Een scherpe ketting geeft duidelijk herkenb-
are houtsnippers. Als uw machine zaagsel
begint te produceren, is het tijd om de ketting
te slijpen.
Na het slijpen moeten alle zaagtanden dezelfde lengte en
breedte hebben.
Nadat u de ketting 3 of 4 keer hebt geslepen, is het tijd om
de hoogte van de schakels te controleren en ze zo nodig
te laten inkorten met een vlakke vijl en een los leverbare
mal. Daarna rondt u de hoek aan de voorzijde af (Fig. 23).
WAARSCHUWING!
Een juiste instelling van de diepte is even
belangrijk als een goed geslepen ketting.
Fig. 22
Fig. 23
ZWAARD- Het zwaard moet na 8 gebruiksuren telkens
omgekeerd worden zodat het gelijkmatig slijt.
Houd de groef in het zwaard en de smeeropening schoon
met behulp van het apart leverbare schoonmaakmiddel
(Fig. 24).
Controleer het zwaard geregeld op slijtage en verwijderi-
ndien nodig de bramen met een vlakke vijl. (Fig.25)
WAARSCHUWING!
Monteer nooit een nieuwe ketting op een
versleten tandwiel of een zelfinstellende ring.
29
NL
i F
. g
2
4
SLIJTAGE VAN HET ZWAARD - Keer het zwaard geregeld
om, bijvoorbeeld na 5 uur gebruik, om ervoor te zorgen dat
de boven- en onderkant gelijkmatig slijten. De oliegeleiders
op het zwaard moeten schoon worden gehouden zodat het
zwaard en de ketting goed gesmeerd blijven tijdens het werk.
OLIERESTEN - olieresten op het zwaard moeten verwij-
derd worden om het lubrificatie van de ketting en zwaard
gedurende het gebruik toe te laten.
OPMERKING: de toestand van de oliegeleiders is gema-
kkelijk te controleren. Als ze schoon zijn dan sproeit de
ketting automatisch wat olie nadat de zaag gestart is.
Uw zaag is uitgerust met een automatisch smeersysteem.
ONDERHOUD VAN DE KETTING
SPANNING VAN DE KETTING:
Controleer de spanning van de ketting geregeld en stel ze
vaak bij zodat de ketting goed over het zwaard blijft lopen.
Span de ketting echter niet zo hard aan dat u ze niet meer
met de hand kan rond trekken.
PROBLEEM
Motor start niet of slaat af.
De motor start, maar op laag
vermogen.
De motor aarzelt.
Geen vermogen onder belasting.
De motor draait onregelmatig.
De motor produceert veel rook.
WAARSCHUWING!
Neem maximum 3 schakels uit een ketting,
aangezien dit het tandwiel kan beschadigen.
EEN NIEUWE KETTINGZAAG IN GEBRUIK NEMEN:
Een nieuwe ketting moet al opnieuw worden afgesteld na
hooguit 5 sneden. Dit is normaal bij een nieuwe ketting.
Na verloop van tijd hoeft de ketting niet meer zo vaak
i F
. g
2
5
afgesteld te worden.
SMERING VAN DE KETTING:
Zorg ervoor dat het automatische smeersysteem altijd
goed werkt. De olietank moet gevuld zijn met Talon olie
voor de ketting, het zwaard en het tandwiel.
Het zwaard en de ketting moeten voldoende gesmeerd
worden om de wrijving te beperken.
Laat het zwaard en de ketting nooit droog staan.
Als u niet voldoende smeert, dan zal dit een negatief
effect hebben op de zaagprestaties en de levensduur van
de ketting Bovendien wordt de ketting hierdoor sneller bot
en raakt het zwaard gauw oververhit waardoor het sneller
slijt.
PROBLEMEN MET DE MOTOR OPLOSSEN
MOGELIJKE OORZAAK
Foute startprocedure.
Lees de instructies in de handleiding.
Laat de carburator afstellen in een
Foute afstelling van de carburator.
bevoegd reparatiecentrum.
Maak de bougie schoon of vervang hem.
Vuile bougie.
Brandstoffilter verstopt.
Vervang brandstoffilter.
Foute chokestand.
Zet de choke in BEDRIJF.
Vervuilde vonkenvanger.
Vervang de vonkenvanger.
Vuile luchtfilter.
Maak de luchtfilter schoon.
Laat de carburator afstellen in een
Foute afstelling van de carburator.
bevoegd reparatiecentrum.
Laat de carburator afstellen in een
Foute afstelling van de carburator.
bevoegd reparatiecentrum.
Bougie heeft verkeerde elektrodenaf-
Corrigeer de elektrodenafstand of
stand.
vervang de bougie.
Laat de carburator afstellen in een
Foute afstelling van de carburator.
bevoegd reparatiecentrum.
Gebruik correct gemengde brandstof
Fout brandstofmengsel.
(40:1)
30
NL
OPLOSSING

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Ac3119e6Ac3119e8

Table of Contents