Gebruik 13; Maaier Op Trekker Aansluiten - Woods BATWING BW15.50E Operator's Manual

Rotary cutter
Hide thumbs Also See for BATWING BW15.50E:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Om het ontwerpveiligheidsniveau van deze machine te handhaven, moet deze
correct worden gebruikt binnen de beperkingen zoals beschreven in deze
handleiding. Zorg dat u vertrouwd bent met alle veiligheidsinstructies in de
handleiding, op de maaier en op de trekker, en volg deze op.
Het veilige gebruik van deze maaier is de verantwoordelijkheid van de bedie-
ner, die over de juiste opleiding moet beschikken. De bediener moet vertrouwd
zijn met de apparatuur en de veilige werkmethoden alvorens de apparatuur te
gebruiken. Lees de veiligheidsinformatie op pagina 5 t/m pagina 9.
De aanbevolen rijsnelheid van de trekker voor de meeste omstandigheden is
2 - 10 km/h (1 - 6 mph).
Stel de aftakas van de trekker altijd in op 540 tpm voor de BW15.50E,
BW15.60E, BW15.70E en BW10.50E, BW10.60E, BW10.70E en op 1000 tpm
voor
de
BW15.50QE,
BW15.60QE,
BW10.60QE, BW10.70QE.
GEVAAR
GEVAAR
Kijk omlaag en naar achteren en controleer of het gebied vrij is
alvorens achteruit te rijden.
De volledige kettingafscherming moet te allen tijde zijn geïnstalleerd.
Weggeslingerde voorwerpen kunnen mensen verwonden of schade
toebrengen aan eigendommen.
Als
de
machine
niet
kettingafscherming, moet het gebruik ervan worden gestopt.
De afscherming is ontworpen om het gevaar van weggeslingerde
v o o r w e r p e n
t e
v e r m i n d e r e n .
b e s c h e r m i n g s v o o r z i e n i n g e n
maaiomstandigheden voorkomen dat voorwerpen uit het maaidek
ontsnappen. Het is mogelijk dat voorwerpen wegketsen en wel 92 m
(300 voet) worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Laat nooit kinderen of onervaren personen de apparatuur bedienen.
Houd omstanders uit de buurt bij het bedienen, aankoppelen, verwij-
deren, monteren of onderhouden van apparatuur.
Zorg ervoor dat de veerbelaste borgpen of kraag vrij kan schuiven en
stevig in de groef van de aftakas van de trekker zit.
 Stop de trekker en de apparatuur onmiddellijk als u een obstakel raakt.
Schakel de motor uit, verwijder de sleutel en inspecteer en repareer even-
tuele schade alvorens het gebruik te hervatten.
 Draag altijd relatief strakke kleding om te voorkomen dat u wordt
gegrepen door bewegende delen. Draag stevige werkschoenen met pro-
fielzolen en andere beschermende uitrusting voor de ogen, het haar, de
handen, het gehoor en het hoofd, en een ademhalings- of filtermasker
indien nodig.
Blijf tijdens een onweersbui uit de buurt van de machine. Gebruik de
machine niet als het onweert. Blijf in de cabine van de trekker als de
machine door bliksem wordt geraakt wanneer deze in werking is. Maak
geen contact met de massa-aansluitingen van objecten aan de buiten-
zijde van de machine. Verlaat de cabine pas weer als de onweersbui is
overgetrokken.

MAAIER OP TREKKER AANSLUITEN

ATTENTIE
Bij trekkers met een aftakas met een diameter van 35 mm moet de
horizontale afstand tussen het uiteinde van de aftakas van de trekker tot
het hart van de trekstangpen 356 mm zijn bij een maaier met 540 tpm en
406 mm bij maaiers met 1000 tpm. Dit minimaliseert de kans op schokken
en schade aan de aandrijfcomponenten.
Gebruik van hefhulpsysteem voor de aandrijflijn
De Batwing-maaier is voorzien van een hefhulpsysteem dat de aandrijflijn
ondersteunt® tijdens het aan- en afkoppelen van de trekker. Volg de
onderstaande instructies.
1. Verwijder de klikpen.
2. Draai de hendel in de verticale stand, zodat de aandrijflijn omhoog
beweegt.
3. Sluit de koppeling aan op de aftakas van de trekker.
4. Draai de hendel omlaag en zet deze vast met de klikpen.
Als de aandrijflijn te hoog of te laag komt te staan, kan de rolslede worden ver-
steld door de bouten te verwijderen, de rolslede in de juiste positie te plaatsen
en de bouten weer aan te brengen.
ATTENTIE
Als de trekker waarmee de Batwing® wordt aangedreven een aftakas en
trekstang heeft die dichterbij staan dan de huidige normen kan de aan-
drijflijn in contact komen met het hefframe of de rol, mogelijk met aan-
drijflijnschade tot gevolg. Bij gebruik van een trekker van dit type moet
MAN1246 (04/10/2018)
BW15.70QE,
en
BW10.50QE,
is
voorzien
van
een
volledige
H e t
m a a i d e k
e n
k u n n e n
n i e t
i n
LET OP
LET OP
GEBRUIK
het hefhulpsysteem van de dissel worden verwijderd om mogelijk contact
en schade te voorkomen.
HEFHULPSYSTEEM VOOR
AANDRIJFLIJN
Afbeelding 1. Aansluiting van maaier op trekker
Mechanische aansluiting
1. Verwijder de niet-goedgekeurde trekinrichting door de inrichting te
ontgrendelen en los te nemen
d e
2. Sluit de maaier aan met een geschikt trekoog.
a l l e
3. Bevestig de veiligheidsketting (25) aan de trekstangsteun. Zorg voor
voldoende lengte om bochten te kunnen maken.
4. Sluit de aandrijflijn van de maaier aan op de aftakas van de trekker. Zorg
ervoor dat de veerbelaste borgpen vrij schuift en in de groef van de aftakas zit.
5. Bevestig indien gewenst de ketting van de aandrijflijnafscherming aan de
trekstang om rotatie te voorkomen.
OPMERKING: Bij een CV-aandrijflijn is deze ketting niet nodig.
6. Draai de bouten van de krikbevestiging terug. Stel de krik zo af dat de
voetplaat plat ligt voor opbergen. Draai de bouten vast.
7. Verwijder de parkeerkrik (16) van de dissel en bevestig deze op de
opbergsteun aan de voorkant van de linkervleugel.
Hydraulische aansluiting
1. Inspecteer de hydraulische slangen om te verzekeren dat deze in goede staat zijn.
2. Reinig de koppelingen alvorens deze aan te sluiten op de hydraulische
poorten van de trekker.
3. Leid de slang door de slanghouder bij de koppeling en controleer of de
slang vrij in de houder kan schuiven. Zorg ervoor dat de slang niet over de
grond kan slepen of achter uitsteeksels op de trekker kan blijven hangen.
4. Sluit de hydraulische slang aan op de trekker.
5. Breng de machine omhoog met de middelste hefcilinder en schuif de
v l e u g e l c i l i n d e r s u i t . S t o p d e t r e k k e r e n v e r w i j d e r d e
transportvergrendelingspennen uit de vleugeleindaanslagen en de
transporteindaanslag, zoals getoond in afbeelding 2 en 3 op pagina 15.
6. Start de trekker vanuit de bestuurdersstoel en breng het maaidek enkele
keren omhoog en omlaag om ingesloten lucht uit de hydraulische cilinder
te verwijderen.
Controle op contact
1. Let erop dat de verbindingen van de 3-puntshef van de trekker niet in
contact kunnen komen met hydraulische slangen, de aandrijflijn van de
maaier of het maaierframe.
2. Controleer bij rechtuit rijden en bij scherpe bochten. Verwijder als er
contact optreedt de onderste hefverbindingen.
3. Contact tussen de hefverbindingen van de trekker en onderdelen van de
maaier kan schade veroorzaken, vooral in bochten.
Draaigrenzen CV-aandrijflijn
Overschrijd nooit een draaihoek van 80 graden aan de kop van de
CV-aandrijflijn, anders raakt deze beschadigd
OPMERKING: Verwijder vóór gebruik de transportbeugel van de CV-
aandrijflijn en gooi deze weg. Deze beugel is alleen aanwezig op eenhe-
den die af fabriek zijn geleverd met een CV-aandrijflijn.
1. Om te controleren op een mogelijk overmatige draaihoek, koppelt u de
aandrijflijn los van de trekker.
2. Start de motor en draai zo ver mogelijk naar rechts of links.
3. Schakel de motor uit en probeer de CV-aandrijflijn op de trekker aan te
sluiten. Als deze niet kan worden aangesloten, is de draaihoek te scherp.
4. Start de motor weer en maak de hoek iets rechter, schakel de motor uit
en probeer de CV-aandrijflijn op de trekker aan te sluiten.
5. Herhaal het proces tot de aandrijflijn kan worden aangesloten. Het punt
waarop de aandrijflijn kan worden aangesloten is de maximale draai die
kan worden gemaakt.
.
ATTENTIE

Gebruik 13

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents