Bijzondere Onderhoudswerkzaamheden; Opslag - Dräger WorkMaster Industry Instructions For Use Manual

Bij een drukwijziging van minder dan 1 mbar is het
gaspakventiel in orde. In dit geval:
1. Testopstelling demonteren.
2. Beschermkap op het gaspakventiel bevestigen.
Wanneer de drukwijziging groter is dan 1 mbar:
1. Ventielschijf uitnemen en visueel controleren.
Ventielschijf en ventielzitting
onbeschadigd zijn.
2. Indien nodig, de ventielschijf verwisselen (zie hfdst. 6.7.3
op pagina 61).
3. Controle herhalen.
6.7

Bijzondere onderhoudswerkzaamheden

Wij adviseren alle onderhoudswerkzaamheden door Dräger te
laten uitvoeren.
6.7.1 Handschoenen vervangen
WAARSCHUWING
!
Voor het monteren van de handschoenen mag geen
talk worden gebruikt.
handschoenen naar buiten glijden, wanneer de
gebruiker door
drukkracht van binnen op de handschoen aanbrengt.
Handschoenen altijd als volgt wisselen:
1. Overhandschoen en
lostrekken.
2. Met de duim de rand van de polschafdichtingsmanchet
omhoog duwen en de steunring, waarop de handschoen
zit, uit de mouw drukken.
3. De nieuwe handschoen over de steunring trekken en op de
polsafdichtingsmanchet uitlijnen. De lange as van de
elliptische steunring wijst parallel naar de handpalm.
Erop letten dat er zich geen vouwen tussen handschoen en
steunring vormen.
4. Handschoen met steunring
ritssluitingsysteem in de mouw van het gaspak leiden.
5. De handschoen met
polsafdichtingsmanchet steken:
De linker handschoen steekt in de linker mouw, de

rechter handschoen in de rechter mouw.
De rug van de hand wijst naar de mouwnaad.

6. De handschoencombinatie zo ver in de polsafdichtings-
manchet duwen, tot de rand van de steunring tegen de
rand van de polsafdichtingsmanchet aanligt.
De steunring moet geheel in de uitsparing van de polsaf-
dichtingsmanchet zitten.
7. Overhandschoen (indien gewenst) monteren:
®
K-MEX -Gigant-overhandschoen over de armring

trekken.
®
Tricotril -overhandschoen over de armring trekken en

met de bijbehorende rubberring beveiligen.
8. Het gaspak op dichtheid controleren (zie hfdst. 6.5 op
pagina 60).
6.7.2 Veiligheidslaarzen wisselen
1. Om het werk te vergemakkelijken het gaspak met de
veiligheidslaarzen binnenste buiten keren.
2. De beschermstroken omklappen en geschikt gereedschap
de oude metaalklem losmaken.
3. Oude metaalklem en beschermstroken voorzichtig van de
veiligheidslaars verwijderen, zodat het gaspakmateriaal
niet beschadigd raakt.
Dräger WorkMaster Industry
moeten schoon
Anders kunnen
overmatig strekken een
rubberring (indien aanwezig)
door het geopende
de steunring door
4. De veiligheidslaars verwijderen.
5. Oude afdichtmassa van het gaspakmateriaal verwijderen.
6. De nieuwe steunring vlak aansluitend op de bovenkant in
de nieuwe veiligheidslaars positioneren.
7. De nieuwe veiligheidslaars met de steunring inpassen in
de broekspijp van het gaspak en het materiaal ca. 1 cm
laten uitsteken. De broekspijpnaad moet tegen de
binnenzijde van de laars aanliggen.
en
8. De metaalklem met de beschermstrook ca. 1 cm onder de
bovenkant van de veiloigheidslaars uitlijnen. Erop letten
dat de schroefdraad van de metaalklem achter op de vei-
ligheidslaars zit en de beschermstrook naar de zool wijst.
9. Metaalklem voorzichtig vastzetten.
10. De schroefdraad
gaspakmateriaal verschuift of beschadigd raakt.
11. Evt. wegwerphandschoenen aantrekken.
12. Om de schroefdraad van de metaalklem af te dekken
celrubber op de beschermstroken kleven. Evt. 2 celrubbers
gebruiken.
13. De veiligheidslaarzen met de afdichtmassa tussen het
gaspakmateriaal en de buitenzijde van de veiligheidslaars
in één enkele beweging royaal afdichten, zonder
onderbreking.
de
14. Ervoor zorgen dat er geen luchtspleet meer aanwezig is.
15. Erop letten dat de afdichtmassa naar binnen toe inzakt tot
hoge
aan het midden van de laars, maar niet in de
veiligheidslaars naar binnen loopt.
16. Overtolllige afdichting voorzichtig met een doek afwegen.
17. De afdichtmassa minstens 24 uur laten uitharden.
18. Na het uitharden de beschermstrook over de schroefdraad
klappen en de broekspijp van het gaspak weer omslaan.
19. Het gaspak op dichtheid controleren (zie hfdst. 6.5 op
pagina 60).
6.7.3 Ventielschijf verwisselen
1. Beschermkap en oude ventielschijf verwijderen. Pen van
de ventielhouder niet beschadigen.
2. Nieuwe ventielschijf monteren.
3. Beschermkap op het gaspakventiel plaatsen.
4. Het gaspakventiel op dichtheid controleren (zie hfdst. 6.6
de
op pagina 60).
6.7.4 Gaspakventiel verwisselen
1. Beschermkap van het gaspakventiel losknopen.
2. De schroefring met de stiftsleutel van binnen losdraaien en
afschroeven.
3. Glijring en afdichting lostrekken en de defecte ventielzitting
demonteren.
4. Nieuwe ventielzitting, dichtingsring en glijring monteren.
5. Nieuwe ventielschijf vastkopen.
6. Gaspak en gaspakventiel op dichtheid controleren (zie
hfdst. 6.5 op pagina 60 en hfdst. 6.6 op pagina 60).
7. Wanneer de dichtheidstest succesvol verlopen is, de
beschermkap eer vastknopen.
7

Opslag

VOORZICHTIG
!
Indien de opslagvoorwaarden niet in acht worden
genomen, kan schade ontstaan aan het gaspak!
1. Ritssluitingsysteem tot ca. 5 cm voor de aanslag sluiten.
Regelmatig controleren, of het ritssluitingsysteem nog
voldoende is gevet.
aanhalen zonder daarbij
Opslag
het
61