Inbedrijfstelling; Inschakelen Van Het Apparaat; Apparaat Controleren - Mennekes Basic 3,7 Operating Instructions Manual

Lastmanagement inschakelen
De laadsystemen Basic 22 en Basic S 22 beschikken over
een eenvoudig lastmanagement, dat zich al naar gelang
laat activeren. Bij de levering is deze optie gedeactiveerd
en kan via de scheidingsklemmen XT3 en XT4 activeren.
XT3 geopend: lastmanagement bij laadpunt 2 is actief.
XT3 gesloten: lastmanagement bij laadpunt 2 is niet actief.
XT4 geopend: lastmanagement bij laadpunt 1 is actief.
XT4 gesloten: lastmanagement bij laadpunt 1 is niet actief.
De volgende configuraties kunnen met de klemmen XT3
en XT4 worden ingesteld:
XT4 geopend
XT3 geopend LP1 = 22/11 kW
LP2 = 22/11 kW
XT3 gesloten LP1 = 22/11 kW
LP2 = 22 kW
LP1 = laadpunt 1 (links)
LP2 = laadpunt 2 (rechts)
16

6. Inbedrijfstelling

6.1
T
Gevaar voor elektrische schokken bij beschadigde appa-
raten
Bij gebruik van een beschadigd apparaat bestaat het
gevaar op een elektrische schok.
f Gebruik het apparaat niet wanneer deze schade vertoont.
f Kenmerk het beschadigde apparaat, zodat dit niet door
f Verhelp schade onmiddellijk.
f Neem het apparaat evt. buiten bedrijf.
XT4 gesloten
Stel de laadzuil in bedrijf:
LP1 = 22 kW
LP2 = 22/11 kW f Zorg ervoor, dat in de laadzuil alle
LP1 = 22 kW
LP2 = 22 kW
f Schakel de voedingsspanning in.
9

6.2 Apparaat controleren

Controle conform IEC 60364-6 en de overeenkomstige
geldende nationale voorschriften (bijvoorbeeld in
Duitsland conform DIN VDE 0100-600)
Voer bij de eerste inbedrijfstelling een controle uit van het
laadstation conform IEC 60364-6 en de overeenkomstige
geldende nationale voorschriften (bijvoorbeeld in
Duitsland conform DIN VDE 0100-600). De controle kan
worden uitgevoerd in combinatie met het MENNEKES-
testkastje en een testapparaat voor gestandaardiseerde
testen. Het MENNEKES-testkastje simuleert daarbij de
voertuigcommunicatie. Testkastjes zijn bij MENNEKES als
toebehoren verkrijgbaar.
f Voor de goedkeuring van het apparaat een controle

De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen
alleen door een elektromonteur worden uitgevo-
erd.

Inschakelen van het apparaat

T
GEVAAR
andere personen gebruikt wordt.
beveiligingsvoorzieningen (FI-aardlekschakelaar en
installatieautomaat) gemonteerd en ingeschakeld zijn.
De led op de netadapter gaat branden.
conform norm uitvoeren.
Gebruikshandleiding van het testkastje.