Aansluiting Externe Signaalgever; Lastmanagement (Alleen Basic 22 / S 22) - Mennekes Basic 3,7 Operating Instructions Manual

Hide thumbs Also See for Basic 3,7:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 29
Afb. 17: Aarding van de frontplaat
f Sluit de funderingsaarde conform DIN 18014 aan op het
aardingspunt in de laadzuil.
f Sluit de aardleiding aan op de frontplaat.
f Sluit de laadzuil.
De aansluiting van de voedingsleiding is nu voltooid en
9
de laadzuil kan in bedrijf worden gesteld.

5.3.2 Aansluiting externe signaalgever

Naast de klemmenstrook voor de voedingsspanning zijn
twee verdere relais (KF1 en KF2) aangebracht voor de
aansluiting van externe signaalgevers (bijv. bij verbinding
met een parkeerautomaat).
K F 2
K F 1
Afb. 18: Aansluiting externe signaalgever
f Indien aanwezig, sluit u de externe signaalgevers op de
relais aan:
KF1 = laadpunt links,
KF2 = laadpunt rechts.
Î "4. Technische gegevens"
Externe signaalgevers moeten de betreffende relais met
een stuurspanning van 230 V AC bekrachtigen (optioneel
mogelijk: 12 V DC of 24 V DC).
„ Klemmenstrook XT geopend -
Vrijgave alleen via continu signaal:
Beëindgen van het laden door externe uitschakeling
mogelijk.
In deze modus is de sleutelschakelaar zonder functie.
„ Klemmenstrook XT gesloten -
Vrijgave alleen via impulssignaal:
Laden in zelfvergrendeling, uitschakeling op het
voertuig. Geen externe uitschakeling mogelijk.
In deze modus kan de sleutelschakelaar voor de
autorisering worden gebruikt, omdat deze eveneens
een impulssignaal bij het intoetsen levert.

5.4 Lastmanagement (alleen Basic 22 / S 22)

De laadsystemen Basic 22 en Basic S 22 beschikken over
een eenvoudig lastmanagement. Al naar gelang kan het
lastmanagement bij de installatie geactiveerd worden.
Staat alleen een beperkt aansluitvermogen ter beschikking,
moet een verdeling over de afzonderlijke laadpunten
worden geregeld, om een toereikende voeding van beide
laadpunten te waarborgen. Het lastmanagement neemt dit
eenvoudig en comfortabel over. Wordt alleen een voertuig
geladen, staat de volledige laadstroom ter beschikking.
Komt er een voertuig bij wordt, indien nodig, het ter
beschikking staande aansluitvermogen overschreden. In
dit geval grijpt het lastmanagement in.
Bij een aansluitvermogen van 22 kW bestaat bijv. de
mogelijkheid een laadpunt met 22 kW of beide laadpun-
ten met 11 kW te voorzien. De aanpassing vindt bij een
geactiveerd lastmanagement automatisch plaats. Hierdoor
wordt een overschrijding van het ter beschikking staande
aansluitvermogen en een activering van de voorbeveiliging
voorkomen.
NL
15

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Basic 11Basic 22Basic s 221311510sw1311511sw

Table of Contents