INSTALLATIE
Onderhoud
8.1
Het toestel aftappen
GEVAAR voor verschroeiing
Tijdens het aftappen kan er heet water uit het toestel
lopen.
Ga als volgt te werk als het toestel voor onderhoudswerkzaam-
heden of als bescherming tegen vorst van de volledige installatie
afgetapt moet worden:
f Sluit de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
f
f Open het aftapventiel.
f
f Maak de wateraansluitingen van het toestel los.
f
8.2
Zeef reinigen
U kunt de ingebouwde zeef reinigen nadat de koudwateraanslui-
ting is losgekoppeld.
www.stiebel-eltron.com
8.3
Controles volgens VDE 0701/0702
Controle van de aardleiding
f Controleer de aardleiding (in Duitsland bijv. DGUV A3) op het
f
aardleidingscontact van de elektrische aansluitkabel en bij de
aansluitstomp van het toestel.
Isolatieweerstand
f Als een toestel met een nominaal verwarmingsvermogen
f
van > 3,5 kW de isolatieweerstand von 300 kΩ niet bereikt,
adviseren we de isolatie-eigenschappen van dit toestel door
middel van een verschilstroommeting van de aardleidings-
troom / lekstroom volgens VDE 0701/0702 (afbeelding C.3b)
uit te voeren.
8.4
Opslag van het toestel
f Een gedemonteerd toestel moet vorstvrij bewaard worden,
f
want er kan restwater in het toestel zitten dat bevriezen kan
en daardoor schade veroorzaken kan.
8.5
De elektrische aansluitkabel bij de DHM 6
vervangen
f Bij de DHM 6 moet bij vervanging een elektrische aansluitka-
f
bel met een diameter van 4 mm² worden gebruikt.
DHM |
61