E) Accupacks In Het Voertuig Plaatsen; F) Accupacks Op Rijregelaar Aansluiten - Reely ROAD T-MAX Operating Instructions Manual

e) Accupacks in het voertuig plaatsen

Om te voorkomen dat de wielen plotseling beginnen te draaien en het voertuig begint te rijden (bijv. als
de trimming voor de aandrijving versteld is), moet u het voertuig op een geschikte ondergrond plaatsen,
bijv. een startbox, zodat de wielen vrij kunnen draaien. De wielen mogen geen contact maken met de
vloer.
Kom niet met uw vingers in de aandrijving. Verwondingsgevaar.
Voor de accupacks zijn twee speciale accuhouders op het voertuig aangebracht. Verwijder de deksels van deze
houders door de clips los te maken. Plaats de accupacks in de houders.
Sluit de accuhouders weer. Zorg dat de kabels van de accupacks niet worden geknikt of afgekneld.
f) Accupack op rijregelaar aansluiten
Voordat u de accupack op de rijdregelaar aansluit, neemt u de afstandsbediening (zender) in gebruik (zie hoofdstuk 8.
c) en 8. d).
Aan de zijkant van de rijregelaar bevindt zich de aan/uit-
schakelaar, zie afbeelding 2.
Zet de aan/uit-schakelaar op "OFF" (uitgeschakeld).
Sluit nu pas de beide accupacks aan op de rijregelaar.
Wanneer u een zelfgemaakte accupack wilt gebruiken, moet
u letten op de juiste polariteit (rode kabel = plus, zwarte
kabel = min).
De beide accupacks worden parallel geschakeld, zodat de
capaciteit wordt verdubbeld (zie aansluitschema rechts afb.
3).
Sluit eerst de zwarte aardedraden van de beide accupacks
aan op de betreffende aansluitingen van de rijregelaar en
daarna de beide rode plus-kabels.
Verwissel de accu-aansluitingen nooit! Zorg dat de aansluitstekkers/-bussen niet per ongeluk een
kortsluiting veroorzaken. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Sluit alleen accupacks die volledig geladen zijn aan op de rijregelaar. De rijregelaar is voorzien van een
LiPo-onderspanningsherkenning met automatische uitschakeling. Direct na het inschakelen van de
rijregelaar wordt de spanning gemeten. Bij accupacks die niet volledig geladen zijn, kan het aantal
cellen verkeerd worden herkend hetgeen leidt tot een diepontlading van de accupacks.
Spanning tussen 6.0 tot 8.4V
< 5.8V uit
Spanning tussen 9.0 en 12.6V
< 8.7V uit
2-cellige LiPo-accupack, de rijregelaar schakelt bij een accuspanning
3-cellige LiPo-accupack, de rijregelaar schakelt bij een accuspanning
Ill. 2
Ill. 3
73