ESAB A6 SFD1 Series Operating Manual page 43

8. Lasdraad laden.
Demonteer de draadtrommel van de remtrommel
S
(2) en maak de eindplaat (3) los.
Plaats de draadspoel (1) op de draadtrommel en
S
monteer de eindplaat (3).
Monteer resp. de draadtrommel en de
S
wegwerpbobine op de remnaaf (2). LET OP de
positie van de meenemer.
BELANGRIJK!
Om te voorkomen dat de draadbobine
van de remnaaf glijdt;
Vergrendel de bobine met behulp van
de rode knop, zoals aangegeven op het
waarschuwingslabel (zie afbeelding hiernaast)
dat naast de remnaaf zit.
Controleer of de aanvoerrol (1) en de contactschoenen (4) de juiste dimensie
S
hebben.
Bij grove draad (3 - - 6 mm):
S
a. Knip de binddraden rond de
draadspoel af.
b. Trek het uiteinde van de draad
tevoorschijn.
c. Trek de voorbuigradius recht.
Plaats het uiteinde van de draad in de
S
groef van de aanvoerrol.
Stel de druk van de draad tegen de
S
aanvoerrol in met behulp van de
drukschroef (6).
OPGELET! Span niet harder aan dan
dat het aanvoeren veilig verloopt.
De drukschroef mag niet helemaal
aangehaald worden, er moet nog een
beetje vering zijn.
De pasbout (3) mag niet gedemonteerd
S
worden.
Voer de draad aan met behulp van elektrisch
S
schakelaar A 02 op de PEG1--box.
Terwijl de draad wordt aangevoerd, moet hij gericht
S
worden met behulp van de knop (5) op de richtrolinrichting, of met behulp
van de speciale richtinrichting voor kleine draden of dubbele draden Wan-
neer de richtinrichting juist ingesteld is, moet de draad recht naar buiten
komen door resp. de contactschoenen en het contactmondstuk.
dfa3i1ha
- - 41 - -
INSTALLATIE