Xylem LOWARA Sekamatik 408 Series Installation, Operation And Maintenance Manual page 55

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 13
Pompbesturing (dubbel station)
Het bedieningspaneel zorgt automatisch voor een
gelijkmatige verdeling van de werkingsuren van beide
pompen door de startvolgorde te veranderen nadat elke
pomp stopt.
Wanneer het vloeistofniveau in de tank het startniveau 1
bereikt, wordt een pomp gestart. Wanneer het
vloeistofniveau verder stijgt en het startniveau 2 bereikt,
wordt de andere pomp gestart. Deze pomp zal werken
totdat het stopniveau ervan wordt bereikt. De werkende
pomp zal stoppen wanneer het laagste stopniveau wordt
bereikt.
Als het vloeistofniveau blijft stijgen wanneer beide
pompen in bedrijf zijn, wordt een alarm gegeven totdat
het vloeistofniveau zakt onder het alarmniveau.
2.3. Technische Gegevens (pompen)
Type pomp
Motor-
output
P2 (kW)
Afvoer DN 80, Sferische speling 70 mm
TP 70 M 13/4 D
0,9
TP 70 M 16/4 D
1,3
TP 70 M 26/4 D
1,9
TP 70 M 31/4 D
2,4
TP 70 V 36/2 D
2,9
Afvoer DN 100, Sferische speling 100 mm
MX 2341-D44
2,6
MX 2444-T54
5,0
MX 2448-T64
6,5
MX 2330-T72
9,5
MX 2335-T82
11,5
2.4. Bedrijfsomstandigheden
Houd rekening met de handleiding voor installatie en
bediening van de geïnstalleerde dompelpomp.
2.5. Explosieve Omgevingen
Voor het gebruik van de pompen in explosieve
omgevingen mogen enkel modellen met explosieveilige
motoren (Ex model) worden gebruikt.
Voor elke afzonderlijke installatie moet de
explosieklasse (Ex-class) van de pomp worden
goedgekeurd door de lokale instanties.
3. Garantie
Onze garantie dekt enkel pompen die worden
geïnstalleerd en bediend in overeenstemming met deze
installatie- en bedieningsinstructies en die codes van
goede praktijk hebben bevestigd en worden gebruikt
voor de toepassingen die vermeld staan in deze
instructies.
4. Vervoer en opslag
Het pompstation moet in verticale positie worden
vervoerd en bewaard. Zorg dat het niet kan rollen of
vallen. Voor langere bewaarperiodes moet de pomp
worden beschermd tegen vocht, vrieskou of hitte.
5. Elektrische aansluiting
5.1. Algemene instructies
Vóór de inbedrijfstelling moet een expert verzekeren
dat de vereiste maatregelen inzake elektrische
bescherming worden toegepast. De bevestiging op de
grond, de aarding, scheidingstransformator,
aardlekschakelaar of stroomonderbreker bij foutspanning
Snelheid
Nominale
Gewicht
(tpm)
stroom (A)
1.450
2,6
1.450
3,4
1.450
5,5
1.450
6,3
2.900
6,3
1.450
6,2
1.450
9,9
1.450
13,1
2.900
18,8
2.900
22,2
moet overeenstemmen met de richtlijnen die werden
voorgeschreven door de verantwoordelijke
elektriciteitscentrale.
De spanning die wordt vereist in het technische
gegevensblad moet overeenstemmen met de bestaande
netspanning.
Zorg ervoor dat de elektrische aansluitingen met pin
en contactdoos worden geïnstalleerd op een
overstromings- en vochtvrije manier. Controleer voor de
inbedrijfstelling de kabel en de stekker op schade.
Het uiteinde van de stroomvoorzieningskabel van de
pomp mag niet worden ondergedompeld om te
voorkomen dat water via de kabel in de motor komt.
De normale afzonderlijke motorstarter/schakelkast
en ook de explosieveilige pompen mogen niet worden
geïnstalleerd in explosieve omgevingen.
(kg)
De elektrische aansluiting van de pomp moet worden
gedaan in overeenstemming met de lokale vereisten.
40
De werkspanning en frequentie staan aangeduid op de
40
naamplaatjes van de pomp en de regelaar.
66
Spanningstolerantie: +6% tot -10% van de spanning
66
weergegeven op de naamplaten. Zorg ervoor dat de
56
pompen van de pompstation geschikt zijn voor de
elektriciteitsvoorziening op de plaats van installatie.
71
De pompstations worden geleverd met een schakelkast.
113
De regelaar voor enkelfasige pompen bevatten ook de
118
vereiste bedrijfscondensatoren.
105
De pompmotoren hebben een thermoschakelaar in de
110
motorwikkelingen. De thermoschakelaar beschermt de
motor tegen oververhitting door het afsluiten van de
pompvoorziening via de regelaar.
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met de markering op de kabel van de
regelaar.
De opvoerstations vereisen geen bijkomende
motorbescherming.
Verbind de units met de netspanningsvoorziening.
Een externe foutsignaalinrichting kan worden verbonden
met de regelaar via de potentiaalvrije foutsignaaloutput.
Maximale belasting: AC 250 V, 5 A, AC 1.
 De installatieplaats van het bedieningspaneel moet
zich dichtbij het pompstation bevinden. Houd rekening
met de lengte van de stroomvoorzieningskabel en de
lengte van de slang voor het bedieningspaneel.
 Installeer het pompstation niet in explosieve
omgevingen, zelfs als u explosieveilige pompmotoren
installeert.
 Installeer de kabelgeleidingsbuis.
 Installeer de stroomvoorziening.
 Installeer het bedieningspaneel op het voetstuk.
 Breng de stroomvoorzieningskabel en slang voor het
bedieningspaneel door de kabelgeleidingsbuis. Houd
rekening met de bedieningsinstructies en de
wikkelschema's van het bedieningspaneel tijdens de
installatie.
 Voer de maatregel inzake aardlekken uit.
5.2. Elektronische Schakelkast
De uitgeruste elektronische schakelkast regelt de
bedieningsfuncties en meldt fouten die zich kunnen
voordoen.
5.2.1. PS 1 (met 1 pomp)
De keuzeschakelaar voor functies biedt de volgende
mogelijkheden:
55

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Lowara sekamatik 810 seriesLowara sekamatik 410 series

Table of Contents