Snapper YT2452F Manual page 105

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Veiligheids vergrendelsysteem
Deze machine is uitgerust met een veiligheids vergrendeling
en andere veiligheidssystemen. Deze zijn speciaal
ontworpen voor uw veiligheid. Knoei niet met deze
veiligheids systemen en probeer ze ook niet te omzeilen.
WAARSCHUWING
Als een veiligheidstest negatief uitvalt, mag u met de
machine niet werken, maar dient u onmiddellijk contact
op te nemen met uw geautoriseerd verdeler.
Test 1 — De motor mag NIET aanslaan als:
• als de PTO-koppeling is ingeschakeld, OF
• als het rempedaal niet volledig ingedrukt is (of de
parkeerrem niet ingeschakeld is), OF
• als de snelheidsregelaar ingeschakeld is.
Test 2 — De motor MOET aanslaan en starten als:
• de bestuurder op de stoel zit, EN
• als de PTO-koppeling niet is ingeschakeld EN
• als het rempedaal volledig ingedrukt is (of de parkeerrem
ingeschakeld is) EN
• als de snelheidsregelaar zich in de stand NEUTRAAL
bevindt.
Test 3 - De motor moet AFSLAAN:
• als de berijder rechtstaat uit de berijdersstoel en de PTO-
koppeling is ingeschakeld, OF
Test 4 — Controleer de remwerking van de maaibladen
Als de schakelaar voor de elektrische PTO-koppeling in
de stand uit wordt gezet, moeten de maaibladen en de
aandrijfriem binnen 5 seconden volledig stilvallen. Als de
aandrijfriem niet binnen 5 seconden volledig stilvalt, contact
opnemen met uw geautoriseerde verdeler.
Test 5 - Veiligheid voor de optie Achteruit maaien
(RMO):
• De motor moet afslaan indien geprobeerd wordt achteruit
te rijden terwijl de PTO-koppeling is ingeschakeld en de
optie Achteruit maaien niet is geactiveerd.
• Het RMO-lampje moet branden wanneer de optie
Achteruit maaien (RMO) is geactiveerd.
Brandstof bijvullen
1. Verwijder de dop van de brandstoftank (A, Figuur 4).
2. Vul de tank. Voeg niet te veel brandstof toe. Laat
ruimte in de tank voro het uitzetten van de brandstof.
Raadpleeg de handleiding van uw motorleverancier voor
specifieke aanbevelingen.
3. Zet de dop op de brandstoftank en draai ze goed vast.
nl
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig met benzine. Het is een uiterst
ontvlambaar product. Voeg geen benzine toe
wanneer de motor nog warm is omdat hij nog niet
voldoende is afgekoeld. Vermijd vonken en vuur en
laat niet toe dat er wordt gerookt in de onmiddellijke
omgeving. Voeg niet te veel brandstof toe en veeg
gemorste brandstof weg.
Gebruik geen benzine die METHANOL
bevat, geen gasohol met meer dan 10%
ETHANOL en ook geen benzine-additieven of
superbenzine want daardoor kan de motor of
het brandstofsysteem beschadigd worden.
De motor starten
1. Druk het rempedaal volledig in of activeer de parkeerrem
terwijl u op de bestuurdersstoel zit.
2. Let erop dat u met uw voet de rijsnelheidspedalen niet
indrukt en dat de snelheidsregelaar in de neutrale stand
staat.
3. Ontkoppel de PTO-koppeling.
4. Zet de gasklephendel op volgas.
5. Sluit de choke.
OPMERKING: bij een warme motor hoeft de choke mogelijk
niet te worden gebruikt.
6. Steek de sleutel in het contact en draai hem in de stand
START.
7. Als de motor is gestart zet u de gasklephendel op
halve snelheid. Laat de motor gedurende ten minste 30
seconden warmlopen.
8. Zet de gasklephendel op volgas.
OPMERKING: in een noodgeval kan de motor direct worden
stilgelegd door de contactsleutel in de stand STOP te
draaien Gebruik deze methode uitsluitend in noodsituaties.
Om de motor op de normale manier stil te leggen volgt u de
procedure die onder DE ZITMAAIER STOPZETTEN wordt
beschreven.
De zitmaaier en motor stopzetten
1. Zet de rijsnelheidsregeling(en) in de neutrale stand.
2. Zet de PTO-koppeling uit en wacht tot alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
3. Zet de gasklephendel in de stand TRAAG en draai de
contactsleutel in de stand UIT. Haal de sleutel uit het
contact.
Bediening
17

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents