Algemene systeeminformatie over HomeMatic
(A) - kanaaltoets
(B) - apparaatled
4
Algemene systeeminformatie over Home-
Matic
Dit apparaat is een onderdeel van het HomeMatic-domoticasysteem en
werkt met het bidirectionele BidCoS®-communicatieprotocol.
Alle apparaten worden met een standaardconfiguratie afgeleverd.
Daarnaast kan de werking van het apparaat via een programmeerap-
paraat en software worden geconfigureerd. Welke uitgebreide functies
hierbij ontstaan en welke extra mogelijkheden het HomeMatic-systeem
in combinatie met andere componenten biedt, vindt u in het HomeMa-
tic WebUI-handboek.
De actuele versie van alle technische documenten en updates vindt u
in het downloadgedeelte op www.homematic.com.
48
A
B
5
Inbedrijfstelling
5.1
Eenvoudige bedieningsfuncties aan het apparaat
•
Steek de draadloze schakelactor met vermogensmeting in het stop-
contact.
Het apparaat is direct gebruiksklaar en kan aan een HomeMatic-cen-
trale (of aan andere HomeMatic-apparaten) worden aangeleerd.
Het apparaat beschikt over een kanaaltoets (A), die met een korte druk
voor de bediening (in- en uitschakelen) van aangesloten verbruikers
kan worden gebruikt.
Om het apparaat met al zijn functies in uw HomeMatic-systeem te kun-
nen gebruiken en configureren en om verbruikers of HomeMatic-appa-
raten draadloos te kunnen besturen, moet u het apparaat eerst aanle-
ren (zie hoofdstuk „„5.2 Aanleren" op pagina 49).
5.2
Aanleren
Lees dit hoofdstuk volledig door, voordat u met het aanleren
begint.
Om de draadloze schakelactor met vermogensmeting in uw HomeMatic-
systeem te integreren, zodat hij met andere HomeMatic-componenten
(bijv. een draadloze HomeMatic-afstandsbediening) kan communiceren,
moet het apparaat eerst worden aangeleerd. U kunt de draadloze scha-
kelactor met vermogensmeting aan andere HomeMatic-apparaten of
aan de HomeMatic-centrale aanleren.
Directe apparaatverbindingen zijn bij de draadloze schakelac-
tor met vermogensmeting alleen via het schakelkanaal
mogelijk (zie hoofdstuk „5.2.1 Aanleren aan HomeMatic-appa-
raten" op pagina 50). Verbindingen met het meetkanaal
moeten met een centrale of configuratieadapter tot stand
worden gebracht (zie hoofdstuk „5.2.2 Aanleren aan een
HomeMatic-centrale" op pagina 51).
Inbedrijfstelling
49